home

 

Ulcus cruris, open been

register

 

ten

 

 

 

 

Inleiding
Een open been of ulcus cruris is een open plek of zweer aan het onderbeen. Zo'n plek zit meestal aan de binnenkant bij de enkel of het onderbeen en geneest langzaam. De zweer doet meestal geen pijn, maar kan wel stinken en veel vocht afgeven. Voordat de open plek ontstaat, zijn er meestal al langdurig afwijkingen in de omgeving aanwezig, zoals vochtophopingen om de enkels (oedeem), spataderen en bruine verkleuringen.

 

Hoe ontstaat het?
Een open been wordt meestal veroorzaakt door een langdurige stoornis in de bloedvaten (aders). De aders zorgen voor de afvoer van bloed uit het been.
Het bloed dat door het hart het lichaam wordt ingepompt, brengt zuurstof en voedingstoffen naar de weefsels en wordt aangevoerd door de slagaders. Op de terugweg naar het hart neemt het bloed afvalstoffen mee uit de weefsels. De afvoer gaat door de aders. De terugweg vanuit de voeten en de onderbenen gaat tegen de zwaartekracht in. Het bloed wordt daarbij geholpen door kleppen in de aders en de zogenoemde spierpomp in de benen.
Wanneer we lopen, trekken de kuitspieren zich samen: ze worden korter en dikker. De aders worden daardoor platgedrukt en leeggeknepen. Dankzij kleppen in de aders stroomt het bloed dan omhoog, maar kan het niet omlaag.
Als die kleppen niet goed werken, kan het bloed terug omlaag vloeien. Soms is de spierpomp niet sterk genoeg, waardoor er onvoldoende kracht is om het bloed tegen de zwaartekracht in omhoog te pompen. Wanneer deze samenwerking van spieren, aders en kleppen tekort schiet voor het afvoeren van het bloed, spreken we van veneuze insufficiëntie. Deze aandoening is bijna altijd chronisch.

 

Symptomen
Bij een slechte bloedafvoer stagneert het afvoeren van vocht uit de weefsels. Het vocht hoopt zich op; Een moe, zwaar gevoel in de benen is vaak het eerste verschijnsel van een afvoerstoornis van de bloedvaten. In de loop van de dag worden de enkels dikker door vochtophoping (oedeem). Na verloop van tijd worden uitgezette adertjes en spataderen zichtbaar. Er kunnen bruine verkleuringen en eczeemplekken ontstaan. Ook kunnen onderhuidse verhardingen optreden.
De huid wordt dunner, op sommige plaatsen ook harder, en kan verkleuren naar bruin en/of wit. Uiteindelijk kan er zonder direct aanwijsbare reden of na een kleine beschadiging een wond ontstaan die niet meer vanzelf geneest: het open been. Rond het open been kan de huid strak en glanzend zijn.
Een open been kan ook ontstaan door een stoornis in het aanvoerende, slagaderlijke systeem door een vernauwing van de slagaderen, zodat er te weinig zuurstof en voedingsstoffen in de weefsels komen, waardoor deze afsterven. Dit leidt tot zeer pijnlijke open plekken die in het algemeen moeilijk genezen. Meestal bevinden deze open plekken zich aan de voeten en tenen.

 

Onderzoek
Een open been is meestal met het blote oog te herkennen.
Soms is aanvullend onderzoek nodig naar de oorzaken van het open been, zoals een Doppler-onderzoek, plethysmografie en Röntgenonderzoek.

  • Doppler-onderzoek
    Het stromen van het bloed wordt hoorbaar gemaakt. Net als bij de sirene van de brandweer is dan te horen, in welke richting het stroomt: naar het hart toe of er vanaf.

  • Plethysmografie
    Hiermee meet mn hoeveel bloed er omhoog wordt gepompt en hoe snel de aders zich weer vullen.

  • Röntgen-onderzoek
    Soms is Röntgen-onderzoek nodig. Dan wordt een contrastvloeistof in de aders gespoten, zodat deze op foto's zichtbaar worden.

Behandeling
Om een open been te laten genezen moet de bloeddoorstroming zo goed mogelijk hersteld worden. Dan verbetert de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen, zodat de wond kan genezen. Het verbeteren van de bloedafvoer gebeurt met een speciaal drukverband en bewegingsoefeningen. Ook wordt de wond zelf verzorgd en behandeld.

 

Drukverband
Het verband wordt aangelegd met twee zwachtels en moet een stevige druk uitoefenen. Zo'n drukverband loopt vanaf de voorvoet tot aan de knie. Bij de enkel is de druk het grootst, naar boven toe wordt de druk wat minder. Op die manier kan het bloed in de aders niet meer zo makkelijk omlaag stromen en brengen de bewegingen van de kuitspier meer bloed omhoog. Een drukverband moet regelmatig opnieuw worden aangelegd, omdat het niet te slap mag zitten. Het blijft dag en nacht zitten. Het zwachtelen van het been kan door specialist of huisarts worden voorgeschreven. In totaal kan de behandeling een paar weken tot maanden duren.

 

Bewegen met de benen
Het drukverband werkt pas goed wanneer de kuitspieren worden gebruikt. De patiënt moet dus veel lopen en het been bewegen. Hierdoor wordt de spierpomp actief en pas dan kan het open been genezen. De combinatie van drukverband en bewegen heet "ambulante compressietherapie".
Langdurig rusten met het been op een stoel of in een bed, zoals dat vroeger gebeurde, is niet juist, omdat de kuitspieren niet worden gebruikt. Bovendien worden spieren en gewrichten stijf en neemt de kans op een (hernieuwde) trombose toe. Wanneer erg veel pijn bestaat kan een korte rustperiode gewenst zijn. Ook na transplantatie, waarbij een stukje huid van een andere plaats (meestal het bovenbeen) op de open plek wordt overgebracht, is soms enkele dagen bedrust nodig, maar nadien wordt de behandeling met een drukverband weer voortgezet, waarbij men zo veel mogelijk moet lopen.

 

Wondverzorging
Bij het opnieuw aanleggen van het drukverband wordt ook de wond zelf verzorgd of behandeld.
Soms moet de wond worden bedekt met een stukje gezonde huid, meestal een lapje uit het bovenbeen.

 

Elastische kous
Wanneer het open been is genezen, moet u een speciale elastische kous dragen. De kousen moeten blijvend worden gedragen en moeten geregeld worden vernieuwd.

 

Operatie
Als een aanvoerstoornis door een vernauwing in één of meer slagaderen de oorzaak is van een niet-genezend open been, kan men trachten met een catheter deze vernauwing in de slagader op te heffen (dotteren) of een omleidingsweg (by-pass) te maken. Bij het dotteren schuift men in de catheter een tweede dunnere catheter die eindigt in een langgerekt ballonetje. Dat ballonnetje wordt ter plekke van de vernauwing opgeblazen, waardoor het vat wordt opgerekt en de vetaanslag als het ware wordt uitgesmeerd.

 

Wat kunt u zelf doen?
Om de kuitspierpomp te stimuleren kunt en een aantal dingen doen:

  • Maak iedere dag een korte wandeling.

  • Blijf niet te lang achter elkaar zitten of staan.

  • Laat uw benen uitrusten op een voetenplankje als u zit en niet beweegt.

  • Voorkom overgewicht

Kleding en schoeisel

  • Uw schoenen mogen niet knellen.

  • Draag geen strakke kniekousen, panties, broeken.