home

 

osteoporose, botontkalking

register

 

ten

 

 

 

 

Achtergrond
Osteoporose is het gevolg van afgenomen botmassa en verstoring van de botmatrix. Dit leidt tot een afname van de sterkte van de botten en een verhoogd risico op botbreuken, van met name de wervelkolom, heup, pols, bovenarm en bekken. Het risico op breuken neemt toe met de leeftijd; het betreft met name personen, die ouder zijn dan 75 jaar.  E
en op de twee vrouwen en een op de vijf mannen van 50 jaar of ouder zal tenminste een botbreuk ten gevolge van osteoporose oplopen.

 

Oorzaken
Tussen het twintigste en dertigste levensjaar bereiken de botten hun maximale massa (piek-bot-massa). Voor een goede bot-opbouw zijn hoogwaardige voeding (niet teveel eiwit en suiker) met voldoende vitamine D en calcium, lichaamsbeweging/sport en bij voorkeur ten minste een kwartier per dag blootstelling aan zonlicht van belang. In het vierde of vijfde decade begint de bot-massa af te nemen. Dit is het gevolg van toegenomen afbraak van bot door osteoclasten en verminderde botvorming door osteoblasten. Leeftijdsgebonden veranderingen van de botten zijn de belangrijkste oorzaak van osteoporose. De afgenomen hoeveelheid oestrogenen na de menopauze verhoogd het risico op botverlies bij vrouwen. Botverlies bij mannen treedt vooral op vanaf het zeventigste levensjaar, en komt vaker voor bij mannen met tekorten in de productie van testosteron en oestrogeen. Een tekort aan vitamine D en hyperparathyreoïdie komen relatief veel voor bij ouderen en kunnen bijdragen aan de ziekte. Andere zaken die kunnen bijdragen zijn verminderde lichaamsbeweging, roken, meer dan 3 glazen alcoholhoudende drank per dag, langdurig gebruik van orale (via de mond ingenomen) glucocorticoïden (bijvoorbeeld prednison) en een afgenomen productie van IGF-1 (insuline-like growth factor).

 

Gradaties van Osteoporose
De World Health Organisation (WHO) onderscheidt verschillende gradaties van Osteoporose. De indeling is gebaseerd op de botmineraaldichtheidsmeting en het al dan niet optreden van osteoporotische fracturen. Dit impliceert dat de diagnose osteoporose alleen gesteld kan worden als er een botmineraaldichtheidsmeting is verricht. De indeling is als volgt: normaal; de botmineraaldichtheid is niet meer dan 1 standaarddeviatie (SD) lager dan de gemiddelde dichtheid bij jong volwassen vrouwen (‘piekbotdichtheid’); osteopenie; de botmineraaldichtheid is verminderd, maar er is nog geen sprake van osteoporose. De botmineraaldichtheid ligt tussen 1 en 2,5 SD onder de gemiddelde dichtheid bij jong volwassen vrouwen; osteoporose; de botmineraaldichtheid ligt meer dan 2,5 SD onder het gemiddelde jong volwassen vrouwen; ernstige osteoporose; osteoporose gaat gepaard met osteoporotische fracturen.

De definitie van de WHO wordt in de klinische praktijk veel gebruikt. Er is echter nog veel onduidelijkheid over de referentiewaarden die gebruikt zouden moeten worden bij vrouwen, en vooral ook bij mannen.

 

Soorten Osteoporose
Er zijn verschillende typen osteoporose.

  • Postmenopauzale osteoporose wordt veroorzaakt door een tekort aan oestrogeen, het voornaamste vrouwelijke hormoon, dat bijdraagt aan de regulering van de opname van calcium in het bot bij vrouwen. Gewoonlijk treden bij vrouwen de symptomen op tussen de 51 en 75 jaar, maar het kan ook eerder of later beginnen. Niet alle vrouwen lopen hetzelfde risico van het ontstaan van postmenopauzale osteoporose. Zo lopen blanke en Aziatische vrouwen meer kans op deze aandoening dan negroïde vrouwen.

  • Seniele osteoporose is waarschijnlijk het gevolg van een leeftijdsafhankelijk calciumgebrek en een gebrek aan evenwicht tussen de snelheid waarmee het bot wordt afgebroken en waarmee nieuw bot wordt aangemaakt. Seniel betekent alleen dat deze aandoening bij ouderen voorkomt. Gewoonlijk treft deze aandoening ouderen boven de 70 jaar en tweemaal zo veel vrouwen als mannen. Vrouwen lijden vaak zowel aan seniele als aan postmenopauzale osteoporose.

  • Minder dan 5% van de mensen met osteoporose lijdt aan secundaire osteoporose. Dit type osteoporose wordt veroorzaakt door een andere aandoening of door geneesmiddelen. De oorzaak kan een aandoening zijn als chronische nierinsufficiëntie en hormoonstoornissen (vooral schildklier-, bijschildklier- en bijnieraandoeningen) en het gebruik van geneesmiddelen als corticosteroïden, barbituraten, anticonvulsiva en te grote hoeveelheden schildklierhormoon. Roken en overmatig alcoholgebruik kunnen de aandoening verergeren.

  • Idiopathische juveniele osteoporose is een zeldzaam type waarvan de oorzaak nog niet is achterhaald. Het komt voor bij kinderen en jongvolwassenen met normale hormoonspiegels en -functie, normale vitaminespiegels en zonder duidelijk aanwijsbare reden voor het hebben van zwakke beenderen.

