artritis of arthritis, gewrichtsontsteking |
|||||
ten
|
Gewrichtsontsteking. In feite
ontsteking van de bekleding van het gewrichtskapsel, waarbij secundaire
veranderingen optreden in het gewrichtsvocht en - vooral wanneer het
ontstekingsproces chronisch is - ook van het gewrichtskraakbeen, dat weinig
of geen herstelvermogen heeft. Naar verloop onderscheidt men drie vormen van arthritis: 1. acuut (binnen 24 uur na het ontstaan bereiken symptomen hun hoogtepunt), 2. subacuut (zes weken na het begin zijn er reeds tekenen van spontane verbetering) en 3. chronisch (na zes weken nog geen tekenen van spontane verbetering). Ook naar aantal tegelijk ontstoken gewrichten onderscheidt men drie vormen:
|
||||
|