tijgermug




|
|
Inleiding
De tijgermug (wetenschappelijke naam: Aedes albopictus) is
een mug die van oorsprong uit Zuidoost-Azië komt. Omdat hij behoorlijk goed
in staat is om nieuwe gebieden te koloniseren en schade kan aanrichten,
wordt de tijgermug aangemerkt als een "invasieve exoot".
Hij is een stuk kleiner dan de muggen die u meestal in Nederland tegenkomt:
zijn lijfje is 5 tot 6 millimeter lang.
Bij een tijgerachtig beestje zou u misschien verwachten dat hij bruin zou
zijn, met gelige strepen.
Zo ziet hij er echter helemaal niet uit. De kleur van zijn lijf en poten is
heel duidelijk zwart, met opvallend witte streepjes er op. Vanwege zijn
kleurencombinatie van zwart en wit zou de naam "zebramug" beter bij hem
passen, maar dat zou weer tekort doen aan zijn agressieve eigenschappen.
Hinder
Net als andere steekmuggen hebben de vrouwtjes
van de tijgermug bloed nodig voor de ontwikkeling van de eitjes in hun
lichaam. De inheemse muggen van Nederland steken alleen in de schemering en
’s nachts. De tijgermug is vooral overdag op zoek naar bloed, dus wanneer
haar gastheren (mensen en dieren)actief zijn. Dit betekent dat de mug bij
het steken zeer alert moet zijn om niet doodgeslagen te worden. Ze steekt
daarom meestal maar kort en heeft meerdere zogeheten bloedmaaltijden nodig
om voldoende bloed bij elkaar te krijgen voor haar nageslacht.
De steek is zeer pijnlijk en kan bovendien leiden tot allergische reacties.
De muggen opereren vaak in zwermen. Vanwege hun irritante gedrag jagen ze in
Italië (waar de mug in de jaren '90 is ingevoerd) mensen van de terrassen.
In Nederland leveren tijgermuggen nu al hinder op voor werknemers in de
kassen met Lucky bamboo, en ook voor personeel in buurbedrijven. Door deze
verslechterde werkomstandigheden kan het nog moeilijker worden om aan nieuw
personeel te komen. Zelfs bewoners van nabijgelegen woningen hebben overlast
van tijgermuggen gemeld.
 |
Verspreiding ziekten
Bij het steken kan de tijgermug met het bloed ook virussen opzuigen, die in
het bloed aanwezig zijn. Als ze daarna weer een mens of dier steekt, kan ze
daarbij een deel van de eerder opgenomen virussen in het lichaam brengen. Zo
kan de tijgermug diverse ziekten overdragen.
Zoals gezegd, moet het vrouwtje meestal meerdere mensen of dieren steken om
voldoende bloed binnen te krijgen om de eitjes te laten ontwikkelen. Deze
"wisselende contacten" maken dat er een verhoogde kans is op het oppikken en
verspreiden van virussen.
De meest genoemde virussen zijn knokkelkoorts (dengue) en Chikungunya, maar
tijgermuggen zijn (in ieder geval in het laboratorium, maar vaak ook al in
de praktijk) in staat gebleken om wel meer dan 20 soorten virussen te
verspreiden. Hierdoor worden de volgende ziekten verspreid:
Chikungunyakoorts, Japanse encephalitis. La crosse (hersenvliesontsteking),
Rift Valley-koorts, Ross River-koorts en de West Nile virusinfectie.
|
|