Algemeen Cholera is een acute infectieziekte,
veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholerae. Deze bacterie vermenigvuldigt
zich in de darmen en produceert toxine, maar penetreert niet in de bloedbaan
of andere weefsels. Er bestaan verschillende serotypen; op dit moment wordt
het merendeel van de ziektegevallen veroorzaakt door het biotype El Tor. De
'klassieke' Vibrio cholerae, net als het El Tor biotype behorend tot
serotype O1, veroorzaakt geen epidemieën. In 1993 is in Bangladesh, India en
Thailand een nieuw epidemisch type ontdekt, serotype O139. Deze heeft zich
sindsdien over de gehele wereld verspreid. In Nederland komt de ziekte
uitsluitend als importziekte voor (0-10 jaar). Reizigers worden in
endemische gebieden slechts zeer zelden geïnfecteerd.
Ziekteverschijnselen Cholera verloopt in 85% van de gevallen asymptomatisch, maar kan ook (zelden) zeer ernstig en zelfs fataal verlopen.
De ziekte is van korte duur. Het begin is acuut met braken en hevige,
kortdurende diarree ('rijstwater'). Er kan een snelle uitdroging met shock
optreden. De patiënt heeft geen koorts en klaagt ook niet over buikkrampen.
Lichter verlopende vormen van cholera kunnen een klinisch beeld hebben dat
lijkt op een enteritis, veroorzaakt door Shigella of Salmonella. De
asymptomatische infectie komt vaker voor dan het 'klassieke' ziektebeeld.
Met name een infectie met het biotype El Tor verloopt vaak veel milder of
zonder symptomen. De reiziger naar gebieden, waar cholera heerst, vertoont
bij een besmetting zelden het ernstige ziektebeeld. De autochtone bevolking
krijgt veel vaker door verminderde weerstand een ernstig verlopende
cholera-infectie. De complicaties van de asymptomatische infectie zijn shock
met nierinsufficiëntie. Andere complicaties zijn zeldzaam. De letaliteit van
niet behandelde gevallen is bij lokale explosies van de ziekte hoog, vaak
hoger dan 50%. Bij adequate behandeling bedraagt de letaliteit slechts 5%.
Diagnostiek De diagnose wordt in de tropen tijdens een epidemie van de
ziekte vastgesteld op het klinische beeld. Tijdens een epidemie moet men
twijfelgevallen behandelen als cholera.
De diagnose in individuele gevallen, zonder dat er een epidemie gaande is,
kan veel moeilijker zijn. Het aantonen van de bacterie bevestigt de
diagnose. De bacterie kan gekweekt worden uit de faeces en kan zichtbaar
gemaakt worden met een donkerveld of fasecontrast-microscoop. Bij een
ziektebeeld passend bij cholera en isolatie van non-O1 Vibrio cholerae dient
de stam naar het RIVM gezonden te worden om na te gaan of het de O139 stam
betreft.
Een betrouwbare serologische test bestaat niet.
Incubatietijd Enkele uren tot vijf dagen. Meestal twee tot drie dagen.
Besmettingsweg De mens raakt besmet door het nuttigen van besmet water of
voedsel. Het water wordt besmet door feces of braaksel van patiënten. Het biotype El Tor overleeft doorgaans vijf tot tien dagen in water of voedsel,
maar kan ook tot maximaal zes weken overleven. De infectie kan zich ook
verspreiden door het nuttigen van onvoldoende verhitte melk of voedsel en
groenten, welke met besmet water in aanraking zijn geweest. Ook via honden
en vliegen kan de vibrio verspreid worden. Direct contact met feces of
braaksel van een patiënt is eveneens een besmettingsweg.
Besmettelijkheid De ‘klassieke’ cholerabacterie kan tijdens de
incubatieperiode in de feces gevonden worden. Tijdens de acute fase is de
patiënt besmettelijk en blijft dat tot ongeveer een week na het verdwijnen
van de verschijnselen.
De Vibrio El Tor daarentegen kan men tot enkele weken en soms zelfs maanden
na de ziekteperiode in de feces isoleren.
Er zijn geen chronische dragers van de ‘klassieke’ cholera (V. cholerae).
Chronisch dragerschap van biotype El Tor komt wel voor. Dit dragerschap kan
maanden en soms zelfs jaren bestaan. Antibiotica (tetracycline) kunnen deze
periode van dragerschap bekorten.
Therapie De behandeling bestaat uit snelle rehydratie met fysiologisch
zout, aangevuld met kalium en bicarbonaat. Snellopende infusen zijn soms
nodig om de vloeistofbalans in evenwicht te krijgen en te houden. Bij de
meeste patiënten kan met Oral Rehydration Salts (ORS) worden volstaan.
Tetracycline of cotrimoxazole (bij kinderen; 40 mg/kg) is het middel van
keus. Het verkort de ziekteperiode en de uitscheidingsduur. |