Beschrijving
Amblyopie (zwakzichtigheid van een van de twee ogen) wordt ook wel een 'lui
oog' genoemd. Een verwarrende benaming, want het oog is zeker niet lui. Er
is iets mis in de informatieverwerking in de hersenen waardoor de ogen niet
optimaal kunnen samenwerken. Amblyopie is het resultaat van die verandering
in het visuele systeem. Amblyopie ontwikkelt zich vaak bij strabisme (scheel
zien) en hypermetropie (verziendheid). Dit gebeurt dan op de kritische
leeftijd van 18 maanden, dan is het kind daar zeer gevoelig voor. In andere
gevallen ontwikkelt het zich in ieder geval voor de leeftijd van 8 jaar.
Amblyopie kenmerkt zich door wazig zien met één (meestal) of twee (soms)
ogen, wat niet met een bril of lens tot de gewenste sterkte gecorrigeerd kan
worden. Er zijn verschillende soorten van amblyopie.
Vormen van amblyopie
Amblyopie komt in verschillende vormen voor:
-
congentaal (aangeboren);
-
infantiel (op jonge leeftijd ontwikkeld);
-
emotioneel;
-
toxisch;
-
functioneel (door visuele verstoringen
veroozaakt).
Optologie heeft zijn eigen visie over amblyopie.
Volgens de optoloog is amblyopie een uitzonderlijke visuele ontwikkeling.
Normaal ontwikkelt het visuele systeem zich symmetrisch en sequentieel. Bij
het amblyope kind is dit anders. Opvallend is b.v. het niet kruipen, te
vroeg lopen en spreken, asymmetrische lichaamshouding, zwakke
ooghandcoordinatie, slecht dieptezicht. Dit alles toont een beeld van iemand
die zijn handelen moet bedenken. Deze kinderen hebben te weinig visueel
inzicht en compenseren dat met beredeneerd handelen om zekerheid te creeren.
Dit houdt deze strategie ook in stand. Het is dus heel belangrijk dat dit
proces zo snel mogenlijk onderbroken wordt.
kenmerken
Tijdens het optologisch onderzoek wordt gekeken naar de motorische
ontwikkeling , occulomotorische vaardigheid, visueel zintuiglijke
gevoeligheid en sensorische integratie en funktieverschil tussen de ogen. De
verwachting bij amblyopie is dat meerdere van de volgende symptomen gevonden
worden:
-
motorische asymmetrie;
-
zwakke lichaamshouding en lichaamsbesef;
-
funktieverschil tussen het rechter en linker
oog;
-
één te dominant oog;
-
anisometropie (sterkte verschil);
-
onvoldoende visuo-motorperceptie (ruimte wordt
niet herkend).
Deze verstoringen veroorzaken een bepaalde
strategie bij het kind om zijn omgeving te begrijpen en verklaren. Ruimte
wordt telkens benoemd, in plaats van ervaren. Het woord is belangrijker dan
het beeld. Het visuele systeem is er om je op de omgeving te kunnen
orienteren. Elke tweeogige fixatie leidt tot een plaatsbepaling. Door
verschillende fixaties in de omgeving te maken, wordt de ruimte duidelijk en
zeker. Dit én de interpretatie van de faktor "tijd" zorgt er voor dat je je
er veilig in kan bewegen. De amblyoop kan dit niet. Hij redeneert zich
veilig. Deze kinderen maken een intelligente indruk door dit soort
verklaringen. Ouders en andere volwassenen reageren hier heel vaak positief
op en houden dit zo ongewild in stand. In werkelijkheid is er onzekerheid en
behoefte tot bevestiging.
Is er wat aan te doen
Het behandelen van amblyopie bestaat natuurlijk uit eerst het onderzoek, dat
moet aangeven met welke vorm we te maken hebben. Daar zal een bril
voorgeschreven worden en of visuele training. Omdat het probleem op jonge
leeftijd al is ontstaan, kan de behandeling lang duren. Het is dan ook een
complex probleem. Wij zijn geen voorstander van het afplakken van het niet
luie oog. We proberen het systeem zo snel mogelijk in balans te krijgen en
zo veel mogelijk twee-ogig te laten functioneren. Zodat de
informatieverwerking onmiddellijk al verbeteren zal. Regelmatige controle
zal noodzakelijk zijn om het proces goed te kunnen sturen.
Wat is strabisme
De ogen zitten in de oogkas en worden door spieren bewogen. Dit zijn spieren
die bewust gestuurd kunnen worden. Ze bewegen de ogen alle richtingen uit:
naar boven en beneden, naar links en rechts, diagonaal, ronddraaiend. De
bedoeling is dat beide ogen samen gestuurd worden, zodat ze op de zelfde
plek in de ruimte gericht zijn. Dan kan er een enkelvoudig beeld gezien
worden en is er de voorwaarde voor diepte zien en plaatsbepaling aanwezig.
Indien één van de twee ogen zich op een andere plek richt, zie je een
verschil in de beide oogstanden. Dit wordt scheelzien genoemd: een oog staat
naar binnen of naar buiten gericht, het kan ook naar boven of beneden zijn.
Afgezien van het feit dat het niet 'mooi' staat, is er een veel belangrijker
probleem: de persoon ziet geen diepte en soms dubbel. Dit betekent: niet
goed afstanden schatten en daardoor zich onveilig voelen in de ruimte. Om
zich toch staande te kunnen houden, gaan mensen dan compenseren. Veelal door
te beredeneren hoe de ruimte in elkaar zit, in plaats van dat in één keer te
kunnen waarnemen.
Is er iets aan strabisme te doen
Ja, er is wat aan te doen. De oogstand kan recht gezet worden door een
operatie. Er kan een bril voorgeschreven worden. De optoloog zal voor het
laatste kiezen, gecombineerd met oefeningen doen. Het doel zal zijn de ogen
te leren sturen en samenwerken. Dit is een proces wat veel tijd zal vergen
en het wordt gecontroleerd door tussentijdse visuele analyses, waar de
glazen van de bril mogelijk vervangen moeten worden door andere. Het proces
zal stap voor stap gaan.
Er is een relatie tussen amblyopie en
strabisme
Door de afwijkende oogstand is er geen samenwerking mogelijk met de beide
ogen. Eén van de twee zal aan het werk zijn en de informatie van dat oog zal
door de hersenen herkend worden en verwerkt. Die van het andere wordt
genegeerd. Daardoor zitten er ook minder actieve cellen in dat oog. De
waarneming daarvan wordt waziger en waziger. Het 'luie' oog ontstaat.
Waarom zou er iets aan gedaan moeten worden
Het is voor ieder mens van immens belang dat hij zich veilig voelt in de
wereld. Weten waar hij is en waar de dingen om hem heen zijn, geven deze
veiligheid. Weten of iets op je af komt, hoeveel tijd je hebt om over te
steken, of een auto parkeren, heeft allemaal te maken met goed diepte zien.
Dit is voor ons de belangrijkste reden om aan amblyopie en strabisme te
werken. Kunnen oordelen over de ruimte en tijd. Als je niet tweeogig kijkt
is dat niet mogelijk. Dan moet je dat beredeneren. |