Pneumokokkenziekten is een
verzamelnaam voor ziekten die
worden veroorzaakt door de
bacterie Streptococcus
pneumoniae. Er bestaan 90 typen
van deze bacterie. Tegen 7
veelvoorkomende daarvan is een
vaccin ontwikkeld. Pneumokokken
zitten vaak achter in de keel
van gezonde kinderen en
volwassenen. Vaker bij kinderen
dan volwassenen. Besmetting
vindt plaats door hoesten of
niezen. Maar weinig van de
besmette personen worden ziek.
Als dat echter wel gebeurt,
kunnen pneumokokken leiden tot
levensbedreigende ziekten als
hersenvliesontsteking
(meningitis), bloedvergiftiging
(sepsis) en ernstige
longontsteking (pneumonie).
Vooral bij kinderen onder de
twee jaar en ouderen komt de
ziekte veel voor. De
incubatietijd varieert van
minder dan een dag (bij
bloedvergiftiging) tot een week
(bij hersenvliesontsteking).
Ziekteverschijnselen
-
Eerst grieperig gevoel.
-
Sneller verergering met hoge koorts.
-
Nekstijfheid (symptoom van
hersenvliesontsteking).
-
Bloedingen in de huid (wijst op
bloedvergiftiging).
-
Ziekteverschijnselen specifiek bij baby’s
-
Luierpijn, prikkelbaarheid, koorts of
ondertemperatuur, sufheid of grauwheid.
Complicaties
-
Soms stollingen in de bloedsomloop (bij
bloedvergiftiging).
-
Handen en voeten die geamputeerd moeten worden.
-
Littekenvorming.
-
Doofheid.
-
Problemen met de motoriek (bewegen).
-
Leer- of gedragsproblemen.
-
Epilepsie.
-
Overlijden (15 tot 20% van iedereen die
hersenvliesontsteking door pneumokokken krijgt).
Pneumokokkenziekte kan behandeld worden met een
antibioticumkuur. Maar omdat de ziekte zo snel erger wordt, loopt een
antibioticumkuur vaak achter bij de feiten. Dan is er vaak al onherstelbare
schade aangericht.
Het nut van vaccinatie
De pneumokokkenvaccinatie, die in april 2006 onderdeel werd van het RVP,
beschermt tegen 7 typen pneumokokken. Deze typen horen bij de belangrijkste
veroorzakers van pneumokokkeninfecties bij jonge kinderen. Vaccinatie tegen
pneumokokken kan naar verwachting jaarlijks 78 sterfgevallen, 85 gevallen
van hersenvliesontsteking, 308 gevallen van bloedvergiftiging en 1800
gevallen van longontsteking en 52.000 gevallen van middenoorontsteking onder
de totale bevolking voorkomen.
Het vaccinatieschema
De vaccinatie tegen pneumokokken wordt tegelijk gegeven met de inenting
tegen DKTP-Hib(-HepB), maar op een andere plaats ingespoten. Kinderen
krijgen de prik vier keer: met 2, 3, 4 en 11 maanden.
Mogelijke bijwerkingen van
pneumokokkenvaccinatie
-
Verschijnselen rond de prikplek (pijn, roodheid,
zwelling).
-
Koorts, huilen hangerigheid.
-
Langdurig (langer dan 3 uur) ontroostbaar huilen
(bij circa 1 op de 500 tot 2000 kinderen).
-
Collaps (wegraken) (bij minder dan 1 op de 1000
kinderen).
-
Zeer hoge koorts (komt heel zelden voor).
-
Koortsstuipen (bij minder dan 1 op de 10.000
kinderen).