tenCampylobacter bacterie
|
|
Inleiding Campylobacter is een geslacht van
gram-negatieve bacteriën dat behoort tot de veroorzakers van de meest
voorkomende zoönosen. De bacterie bestaat uit een krom, dun, 1,5 tot 5 µm
groot staafje. De bacterie komt voor bij pluimvee, vogels, jonge honden,
katten, varkens, runderen, knaagdieren, schapen, vliegen en zwijnen.
Bij veel dieren is de bacterie een normale darmbacterie. Ook komt de
bacterie voor in ondiep grondwater en oppervlaktewater. Zowel in België als
in Nederland worden per jaar ruim 100.000 mensen besmet, waarvan er 600 in
het ziekenhuis belanden. Enkele tientallen mensen, waarvan vooral ouderen,
overlijden per jaar.
Besmetting van de mens treedt op via besmet voedsel (voedselinfectie), water
en door contact met dieren en uitwerpselen van besmette mensen en uit zich
in acute, waterige en soms bloederige diarree met heftige buikkrampen en
koorts. Vooral kinderen van 1 tot 4 jaar hebben een verhoogde kans op
besmetting.
Therapie bij gastro-enteritis veroorzaakt door Campylobacter bestaat uit het
bestrijden van vocht- en mineralenverlies. Bij tevoren gezonde patiënten
zijn antibiotica niet aangewezen, omdat er nauwelijks invloed is op de duur
van de symptomen.
Antibiotica zijn geïndiceerd bij de volgende groepen:
-
ernstig gedehydreerde patiënten;
-
patiënten met infecties van de bloedbaan;
-
patiënten met hoge koorts en bloederige
diarree;
-
patiënten met meer dan één week
gastro-intestinale klachten;
-
patiënten met een verhoogd risico op
complicaties;
-
Het percentage humane isolaten dat
resistent is tegen quinolonen (bijvoorbeeld ciprofloxacin) schommelt al
enkele jaren tussen 15 en 30%. (Pelt04) In Nederland worden
gastro-intestinale infecties met Campylobacter daarom behandeld met een
macrolide zoals clarithromycine of azithromycine.
|
|