Algemeen De kattenvlo (Ctenocephalides felis) is in
Nederland de meest voorkomende soort vlo, ook op mensen en honden. Ze laat
haar eieren (ca. 20 per dag, tot 600 gedurende haar leven) gewoon vallen,
die dan meestal in de slaapplaats van de kat zullen terechtkomen. De larven,
die eruit zien als kleine borstelige maden, maken drie vervellingen door en
voeden zich met dierlijk afval en met de ontlasting van hun ouders. Na de
verpopping komen ze uit en gaan liggen wachten tot er een gastheer
langskomt, die ze aan trillingen en diens lichaamswarmte kunnen waarnemen.
Met een sprong van tot enige decimeters kunnen ze deze vervolgens bereiken.
De ontwikkelingscyclus hangt af van temperatuur en voedselaanbod maar kan
ergens tussen 3 weken en 8 maanden liggen. Vooral mensen met katten die na
een periode van warm weer van vakantie terugkomen (als er dus niet
gestofzuigd is) worden wel eens massaal besprongen door kattenvlooien bij
het weer betreden van het huis.
foto 1: volwassen kattenvlo
foto 2: kop kattenvlo
Vlooienbeten
De aanwezigheid van kattenvlooien kan bij mens en dier ernstig jeuken.
Meestal gaat dit gepaard met een allergische reactie tegen het
anti-coagulatie enzym, die aanwezig is in het slijm van de vlo. Dit enzym is
nodig om de vlooienbeet open te houden. om het bloed vloeibaar te houden.
Neveneffecten
Kattenvlooien zijn een tussengastheer van de lintwormen hymenolepis nana en
Dipylidium caninum (foto 4) en kunnen dus de lintwormen
overbrengen.
foto 3: volwassen kattenvlo
foto 4: Dipylidium caninum
Bestrijding
Vlododende middelen
Deze middelen moeten aan twee voorwaarden voldoen: ze mogen niet giftig zijn
voor de gastheer (het huisdier) en ze moeten de vlo zo snel mogelijk doden,
voordat deze zich kan voortplanten. Bekende middelen zijn: Beaphar,
Frontline, Advantage, Cyflee, Stronghold en Scaliborbanden en wasmiddelen.
Middelen die de voortplanting van de vlo
stoppen
Door de voortplanting van de vlooien te stoppen, wordt hun levenscyclus
doorbroken en sterft de vlooienpopulatie uit. Het enige werkzame middel is
lufenuron.