
Tsee Tsee

Kalaazar

Schroefworm |
|
Inleiding Een parasiet is een levensvorm die zich ten koste van een
ander organisme (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt. Het
vakgebied dat zich bezighoudt met parasieten is de parasitologie. Een
parasiet kan in het gast-organisme leven, in zo'n geval spreekt men
van een endoparasiet, of buiten het lichaam van het gast-organisme;
een ectoparasiet. De schade aan de gastheer is niet zo groot dat deze aan de
relatie ten onder gaat; in dit laatste geval spreken we van een parasitoïde.
Parasitisme is een van de vormen van symbiose; hoewel dit laatste woord ook
wel selectief voor vormen van samenleving wordt gebruikt die niet ten koste
van een van de partners gaan. Parasieten kunnen van groot tot heel klein
zijn. In volgorde van afnemende grootte: dier of plant, insect, schimmel,
bacterie, bacteriofaag, prion, springend gen.
Bij mens, dier en plant zijn vele parasieten beschreven. In
dit artikel worden ze opgesomd en in categorieën ingedeeld. Dit kan op veel
manieren, b.v. op taxonomische gronden (eencelligen (protozoa), of
meercelligen), op aard van het parasitisme (bloedparasieten, darmparasieten,
huidparasieten), of op grond van de gastheer (medische parasitologie,
veterinaire parasitologie). Hier volgt een kort en niet volledig overzicht
van humane parasieten.
Soorten vliegen:
-
Afvalvliegen (Heleomyzidae)
-
Blaaskopvliegen (Conopidae)
-
Bochelvliegen (Phoridae)
-
Boomschorsvliegen (Megamerinidae)
-
Boorvliegen (Tephritidae)
-
Breedvoetvliegen (Platypezidae)
-
Bromvliegen (Calliphoridae)
-
Bijenluizen (Braulidae)
-
Dansvliegen (Empididae)
-
Dazen (Tabanidae)
-
Echte vliegen (Muscidae)
-
Fruitvliegen (Drosophilidae)
-
Halmvliegen (Chloropidae)
-
Horzels (Oestridae)
-
Luisvliegen (Hippoboscidae)
-
Oevervliegen (Ephydridae)
-
Roofvliegen (Asilidae)
-
Slakkendoders (Sciomyzidae)
-
Slankpootvliegen (Dolichopodidae)
-
Sluipvliegen (Tachinidae)
-
Spillebeenvliegen (Micropezidae)
-
Spinvliegen (Acroceridae)
-
Vleesvliegen (Sarcophagidae)
|
|