home

 

prostaatkanker

register

 

vormen van kanker

 

prostaat

  Prostaatkanker of prostaatcarcinoom is een vorm van kanker die in de prostaat begint. Signalen van prostaatkanker kunnen dezelfde zijn als die van een benigne prostaathyperplasie (BPH; vergrote prostaat), onder andere een verzwakte straal tijdens het urineren, 's nachts frequenter moeten plassen en onvermogen de urine lang op te houden.

Symptomen
Verschillende symptomen kunnen het gevolg zijn van prostaatkanker. Symptomen die op kunnen treden zijn:
  • frequent aandranggevoel
  • moeite met het op gang komen van de urine
  • lukt niet om een constante straal urine te houden (uitstroomsnelheid wisselt)
  • vaak een 'residugevoel', waarbij de patiënt ervaart dat er nog urine in de blaas zit
  • urineren is pijnlijk of brandend
  • bloed in urine of sperma
  • pijnlijke ejaculatie (zaadlozing)
  • dikke benen door oedeemvorming (zeer laat symptoom)
  • algehele malaise
  • gewichtsverlies
  • pijn in de onderrug, heupen of bovenste deel van de dijen

Met name plasklachten kunnen echter ook het gevolg zijn van een goedaardige vergroting van de prostaat; het hebben van deze symptomen hoeft dus niet te betekenen dat er sprake is van prostaatkanker. Doordat prostaatcarcinomen vooral in het perifere gedeelte van de prostaat groeien (die gebieden van de prostaat die niet dicht bij de plasbuis zitten), zijn slechts in zo'n 4% van de gevallen plasklachten de ingangsklacht bij een prostaatcarcinoom. Verder kunnen er meer klachten optreden, afhankelijk van hoe ver gevorderd het carcinoom ten tijde van diagnosticeren is. Is de tumor gelokaliseerd, lokaal uitgebreid of uitgezaaid (medisch: gemetastaseerd)?

Gelokaliseerde prostaatkanker: De tumor bevindt zicht volledig in de prostaat. De meeste patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker hebben geen symptomen. Er kunnen echter lokaal symptomen optreden zoals pijn en symptomen van de onderste urinewegen (LUTS).

Lokaal uitgebreide prostaatkanker: De tumor is uitgebreid tot buiten het prostaatkapsel, maar er zijn geen aanwijzingen voor uitzaaiingen. Deze uitbreiding van prostaatkanker kan lokale pijn, hematurie (bloed in de urine), pijn bij het urineren, plasproblemen, nadruppelen, nycturie en pijn in de zij veroorzaken door obstructie van de plasbuis en problemen bij de urineafvoer van de nieren.

Uitgezaaide (gemetastaseerde) prostaatkanker: De tumor is uitgezaaid naar andere organen of botten. Prostaatcarcinomen metastaseren niet vaak, maar het is mogelijk. Het kan oedeem in de onderste ledematen tot gevolg hebben (door regionale obstructie van de lymfevaten), of botpijn door uitzaaiingen in het skelet. Ook kan er gewichtsverlies, lage bloedwaarden en pijn in de buik of de benen (door aantasting van lokale zenuwen of ruggengraatzenuwen) optreden.

Risicofactoren
Over de oorzaken van prostaatkanker is nog niet veel bekend.

  • Hoge leeftijd; is de primaire risicofactor voor het ontstaan van prostaatkanker, 80% van de gevallen en 90% van de sterfte komen voor rekening van mannen ouder dan 65 jaar. Bij 80-jarigen die aan een andere oorzaak overlijden blijkt een groot deel (tientallen procenten) prostaatkanker te hebben, zonder symptomen.
  • Geografische verschillen; in West-Europa en de Verenigde Staten komt het naar verhouding meer voor, vermoedelijk houdt dit verband met etnische afkomst, voeding en omgevingsfactoren.
  • Komt relatief vaker voor bij zwarte Amerikanen.
  • Erfelijke factoren; het komt vaker voor bij mannen met een vader of zoon die prostaatkanker hebben. Sinds kort worden enige genen met de aandoening in verband gebracht: de fusie van het prostaat-specifieke TMPRSS2 gen en ETS familie van transcriptie-genen, 11 genen op een gebiedje op chromosoom 22 te weten 22q12.3. en allel 8 van de microsatelliet DG8S737 op een regio op chromosoom 8, te weten 8q24.
  • Sinds 2006 wordt vermoed dat het Xenotropic murine leukemia virus-related virus (XMRV) ook een rol speelt bij het ontstaan van prostaatkanker en met name bij het ontstaan van de meest agressieve vormen.

