ten
|
|
Moeilijk ademhalen
Astma is een nog ongeneeslijke chronische ontsteking van de luchtwegen.
Mensen met astma kunnen soms moeilijk ademhalen: zij worden kortademig,
ademen 'piepend' of moeten hoesten.
Dit komt doordat hun luchtwegen snel geprikkeld raken door allerlei stoffen.
Veel mensen met astma zijn allergisch. De aanleg voor astma en allergieën is
erfelijk. De een krijgt bijvoorbeeld problemen door huisstofmijt, de ander
kan niet tegen huisdieren of pollen. Vaak ontstaan er klachten door
niet-allergische prikkels zoals sigarettenrook, parfum en mist.
Hoe werken de luchtwegen?
Bij astma is er sprake van een ontsteking van de luchtwegen. De uitleg over
deze ontsteking is makkelijker te begrijpen als u weet hoe de luchtwegen
werken.
De lucht die we inademen gaat via de neus of
mond naar binnen, langs de keel en stembanden door de luchtpijp naar de
linker- en rechterlong. De luchtpijp splitst zich in twee takken
(bronchiën) naar de twee longen. De bronchiën vertakken zich op hun
beurt in steeds nauwer wordende takjes. Aan de uiteinden van de kleinste
takjes zitten de longblaasjes.
In de luchtpijp, de bronchiën en de eerste vertakkingen zit kraakbeen in
de wand, zodat deze doorgangen altijd |
|
open blijven. De longen zijn qua
bouw te vergelijken met een bloemkool: een stronk die zich vertakt en
vertakkingen (bronchiën) die eindigen in bloemkoolroosjes (trosjes
longblaasjes). Om de longblaasjes heen lopen kleine bloedvaatjes. De ingeademende zuurstof komt hier vanuit de longblaasjes in het bloed. Het
bloed vervoert de zuurstof vervolgens door het hele lichaam. Het bloed
geeft afvalstoffen terug aan de longblaasjes, namelijk koolzuur. Dit
koolzuur ademen we uit. De meeste mensen ademen in door hun neus. De
haartjes en het slijm in de neus verwarmen en bevochtigen de ingeademde
lucht en ze houden al veel stofjes uit de lucht tegen. Het reukzintuig in de
neus keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt het lichaam als er
stinkende gassen in zitten.
Ook de longen zijn bekleed met een slijmvlies waarop ingeademd vuil
neerslaat. Dat vuil moet weg uit de longen. Hiervoor zorgen de trilhaartjes,
die het slijm naar de keel vervoeren. Het slijm wordt dan opgehoest of
ingeslikt (ingeslikt slijm gaat met de ontlasting naar buiten).
Als er per ongeluk iets groots in de luchtpijp komt, zoals een broodkruimel,
dan gaan mensen hoesten. Daarbij schiet een luchtstoot de kruimel uit de
luchtpijp. Om de luchtwegen heen zitten spiertjes die tijdens hoesten
samentrekken. Zo voorkomen ze dat iets groots nog dieper in de longen komt.
Als de spieren zich ontspannen, krijgen de luchtwegen weer hun normale
doorgang.
Ontsteking van de luchtwegen
Astma is een ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking is een soort
irritatie, te vergelijken met de reactie van de slijmvliezen in uw mond
wanneer u te hete soep eet. Door deze prikkel beschadigen de slijmvliezen en
deze raken ontstoken. Bij astma gebeurt ook zoiets door de ontsteking aan de
luchtwegen:
De slijmvliezen aan de binnenkant van de luchtwegen zwellen op
De spiertjes om de luchtwegen trekken samen en raken verkrampt
De slijmvliezen produceren meer slijm en vocht dan normaal
De doorgang voor de lucht wordt kleiner, dit maakt de ademhaling moeilijker
De longen raken overvol met lucht. De lucht wordt niet genoeg ververst, wat
leidt tot benauwdheid
Bij astma gaat het om een ontsteking in de lagere luchtwegen: de longen. De
neus en keel worden de bovenste luchtwegen genoemd.
Verschil met longontsteking
De ontsteking bij astma is wat anders dan longontsteking. Longontsteking is
een infectie met bacteriën van de longen. Een kind dat longontsteking
krijgt, wordt meestal acuut erg ziek, krijgt last van een snelle ademhaling
en hoge koorts. De koorts houdt meestal een paar dagen aan. Soms moet een
kind ervan hoesten, mede door extra slijmproductie. Longontsteking wordt
doorgaans behandeld met antibiotica.
