Het glioom in de hersenstam komt vooral voor bij kinderen
tussen de drie en tien jaar.
Symptomen
De meeste hersenstamgliomen zijn langzaam groeiend en geven zeker in het
begin nogal eens vage klachten. Ook de jonge leeftijd van de patiënten, die
moeilijk hun klachten onder woorden kunnen brengen, draagt bij aan de
moeilijke diagnose. Pas later ontstaan klachten die leiden tot een juiste
diagnose:
- Moeite met praten en evenwichtsstoornissen;
- Slikmoeilijkheden;
- Dubbelbeelden of scheel kijken;
- Zwakte van de gelaatsspieren;
- Krachtverlies of gevoelsverlies in de armen en/of
benen;
Diagnose
De diagnose berust vooral op de afbeelding van de tumor op een MRI. In
tegenstelling tot overige gliomen is weefselonderzoek vaak niet mogelijk,
uit gevaar voor beschadiging van hersencentra die van levensbelang zijn
(ademhaling en slikken).
Behandeling
Een operatie is meestal te gevaarlijk. Radiotherapie kan de klachten
verminderen en kan de groei van de tumor remmen. Er is geen
standaardbehandeling voor tumoren als ze terugkomen. Over de rol en het nut
van chemotherapie bestaan nog veel onzekerheden. |