vislintworm


|
|
|
|
Beschrijving De brede vislintworm (Diphyllobothrium latum) is
een lintworm die bij vissen en visetende zoogdieren (waaronder de mens)
leeft en die een ingewikkelde en interessante voortplantingscyclus heeft.De worm kan tot 10 meter lang worden en wel 30
miljoen eieren per dag produceren. Hij bestaat uit een 1 mm brede kop of scolex, die in tegenstelliing tot de kop van de runder- en de
varkenslintworm, geen kransen van tandjes heeft maar groefjes. Aan de kop
zitten de door de kop geproduceerde geledingen of proglottiden, die naar
achteren toe steeds breder worden naarmate ze groeien, door voedingsstoffen
uit het maagdarmkanaal van de gastheer op te nemen. De proglottiden bestaan
voornamelijk uit eierstokken die ieder grote aantallen eieren produceren.
Aan het uiteinde van de lintworm breken de rijpe proglottiden af en verlaten
met de ontlasting het lichaam.
|
 |
Voortplantingscyclus De visetende gastheer, b.v mens of beer, heeft een lintworm die geledingen
gevuld met eieren afscheidt die met de ontlasting het lichaam verlaten.
De eieren komen in water uit en vrijzwemmende larven of (coracidia) komen
vrij.
Coracidia worden door watervlooien (copepoda) opgegeten.
In de watervlo ontwikkelt de larve zich tot een tussenstadium (procercoïde).
De watervlo wordt door een vis gegeten. De procercoïde ontwikkelt zich tot
een plerocercoïde in het vissenspierweefsel.
Als de vis door een grotere vis wordt gegeten kan de plerocercoïde op de
andere vis overgaan.
De eindgastheer eet rauwe of onvoldoende verhitte vis en krijgt de levende
plerocercoïde binnen. Deze ontwikkelt zich nu in de darm tot een lintworm.
Al na 2 weken kunnen er eieren worden geproduceerd. Hiermee is de cirkel
rond. |

vislintwormei |
Voorkomen In het gehele palearctische en nearctische gebied, Bij onder andere mens,
hond, vos, kat, nerts, beer en zeehond. Bij mensen in landen waar veel
(zoetwater)vis wordt gegeten, b.v. Scandinavië. Honden en katten worden wel
geïnfecteerd door het eten van (rauw) visafval.
Symptomen Vaak zijn er geen klachten; de infectie kan tientallen jaren lang blijven
bestaan. Als er wel klachten zijn, kunnen deze bestaan uit buikpijn,
overgeven, diarree en gewichtsverlies. Soms ontstaat er een tekort aan
vitamine B12 door concurrerende opname daarvan door de worm. Dit kan leiden
tot bloedarmoede.
|