Bordetella Pertussis
|
|
Algemeen
Difterie wordt veroorzaakt door een bacterie (Corynebacterium
diphteriae) die zich gemakkelijk vermeerdert. De bacterie produceert een
gifstof die de weefsels beschadigt. Vooral de bovenste luchtwegen lopen
schade op, maar ook het weefsel van het hart en het zenuwstelsel raken
aangetast.
Besmetting vindt plaats van mens op mens door hoesten en niezen, of door
contact met opgehoest materiaal of pus van een wond. Ook besmette melk of
besmet voedsel kan de ziekte veroorzaken. De incubatietijd is 2 tot 5 dagen.
Iemand kan besmet zijn met de difteriebacterie zonder zelf ziek te zijn,
maar kan anderen dan wel ongemerkt besmetten.
Ziekteverschijnselen
-
Keelpijn, hangerigheid en koorts.
-
Slikklachten, misselijkheid en overgeven komen.
-
Bij keeldifterie: een grijze aanslag op de amandelen en
in de keelholte.
-
Soms is de hals sterk opgezwollen. Als dit heel erg is,
kan iemand het benauwd krijgen en zelfs stikken.
-
Soms alleen een neusinfectie.
Complicaties
Difterie kan tot verstikkingsgevaar leiden. Bij 10 tot 20% van de patiënten
tast het gif van de bacterie de hartspier aan. Ook het zenuwstelsel kan
beschadigd raken. Verder kan iemand zich erg verslikken, gaan scheel kijken
of minder goed zien. Later kan spierzwakte van de ledematen optreden. De
complicaties kunnen dodelijk zijn. De risico’s zijn het grootst bij jonge
baby’s en heel oude mensen. Difterie kan behandeld worden met
difterieantitoxine en antibiotica. Maar dit doet niets tegen al ontstane
schade.
Het effect van vaccinatie
Tot na de Tweede Wereldoorlog kregen elk jaar gemiddeld 3.000 mensen
difterie, met uitschieters tot enkele tienduizenden patiënten in beide
wereldoorlogen. 5 tot 10% van de patiënten ging dood, bij de rest duurde het
herstel lang en er was soms blijvende schade. Sinds de start van de
grootschalige vaccinatie in de jaren vijftig is de ziekte bijna verdwenen.
De difterievaccinatie zit sinds 1957 in het Rijksvaccinatieprogramma. Als
iemand volledig gevaccineerd is (zes prikken) is hij of zij ongeveer tien
jaar beschermd. Voor extra bescherming, bijvoorbeeld vanwege een verre reis,
is het verstandig een herhalingsvaccinatie te halen.
Het vaccinatieschema
-
DKTP-Hib: op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden.
(Kinderen met een verhoogde kans op hepatitis B krijgen bij 2, 3, 4 en 11
maanden het DKTP-Hib-HepB-vaccin.)
-
DKTP: op de leeftijd van 4 jaar.
-
DTP: op de leeftijd van 9 jaar.
-
Revaccinatie met DTP bij reizen naar gebieden met
difterie.
De DKTP-Hib(-HepB) wordt tegelijk gegeven met de inenting
tegen pneumokokkenziekte, maar wordt op een andere plaats ingespoten.
Mogelijke bijwerkingen van de DKTP-Hib(-HepB)-vaccinatie
-
Verschijnselen rond de prikplek (pijn, roodheid,
zwelling).
-
Koorts, huilen hangerigheid.
-
Langdurig (langer dan 3 uur) ontroostbaar huilen (bij
circa 1 op de 500 tot 2000 kinderen).
-
Collaps (wegraken) (bij minder dan 1 op de 1000
kinderen).
-
Verkleurde benen (bij minder dan 1 op de 1000
kinderen).
-
Zeer hoge koorts (komt heel zelden voor).
-
Koortsstuipen (bij minder dan 1 op de 10.000 kinderen).
Bijwerkingen van de DKTP- en DTP-vaccinatie zijn milder
dan die van het DKTP-Hib-(HepB-)vaccin. Dat komt doordat de kinderen ouder
zijn als ze de DKTP- en DTP-prik krijgen en doordat de vaccins anders van
samenstelling zijn. Oudere kinderen kunnen wel, zoals bij elke injectie,
flauwvallen. |
|