home

 

syndroom van Klinefelter

register

 

syndromen /
ziekte van....


Harry Klinefelter

 

Beschrijving
Het Syndroom van Klinefelter of Klinefelter-syndroom is een genetische aandoening bij de man waarbij hij in zijn cellen ten minste een X-chromosoom te veel heeft. Het syndroom komt in meer varianten voor, waarvan de eenvoudigste 47,XXY-karyotype heet, dat wil zeggen dat er 47 chromosomen per cel zijn waarvan XXY de geslachtchromosomen zijn. Deze variant wordt daarom ook wel het XXY syndroom genoemd. De Klinefelter varianten 48,XXXY en 49,XXXXY met nog meer X-chromosomen teveel hebben vergelijkbare klinische beelden. Het beeld werd voor het eerst beschreven door Harry Klinefelter in 1942. Het komt voor bij 1 op de 500 à 1000 mannelijke geboortes.

Geschiedenis
In 1942 publiceerden Harry Klinefelter, Fuller Albright en hun medewerkers in het ziekenhuis van Massachusetts een rapport over 9 mannen die gekenmerkt werden door borstvorming, weinig gelaats- en lichaamshaar, kleine testikels en een ontbrekende zaadcelvorming. In de jaren vijftig kon men het aantal chromosomen van de mens bepalen. Men ontdekte dat de mannen die Harry Klinefelter beschreef een afwijkend aantal X chromosomen hadden en noemde de afwijking naar hem.

 

Wat is XXY?
Chromosomen bestaan uit DNA en zijn de dragers van de genetische (erfelijke) eigenschappen. De chromosomen zijn in bepaalde stadia van de celcyclus zichtbaar te maken. Mannen en vrouwen hebben gewoonlijk twee geslachtschromosomen. Vrouwen erven twee X-chromosomen, van elke ouder één. Mannen erven een X-chromosoom van hun moeder en een Y-chromosoom van hun vader, dus een jongen heeft de chromosomen XY en een meisje heeft de chromosomen XX.

Bij het syndroom van Klinefelter krijgt de man een of meer X-chromosomen te veel.

 

Wat veroorzaakt het Klinefelter-syndroom?
Waardoor het syndroom van Klinefelter wordt veroorzaakt weet men nog niet exact. Bij zoogdieren met meer dan een X-chromosoom worden alleen de genen op één ervan tot uitdrukking gebracht terwijl de andere worden geblokkeerd. Dit gebeurt zowel bij afwijkende mannen met XXY als bij normale vrouwen met XX chromosomen. Maar een klein aantal genen met corresponderende genen op het Y-chromosoom wordt niet geblokkeerd en deze leiden mogelijk tot Klinefelters syndroom. Het doorgeven van maar één X-chromosoom kan op twee manieren misgaan:

  1. bij de bevruchting, waardoor mannen niet de chromosomen XY krijgen maar XXY, XXXY, XXYY, XXXXY ontstaat. Deze mannen zijn nooit vruchtbaar. De variant XXYY met een Y-chromosoom te veel wordt niet meer geheel als Klinefelter beschouwd en moet nog een nieuwe naam krijgen.

  2. na de bevruchting: er ontstaat een Klinefeltermozaïek 46,XY/47,XXY. Deze mannen hebben naast normale cellen ook cellen met een X-chromosoom te veel. Sommige mannen kunnen vruchtbaar zijn.
    Het extra X-chromosoom is in ongeveer 50 procent van de gevallen afkomstig van de vader[3]. De kans op Klinefelter neemt iets toe als vader of moeder 'oud' zijn.

Het extra X-chromosoom bij de mozaïekvariant is altijd afkomstig van de moeder. Er vindt namelijk een normale bevruchting plaats: het X-chromosoom is afkomstig van de moeder, het Y-chromosoom van de vader. Na de bevruchting gaat een X-chromosoom in een cel in de fout waardoor er een dubbel X-chromosoom ontstaat.


Diagnose
Soms al bij vruchtwaterpunctie in de zwangerschap; soms echter ook pas bij uitblijven van tekenen van puberteit, bij onderzoek naar gynecomastie of bij vruchtbaarheidsonderzoek ivm niet-vervulde kinderwens. De diagnose kan worden gesteld door karyotypering.
 

Wat zijn de gevolgen?
Mannen die de afwijking hebben, zijn langer dan gemiddeld en hebben disproportioneel lange armen en benen. Ze hebben kleine testikels (10 ml). Meestal zijn ze steriel. Vaak hebben ze een laag testosterongehalte. Ongeveer een derde van de patiënten heeft gynecomastie (borstvorming) en een hoger risico op borstkanker. Ook is er sprake van verminderde haargroei en spiermassa en een predispositie voor leermoeilijkheden en verminderde verbale ontwikkeling. Ze zijn meestal niet geretardeerd, het IQ is gerelateerd aan het aantal extra X-chromosomen: hoe meer chromosomen hoe lager gemiddeld het IQ uitvalt. De XXY hebben een normale intelligentie. Bij nog meer X-chromosomen neemt het IQ af. Een probleem bij deze mannen is ook dat ze zich moeilijker kunnen concentreren en vaak last hebben van dyslexie en andere taalstoornissen, waardoor ze minder intelligent lijken. De levensverwachting is in principe normaal.

 

Voorts komt een aantal ziekten/afwijkingen bij deze mensen vaker voor:

  • Hypothyreoïdie

  • Diabetes type II met insulineresistentie

  • een grotere dan normale pulparuimte in de tanden (taurodontie)

  • SLE (lupus erythematodes)

  • Kiemceltumoren

  • Borstkanker: 50x verhoogde kans tov normale mannen

  • Longziekten zoals chronische bronchitis. Het is belangrijk niet te roken.

  • Spataderen

Therapie
Er bestaat geen therapie voor Klinefelter syndroom. Men kan met behulp van testosteron wel het leven veraangenamen en vele late gevolgen verminderen, met name de botontkalking. Testosteron zorgt voor meer libido, voor een betere spieropbouw en is ook noodzakelijk voor de opbouw van de botten. Zonder testosteron krijgt men osteoporose. Daarom alleen al is het noodzakelijk om testosteron op een kunstmatige manier toegediend te krijgen. Testosteron zorgt ook voor meer beharing op het lichaam (en minder beharing op het hoofd: mannelijke kaalheid). Storende borstvorming (bij 10-33% van de patiënten) kan door middel van plastische chirurgie worden gecorrigeerd. Testosteron kan in de vorm van een intramusculaire depot-injectie elke drie weken, dagelijks in de vorm van tabletten of ook dagelijks in de vorm van een gel toegediend worden. Vroeger had men ook pleisters die men op het scrotum moest plakken. Deze waren lastig in gebruik en duur. Een nieuwere pleister, Androderm® die ook op andere plaatsen kan worden geplakt is nog niet in Nederland verkrijgbaar. Ook deze geeft overigens wel huidirritatie bij veel mannen.