Diagnose

  • Rectaal toucher
    Bij het stellen van de diagnose wordt er gebruikgemaakt van verschillende onderzoeken waarbij het lichamelijke onderzoek en met name het rectaal toucher meestal het eerst plaatsvindt. Door het aftasten van het oppervlak van de prostaat, door middel van de wijsvinger in de anus, kan een specialist vaak al voelen of er sprake is van een mogelijke maligniteit (kwaadaardige tumor). Om onderscheid te maken tussen mogelijke diagnosen, zijn de volgende karakteristieken van belang:
    • symmetrische, gladde en vast-elastische prostaat: normaal
    • 'normaal' en vergroot: verdacht voor BPH
    • 'normaal' en drukpijnlijk: verdacht voor prostatitis
    • onregelmatige consistentie of harde nodus/noduli (knobbeltjes): verdacht voor prostaatcarcinoom (voorspellende waarde 22-39%)
  • PSA
    Tevens wordt gebruikgemaakt van een bloedtest of een urine test waarbij het prostaatspecifiek antigeen (PSA) bepaald wordt. Als vuistregel kan men aannemen dat een totaal PSA > 10 ng/ml sterk verdacht is voor een prostaatcarcinoom; bij een totaal PSA < 2,5 ng/ml is dit zeer onwaarschijnlijk.

    Een verhoogde PSA-waarde is echter niet specifiek voor prostaatkanker:
    • Bij niet alle vormen van prostaatkanker is de PSA-waarde verhoogd.
    • Een verhoogd PSA kan een aanwijzing vormen voor prostaatkanker, maar ook voor diverse andere zaken:
      • Bij zo'n 20% van de mannen boven de 50 komt een idiopathisch verhoogde PSA-waarde voor.
      • Goedaardige prostaatvergroting
      • Prostaatontsteking. Wanneer er sprake is van prostatitis zijn de waarden vaak sterk verhoogd, vaak boven 40 ng/ml.
        Medicijngebruik, bijvoorbeeld ibuprofen
      • Infecties.
    • Bovendien, de test kan geen onderscheid maken tussen snelgroeiende, mogelijk dodelijke prostaatkanker en traaggroeiende, niet-dodelijke prostaatkanker.

Daarom moet de waarde van de uitslag dan ook altijd samen met voorafgaande metingen of met ander (beeldvormend) onderzoek worden geïnterpreteerd. PSA-screening kan wel een belangrijke rol spelen bij het opvolgen van patiënten die behandeld zijn voor prostaatkanker, omdat een snelle stijging er bij deze mannen op wijst dat de kanker is teruggekeerd.

Op basis van een overzicht van verschillende studies rond PSA-screening raadt de US Preventive Services Task Force (USPSTF, een Amerikaans expertpanel dat adviezen opstelt op basis van de laatste wetenschappelijke literatuur) routinescreening naar PSA-waarden af voor alle mannen. PSA-screening heeft volgens de USPSTF geen voordeel voor het aantal sterfgevallen door prostaatkanker en de nadelen zijn groter dan de voordelen. Na tien jaar screening dringen PSA-testen het aantal prostaatkankerdoden slechts weinig of niet terug. Volgens het USPSTF resulteert routinematig testen in onnodige en schadelijke behandelingen, zoals verwijderen van de prostaat en bestraling. Dr. Richard Ablin, ontdekker van PSA noemt PSA-screening een dure catastrofe voor de volksgezondheid.