Oorzaken van benauwdheid
Mensen met astma hebben luchtwegen die heel erg prikkelbaar zijn. Ze worden
'geprikkeld' door het inademen van bijvoorbeeld uitwerpselen van de
huisstofmijt, stuifmeel, rook, geuren en mist. Deze prikkels zijn te
verdelen in allergische en niet-allergische prikkels. Niet alle mensen met
astma hebben last van alle mogelijke prikkels en ook niet evenveel last. Het
verschilt zelfs per persoon hoe en wanneer iemand reageert op een bepaalde
prikkel: de ene dag wordt iemand sneller benauwd dan de andere dag en ook
per seizoen verschillen de klachten vaak.
Allergische prikkels
Stoffen waarvoor mensen allergisch kunnen zijn, noemen we: allergenen. Veel
mensen zijn allergisch voor deze prikkels:
-
de huisstofmijt in huisstof;
-
huidschilfers van dieren, zoals katten, honden, cavia's en vogels;
-
stuifmeel of pollen van sommige soorten grassen, bomen of planten;
-
schimmelsporen.
Sommige mensen zijn ook allergisch voor dierlijk eiwit in voedsel (vis,
koemelk, noten) of voor bepaalde geneesmiddelen, maar dat komt minder vaak
voor.
Mensen met astma kunnen van deze prikkels benauwd worden of gaan 'piepen'.
Dat kan binnen een half uur gebeuren, maar ook pas na 24 uur. Daarom is het
vaak lastig te achterhalen waardoor iemand benauwd is geworden.
Niet-allergische prikkels
Er zijn ook prikkels waarvan iedereen last kan hebben, zoals rook of
bepaalde luchtjes. Mensen met astma kunnen hier zo sterk op reageren dat ze
er benauwd van worden. Niet-allergische prikkels zijn bijvoorbeeld:
prikkelende stoffen die je inademt, zoals
-
tabaksrook; -
de 'lucht' van een
gasfornuis of geiser zonder afvoer;
-
bak- en braadluchtjes;
-
parfum;
-
de lucht
van spaanplaat of isolatiemateriaal (formaldehydegas);
-
de lucht van chloor
en schoonmaakmiddelen (boenwas, terpentijn);
-
benzinedampen;
-
uitlaatgassen
van auto's en drukinkt;
prikkelende stoffen, die je inneemt, zoals:
weersomstandigheden, zoals:
Tegen niet-allergische prikkels maakt het
lichaam geen afweerstoffen. Er bestaan geen afweerstoffen tegen mist, kou,
bakluchtjes of parfum. Zoals gezegd, niet alle mensen met astma hebben
evenveel last van al deze prikkels.
Inspanning en spanning
Mensen met astma kunnen ook benauwd worden door of na lichamelijke
inspanning, zeker als ze de inspanning niet rustig opvoeren. Dit
heet 'inspanningsastma'. Verder kunnen stress en heftige emoties het
lichaam ook op zo'n manier 'prikkelen' dat iemand met astma er
benauwd van wordt. Een luchtweginfectie bij verkoudheid of griep kan
het astma ook tijdelijk verergeren.
Erfeijkheid Het staat vast dat de aanleg voor
prikkelbare luchtwegen erfelijk is. Een kind van ouders zónder astma
of allergie loopt een kans van ‘slechts’ 5 à 10 procent om hier last
van te krijgen. Wanneer een van beide ouders astmatisch of
allergisch is, is de kans circa 50 procent dat hun kind ook aanleg
hiervoor heeft. Wanneer beide ouders astma of allergieën hebben, is
die kans ongeveer 70 procent. Als een kind met die aanleg regelmatig in contact komt met
allergische prikkels (allergenen) zoals de huisstofmijt, of met
tabaksrook, dan kan hij of zij (langzaam) een allergie ontwikkelen.
Een kind zal dus pas na een aantal jaren allergisch gaan reageren op
bijvoorbeeld huisdieren. Kinderen die geen allergische aanleg
hebben, kunnen nooit een allergie ontwikkelen.
Een nieuwe naam Astma, longemfyseem en chronische
bronchitis werden vaak met één naam aangeduid: CARA. Ze hebben
allemaal te maken met ontstekingen van de luchtwegen. Maar de
ontsteking bij astma heeft een andere oorzaak dan die bij chronische
bronchitis en longemfyseem. Ook de behandeling is anders. Vandaar
dat nu wordt gesproken over astma en COPD. COPD is de nieuwe naam
voor chronische bronchitis en longemfyseem. Bij COPD is roken de
belangrijkste oorzaak. Chronische bronchitis komt bij kinderen niet
voor. Wanneer kinderen bronchitis hebben, komt dat meestal door een
virusinfectie.
|
|