Botvorming
Bot bestaat uit een bindweefselrijk losmazig netwerk, dat versterkt wordt door mineralen, vooral calcium en fosfor. Er zijn 2 vormen bot:
1. het compacte corticale bot bevindt zich ter hoogte van de buitenste lagen van het skelet, terwijl
2. het trabeculair of medullair bot vooral de holle ruimten van het skelet opvult.
De verhouding corticaal-trabeculair bot is niet constant en varieert van plaats tot plaats. Wervels bestaan hoofdzakelijk uit trabeculair bot, terwijl het bovenste gedeelte van het dijbeen vooral corticaal bot bevat.
Het beenderstelsel is een dynamisch systeem, waarbij voortdurende remodeling (ombouw) plaatsvindt tijdens het gehele leven. Osteoclasten ruimen bot op, terwijl osteocyten bot aanmaken. Dit leidt ter hoogte van het botoppervlak tot voortdurende remodeling met opvullen van caviteiten. Het proces van botafbraak en botopbouw zijn in normale omstandigheden aan mekaar gekoppeld.

 

Facts and Figures

  • Wereldwijd krijgt één op de 3 vrouwen en één op de 8 mannen boven de 55 jaar osteoporose

  • In Nederland hebben ruim 800.000 mensen osteoporose (bron: RIVM)

  • Jaarlijks breken in Nederland ruim 83.000 mensen boven de 55 jaar een skeletdeel als gevolg van osteoporose (bron: CBO)

  • ruim 15.000 heupbreuken, hiervan overlijdt 33% van de mannelijke en 24% van de vrouwelijke patiënten binnen één jaar!

  • ruim 12.000 mensen pols of onderarm breuken,

  • bijna 16.000 wervelbreuken worden geregistreerd (slechts 1 op de 3 wervelbreuken wordt door een arts gezien),

  • ruim 40.000 andere botbreuken (rib, schouder en dergelijke).

  • Bij mensen onder de 55 jaar worden geen osteoporose gegevens bijgehouden, maar osteoporose komt wel bij jongeren voor.

  • 80% van de mensen met osteoporose weet zelf niet dat ze het hebben (zij zijn niet gediagnosticeerd)

  • 80% van de mensen met een gediagnosticeerde osteoporose wordt niet adequaat behandeld met anti-osteoporose medicijnen

  • 80% van de mensen boven de 55 jaar, die met een breuk in het ziekenhuis komen, wordt niet nader onderzocht op osteoporose

  • Uit onderzoek blijkt dat in de meeste gevallen osteoporose pas wordt ontdekt wanneer men iets breekt!

  • Er kan veel gedaan worden om te voorkomen dat u het krijgt, maar dan moet u er wel tijdig bij zijn. Juiste behandeling kan de kans op een (volgende) breuk met 50% doen verminderen

  • 78% van de behandelde patiënten stopt de behandeling binnen één jaar, terwijl een juiste behandeling 3 – 5 jaar moet worden volgehouden!

Klachten en verschijnselen
De klinische verschijnselen van osteoporose zijn fracturen ter hoogte van wervels, heupen, dijbenen en polsen.Wervelfracturen komen meer voor bij vrouwen en treden vooral op tussen de derde borstwervel en de derde lendewervel. Deze fracturen kunnen optreden tijdens gewone dagelijkse werkzaamheden zoals bukken, tillen of opstaan uit een stoel of uit bed. Dit leidt tot acute, ernstige, gelokaliseerde rugpijn, die meestal verdwijnt na enkele maanden. Soms blijft de pijn bestaan t.g.v. verstoring in de spierspanning. Wanneer echter een wervel geleidelijk aan inzakt kan dit leiden tot een fractuur. Deze is dan pijnloos en enkel op een rontgenfoto te zien. Wanneer dit gebeurt bij meerdere wervels zijn verlies in lichaamslengte en/of het ontwikkelen van een bochel dikwijls de enige kenmerken.Osteoporose is dikwijls de oorzaak van heupfracturen met de nodige verwikkelingen zoals ziekenhuisopname, depressie en onvoldoende herstel van mobiliteit na de operatie. De meeste patienten herstellen qua mobiliteit niet volledig en 20% overlijdt binnen het jaar. Polsbreuken leiden tot functieverlies gedurende 4-8 weken doch herstellen meestal volledig.
Bij een lage botmassa en/of een botbreuk na een mineur trauma moet steeds aan osteoporose gedacht worden. Osteomalacie, hyperparathyreoidie, hyperthyreoidie, de ziekte van Kahler, hypercorticisme en andere oorzaken moeten eerst uitgesloten worden. Fracturen van de heup en pols kunnen ook bij jonge mensen optreden en zijn niet altijd het gevolg van osteoporose.

 

Risicofactoren bij vrouwen zijn onder andere

  • familieleden met osteoporose

  • onvoldoende calciuminname via de voeding

  • gebrek aan lichaamsbeweging

  • behorende tot het blanke of Aziatische ras

  • fijngebouwd

  • nooit zwanger geweest

  • vroege menopauze

  • roken

  • overmatig alcohol gebruik

  • gebruik van bepaalde geneesmiddelen (bv corticosteroiden)