Om te onderzoeken of de PSA test werkelijk sterfte ten gevolge van prostaatkanker voorkomt is in Rotterdam in 1994 een langdurig bevolkingsonderzoek gestart.

  • Biopsie
    Bij gerezen verdenking, door een verhoogd of met name ook een snel stijgend PSA of een afwijkend lichamelijk onderzoek, kan men een biopsie uitvoeren. Een transrectale echografie van de prostaat kan soms prostaatkanker aan het licht brengen, maar is vooral nuttig om langs deze weg biopsien van de prostaat te nemen. Een patholoog kan dan vaststellen of zich in de weggenomen stukjes weefsel kankercellen bevinden.

    Andere factoren die van belang zijn bij het stellen van de diagnose zijn; het al dan niet voorkomen van prostaatkanker in de familie, leeftijd en etnische afkomst omdat ook die een voorspellende waarde hebben voor het prostaatkanker risico en agressiviteit van de kanker.

    Indien nog geen (nieuwe) biopsie voorhanden is, kan men een inschatting maken van het prostaatkanker-risico met behulp van een specifiek programma.
  • MRI
    De huidige methodes om prostaatkanker op te sporen en te behandelen zijn niet altijd precies genoeg. Met MRI kan het sneller, nauwkeuriger en met minder pijn en frustratie voor de patiënt. Met MRI (Magnetic Resonance Imaging) kunnen de lymfeklieren veel beter beoordeeld worden dan met een CT-scan.
    MRI kan in combinatie met MRSI (Magnetic Resonance Spectroscopic Imaging) nog meer informatie geven. Vooral de uitbreiding van de tumor wordt goed zichtbaar. Door het onderzoek te herhalen, is het mogelijk een groei van de tumor vast te stellen.
    Met een MRI-scan kan ook worden gezocht naar afwijkende gebieden in de prostaat, of kan een tumor worden opgespoord bij een stijgend PSA.

Voorkomen
Bij mannen op vergevorderde leeftijd die aan heel andere oorzaken overleden zijn is bij autopsie in een groot percentage (40-50% rond het 80e levensjaar) prostaatkanker aantoonbaar. Deze groeide echter zo langzaam dat deze mannen dat nooit geweten hebben. In deze zin komt prostaatkanker veel voor. Bij jonge patiënten is de tumor echter beduidend agressiever.

Behandeling
Bij de keuze voor een behandeling van prostaatkanker wordt rekening gehouden met verschillende factoren. Dit zijn met name:

  • Leeftijd van de patiënt
  • Comorbiditeiten (andere aandoeningen of stoornissen die de patiënt heeft)
  • Factoren die iets zeggen over de ernst van de tumor (stadium/gradering van de tumor en de PSA-waarden van de patiënt)
  • Wensen van de patiënt.

Doordat meerdere factoren een rol spelen kan niet precies gezegd worden welke behandeling voor een individuele patiënt het beste is. De volgende behandelkeuzes kunnen gemaakt worden, afhankelijk van het stadium van de tumor:

  • Bij patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker kan gekozen worden voor actief volgen, het verwijderen van de prostaat of het bestralen ervan.
  • Bij patiënten met lokaal uitgebreide prostaatkanker kan gekozen worden voor het verwijderen van de prostaat of het bestralen ervan (eventueel in combinatie met hormonale therapie), of alleen hormonale therapie. In sommige gevallen is actief volgen ook een mogelijkheid.
  • Bij patiënten met uitgezaaide (gemetastaseerde) prostaatkanker is de behandeling palliatief van aard en er kan gekozen worden voor hormonale therapie door middel van chirurgische of chemische castratie. Na gemiddeld twee jaar wordt de prostaatkanker ongevoelig voor deze vorm van behandeling. Men spreekt dan van castratieresistente prostaatkanker.

