listeriose, voedselvergiftiging door bacterie |
|||||
|
Ziekteverwekker Listeriose wordt veroorzaakt door Listeria Monocytogenes, een saprofytaire (in aarde en grondwater levende) bacterie, die voorkomt bij mens en dier. Besmettingsbron en wijze van overdracht De belangrijkste bronnen van besmetting zijn de bodem, dieren (vooral schapen, geiten en runderen) en voedingsmiddelen. Alhoewel de bacterie vrijwel overal voorkomt, raakt de mens bijna altijd geïnfecteerd door het eten van besmette voedingswaren. Besmetting van de voedingsmiddelen treedt op door het gebruik van rauwe ingrediënten die reeds besmet waren, zoals zachte kazen gemaakt van ongepasteuriseerde melk (bijvoorbeeld sommige soorten brie, camembert, feta en blauwe kaas) en vleesproducten (zoals gehakt, filet américain en paté). Ook kan gedurende het productieproces ‘kruisbesmetting’ optreden, zoals bijvoorbeeld bij de bereiding van kant-en-klaar producten, het wassen van sla met besmet water etcetera. Berucht zijn ook verpakte gerookte vissoorten Listeria monocytogenes is een bacterie die, in tegenstelling tot de meeste andere bacteriën, zeer goed groeit onder koelkastomstandigheden. Bewaring in de koelkast van de besmette voedingswaar heeft weinig effect in het bestrijden van de listeriabesmetting, omdat de bacterie ook bij 4 0C doorgroeit, met name in een vochtige omgeving. De koelkast zelf kan zelfs een besmettingsbron gaan worden. In een recent onderzoek in Ierland (gepubliceerd in 2005) werden in duizend huishoudens de koelkasten onderzocht, waarbij in 60 gevallen Listeria gekweekt kon worden uit de koelkast. Overdracht van mens op mens komt eigenlijk zelden voor, met uitzondering van de moeder-kind infectie. Zwangeren kunnen hun baby besmetten tijdens de zwangerschap (infectie van de ongeboren baby) of bij de geboorte van de baby. Mensen die genezen zijn van de infectie, kunnen nog tot enkele maanden Listeria uit blijven scheiden in hun ontlasting. Moeders blijven tot 10 dagen na de bevalling een bron van besmetting via urine en vaginale afscheiding. Ziekteverschijnselen bij de mens De tijd die verloopt tussen het oplopen van de besmetting en het optreden van verschijnselen is gemiddeld twee à vier weken, maar kan variëren van enkele dagen tot enkele maanden. Bij gezonde personen verloopt de ziekte vaak zonder symptomen of met milde griepverschijnselen. Ernstiger zijn de symptomen bij hele jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals mensen die onder behandeling zijn met cytostatica of corticosteroïden en hiv-geïnfecteerden. Bij deze mensen kunnen hersenvliesontsteking of sepsis (bloedvergiftiging) optreden. De infectie kan bij hen dodelijk verlopen. Een aparte groep vormen zwangere vrouwen. Zij hoeven zelf niet ziek te worden van een infectie met Listeria, maar lopen wel een kans op sterfte van het ongeboren kind, vroeggeboorte of ernstige ziekte van het kind wanneer het besmet raakt tijdens de geboorte. Ziekteverschijnselen bij het dier Vooral bij schapen, geiten en runderen ziet men listeriose. Er zijn drie verschijningsvormen: hersenvliesontsteking, abortus en sepsis (bloedvergiftiging). Vooral geiten en schapen zijn erg gevoelig en er kan tot 30 procent sterfte optreden, als gevolg van hersenvliesontsteking. Sepsis komt vooral voor onder lammeren. De besmettingsbron voor herkauwers is vaak besmet kuilvoer. Verspreiding en frequentie Listeria is een zeer algemeen voorkomende bacterie, zowel in Nederland als daarbuiten. In 2005 hebben 12 laboratoria die listeriabesmettingen vaststellen, ruim 80 gevallen van de infectie gemeld. In Frankrijk worden jaarlijks 300 à 400 gevallen gemeld. Preventie Risicogroepen, met name zwangere vrouwen, dienen risicovolle producten te vermijden. Dat wil zeggen geen rauwe melk drinken, geen zachte kazen gemaakt van rauwe melk, geen pâté, filet américain en geen rauwe/gerookte vis eten. Verder moet men groente en fruit goed wassen. Verhitting doodt de bacterie. Daarom moet alle voeding, zeker kant-en-klare maaltijden, goed verhit worden. Verder is algemene hygiëne (handen wassen en drogen vóór het bereiden van voedsel, ná wc-bezoek, ná contact met dieren, ná werken in de tuin) van belang. |
||||
|