ten
|
|
Inleiding Een aanlegstoornis van de zaadleider
is een atresie van de zaadleider (ductus deferens). Dit is een aangeboren
afwijking. Atresie wil zeggen dat de uitmonding van een buisvormig orgaan
ontbreekt. In dit geval dus de uitmonding van de zaadleiders. Hierdoor kan
het sperma uiteindelijk niet geloosd worden in de urinebuis, waardoor de man
onvruchtbaar is. Atresie van de ductus deferens is meestal aan beide zijden
aanwezig.
Bekend is dat bij mannen met aangeboren afwijkingen van het ductus deferens
ook de erfelijke stofwisselingsstoornis taaislijmziekte kan voorkomen.
Bepaalde nierafwijkingen gaan soms ook gepaard met atresie van de ductus
deferens.
Oorzaken Atresie van de ductus deferens is het gevolg van een
ontwikkelingsstoornis bij de foetus. Soms wordt deze veroorzaakt door een
erfelijke afwijking die ook de taaislijmziekte veroorzaakt. Bij volwassenen
die voor onvruchtbaarheid of azoöspermie worden onderzocht, is atresie van
de ductus deferens één van de meest voorkomende afwijkingen van de
mannelijke voortplantingsorganen.
Verschijnselen Mannen met atresie van de ductus deferens zijn meestal
onvruchtbaar. Verder veroorzaakt de aandoening geen andere klachten.
Diagnose Een diagnose wordt gesteld op basis van de klachten, een
lichamelijk onderzoek en aanvullende onderzoeken zoals:
- analyse van de zaadvloeistof;
- echografie van het scrotum;
- bloedonderzoek;
- erfelijkheidsonderzoek.
Een echografie van de nieren brengt eventuele nierafwijkingen aan het licht.
Behandeling De behandeling van atresie van de ductus deferens is eerder
gericht op het gevolg, onvruchtbaarheid, dan de daadwerkelijke afwijking. We
hebben het dan over kunstmatige voortplantingstechnieken.
Voorzorgsmaatregelen Het verdient aanbeveling eerst erfelijkheidsonderzoek
uit te voeren, specifiek naar mutaties in het gen voor taaislijmziekte,
voordat met kunstmatige voortplantingstechnieken wordt begonnen.
|
|