Vormen van behandeling

  • Actief volgen ("watchful waiting"), eigenlijk dus het niet behandelen, is een optie voor mannen van wie men verwacht dat de kanker de komende jaren nog geen problemen geeft, of voor oudere mannen. Het ziekteproces wordt actief gevolgd door regelmatig een rectaal toucher, PSA-test en biopsie uit te voeren. Afhankelijk van die uitkomsten, kan men in een later stadium, in overleg met de patiënt alsnog besluiten tot behandeling over te gaan.
    • Mogelijke voordelen: geen bijwerkingen; de meeste mannen met een minder agressieve vorm hebben aanvankelijk geen behandeling nodig, en overleven nog gedurende ten minste 10 jaar.
    • Mogelijke nadelen: de kanker is niet verwijderd, en het risico bestaat dat deze later onbehandelbaar is; de kwaliteit van leven kan verminderen door angst als gevolg van het idee met een onbehandelde kanker te leven.
  • Radicale prostatectomie, een operatie (chirurgie) waarbij de prostaat, zaadblaasje en soms lymfklieren worden verwijderd. In sommige ziekenhuizen kan dat laparoscopisch of via een "da Vinci"-robot. Prostatectomie is een technisch moeilijke operatie.
    •  Mogelijke voordelen: soms is de kanker volledig geëlimineerd; de operatie wordt meestal goed verdragen. Een studie heeft aangetoond dat door deze operatie de sterfte aan prostaatkanker geringer is, vergeleken met "watchful waiting".
    • Mogelijke nadelen: algemene, aan een grote operatie verbonden risico's als sterfte, hartproblemen, bloedingsrisico; de kanker is niet altijd volledig verwijderd; urine-incontinentie; blaas- en darmproblemen; erectiestoornissen.
  • Uitwendige bestraling (radiotherapie) meerdere doses verdeeld over enkele weken. Mogelijke voordelen: soms is de kanker volledig geëlimineerd; over het algemeen goed verdragen; vermijding van de operatie risico's.
    Mogelijke nadelen: de prostaat is niet verwijderd en de kanker is misschien niet volledig onschadelijk gemaakt; gedurende 5-8 weken regelmatig naar het ziekenhuis moeten komen; chronische darmontsteking (proctitis), diarree, incontinentie, erectiestoornis, problemen met de blaas/plassen. De operatie dient niet te worden uitgevoerd bij mannen met een chronische darmontsteking (Ziekte van Crohn, colitis ulcerosa).
  • Inwendige bestraling (brachytherapie een vorm van radiotherapie) waarbij naaldjes met daarin radioactieve bolletjes in de prostaat wordt ingebracht. Onder algehele narcose of met ruggenprik. Soms in combinatie met uitwendige bestraling of hormoontherapie. Mogelijke voordelen: soms is de kanker volledig geëlimineerd; over het algemeen goed verdragen; vermijding van de operatie risico's; eenmalig bezoek aan ziekenhuis.
    Mogelijke nadelen: de prostaat is niet verwijderd en de kanker is misschien niet volledig onschadelijk gemaakt; misschien minder geschikt voor een grote prostaat of meer agressieve tumoren; urineretentie, incontinentie, impotentie, blaasontsteking; ontsteking van de urineleider; chronische darmontsteking (proctitis).
  • Hormonale behandeling (hormoontherapie). Via de mond in te nemen of te injecteren geneesmiddel die de werking van androgenen (hormonen die vermannelijking veroorzaken: testosteron en aanverwante) blokkeren of de aanmaak ervan remmen. Soms ook wel aangeduid met de term "chemische castratie". Een alternatief hiervoor is het operatief verwijderen van de zaadballen (orchidectomie). De chemische castratie is reversibel, de chirurgische niet. Toegepaste middelen behoren tot een aantal verschillende klassen; namelijk antiandrogenen, GnRH-agonisten GnRH-antagonisten (zie Tabel).
    • Mogelijke voordelen: vermijding van de aan prostatectomie en bestraling verbonden risico's; leidt meestal tot een verlaging van de PSA waarde en vertraagt de voortgang van de kanker.
    • Mogelijke nadelen: de prostaat is niet verwijderd en de kanker is misschien niet volledig onschadelijk gemaakt; borstvorming als bij de vrouw, impotentie, diarree, osteoporose (botonkalking), verminderd libido, opvliegers, stemmingsstoornis en moeheid.

    Na zo'n 12-18 maanden wordt de kanker minder gevoelig voor de hormonale behandeling. Men zal dan een alternatieve behandeling kiezen, bijvoorbeeld als de PSA sterk stijgt of er pijnklachten optreden.

  • Cryochirurgie, het vernietigen van de kwaadaardige cellen door het snel bevriezen en ontdooien van het weefsel. Via het rectum worden snel bevriezende en ontdooiende gassen op de te behandelen plaats gebracht. N.B. Deze ingreep wordt (in Nederland) vrijwel alleen in het kader van medisch onderzoek uitgevoerd.
  • Chemotherapie wordt meestal gebruikt indien de kanker is uitgezaaid. Meestal gebruikt men docetaxel (Taxotere). De meest voorkomende bijwerkingen zijn: afname van het aantal rode- en witte bloedcellen, haaruitval (tijdelijk), misselijkheid, braken, zweren in de mond, diarree en vermoeidheid. Tegenwoordig zijn er ook aanwijzingen dat chemotherapie een bruikbare optie is voor patiënten waarbij de hormonale behandeling niet meer effectief is.
  • Bifosfonaten zoals clodronaat (Ostac) en zoledronaat (Zometa) kunnen worden ingezet voor de behandeling van botpijnen, een beruchte complicatie, die vooral optreedt als de hormonale behandeling niet meer effectief is of er uitzaaiingen zijn. Nadeel is dat zij regelmatig herhaald dienen te worden.
  • Inwendige bestraling zoals bijvoorbeeld injectie met strontium, eveneens behandeling voor de botpijnen bij uitgezaaid prostaatkanker, slechts eenmalig en ervaring leert dat dit meer effect heeft dan de bifosfonaten.

In een aantal gevallen is een combinatie van behandelmethoden noodzakelijk.

Overzicht van de verschillende vormen van hormonale behandeling van prostaatkanker

Klasse Toediening Werkingsmechanisme Generieke naam Merknamen
Antiandrogenen Oraal (Tablet) Blokkeert de werking van androgenen
zoals testosteron
flutamide Prostatil
Eulexin
Drogenil
bicalutamide Casodex
nilutamide Anandron
GnRH-agonist Injectie Remt de aanmaak van testosteron gosereline Zoladex
leuproreline Lucrin
Eligard
busereline Suprefact
triptoreline Pamorelin
GnRH-antagonist Injectie Remt de aanmaak van testosteron degarelix Firmagon
abarelix Plenaxis

Nieuwe behandelingen van prostaatkanker

  • Cabazitaxel (Jevtana) is een nieuw chemotherapeuticum voor de behandeling van ernstige vormen van prostaatkanker en werd vergeleken met mitoxantron, beiden in combinatie met prednison of prednisolon, in een direct-vergelijkende fase III studie (studie TROPIC). Met Jevtana verbetert significant de totale overleving (primair eindpunt) van 15,1 maanden versus 12,7 maanden met mitoxantron. De belangrijkste graad 3-4 bijwerkingen waren neutropenie en diarree. Momenteel wordt met cabazitaxel nog veel onderzoek verricht bij gemetastaseerd prostaatcarcinoom en andere vormen van kanker. Cabazitaxel is inmiddels geregistreerd en volledig vergoed.
  • Abiraterone (Zytiga) is een nieuw middel voor de behandeling van ernstige vormen (therapie-resistente) van prostaatkanker. De resultaten van een weliswaar klein onderzoek waren goed. Het effect van het middel bestond voornamelijk uit een verlaging van de PSA-concentratie en vermindering van de botpijn. Over het ideale moment om te starten met abiraterone verschillen de onderzoekers nog van mening. Volgens sommigen moet dit individueel per patiënt worden bekeken, maar kan over het algemeen worden gesteld dat patiënten die voor lange tijd goed hebben gereageerd op hormoontherapie geschikte kandidaten zijn voor een behandeling met abiraterone. Abiraterone is inmiddels geregistreerd en de aanvraag voor vergoeding is ingediend.