ten
|
|
Wat is bloeddruk?
Het hart
pomt het zuurstofrijk bloed door de slagaders naar alle delen van het
lichaam. De bloeddruk is de kracht van het bloed dat tegen de wanden van de slagaders duwt.
Het hart tikt ongeveer 60-70 keer per minuut. Wanneer het hart zich
samentrekt (pompt) ontstaat er druk op de wanden van de slagaders. Deze druk wordt bovendruk of systolische
druk genoemd. Vervolgens komt het hart een moment tot rust, waardoor de
onderdruk of diastolische druk ontstaat. De bloeddruk wordt altijd
weergegeven
in twee getallen, bv 120/80, waarbij 129 de boven- en 80 de onderdruk is.
Beide getallen zijn belangrijk.
Hoge bloeddruk (hypertensie)
Van een te hoge bloeddruk merkt men niet veel. Dit kan op de langere termijn wel
grote gevolgen hebben. Er kunnen beschadigingen in de vaatwand onstaan.
We spreken van hoge bloeddruk, als de bovendruk gemiddeld 140 (mm.kwikdruk)
of hoger is, of als de onderdruk gemiddeld 90 (mm.kwikdruk) of hoger is.
Voorzorg
Hoge bloeddruk is geen ziekte, maar geeft wel een verhoogde kans op hart- en
vaatziekten. Men kan er zelf veel aan doen om de kans op hart- en
vaatziekten te verminderen, zoals:
Voeding
Een Amerikaans onderzoek, de DASH-studie (Dietery Approaches to Stop
Hypertension), heeft aangetoond, dat een voeding, rijk aan groenten, fruit
en magere zuivelproducten de bloeddruk aanzienlijk kan verlagen bij personen
met een normale bloeddruk of een licht verhoogde bloeddruk. Daarnaast blijft
het uiteraard ook belangrijk de totale hoeveelheid vet in de voeding te
beperken door vaker te kiezen voor mager vlees en gebruik van allerhande
zoetigheden, snacks, sauzen en vleeswaren te beperken.
Medicijnen
Bij een ernstig verhoogde bloeddruk zal de huisarts medicijnen
voorschrijven. Er zijn verschillende soorten geneesmiddelen om hoge
bloeddruk te behandelen:
Door plastebletten te gebruiken, zal
er meer natrium en water met de urine worden afgevoerd, waardoor de
hoeveelheid vocht in de bloedbaan afneemt. Bètablokkers hebben een gunstige werking
op het hart en de bloeddruk. Het hart gaat rustiger kloppen en de
kracht, waarmee de hartspier samentrekt wordt verlaagd.
De hartspier en de spiertjes in de bloedvaten hebben calcium nodig.
Teveel calcium geeft problemen. Calciumblokkerende middelen zorgen
ervoor, dat de spieren zich minder sterk samentrekken en de
bloedvaten zich enigszins verwijden. Hierdoor daalt de bloeddruk. ACE is een stof in het lichaam, die vaatvernauwend werkt. ACE-remmers
gaan de werking van deze stoffen tegen, waardoor de bloeddruk daalt.
Wat is Pulmonale Arteriële Hypertensie? Pulmonale arteriële hypertensie (PAH) is een ernstige en
levensbedreigende aandoening, die wordt gekenmerkt door een abnormaal hoge
bloeddruk in de longvaten. In de Verenigde Staten en Europa lijden naar
schatting 100.000 personen aan PAH. Hoewel de aandoening niet veel
voorkomt, zijn voor patiënten die niet worden behandeld de vooruitzichten
slecht. Zonder behandeling zal tussen de 45 en 60 procent van de PAH-patiënten binnen twee jaar na diagnose overlijden.
Probleem om de aandoening bij patiënten vast te stellen In het vroege stadium van PAH zijn de symptomen zeer
onduidelijk, maar de meest algemeen voorkomende symptomen zijn dyspneu en
kortademigheid. Naarmate de aandoening de longen verder aantast en de
hartfunctie bemoeilijkt, zijn patiënten steeds minder in staat om de
gebruikelijke dagelijkse activiteiten te volbrengen. Andere symptomen kunnen
zijn: flauwvallen, duizeligheid, blauwverkleuring van de huid, pijn op de
borst, hoesten (soms met opgeven van bloed), opgezwollen halsaders, vergrote
lever, zwelling (oedeem) van enkels of voeten, gezwollen buik en
vermoeidheid. Omdat veel van de symptomen niet-specifiek zijn, worden ze
aanvankelijk vaak niet met PAH in verband gebracht. Bij het verslechteren van de symptomen worden de meeste
patiënten naar een specialist doorverwezen, doorgaans een cardioloog,
reumatoloog of longarts. Dit betekent dat het vaak drie tot vijf jaar duurt
voordat de juiste diagnose wordt gesteld; tegen die tijd kunnen de kwaliteit
van leven en de levensverwachting van de patiënt aanmerkelijk zijn
verminderd. Indien onbehandeld leidt PAH tot voortijdig overlijden en
daarom is de vroege diagnose van de aandoening van het grootste belang voor
de verbetering van de kwaliteit van leven en van de levensverwachting van de
patiënt.
Technische omschrijving van de aandoening De functie van de longslagader is om zuurstofarm bloed
van de rechterhelft van het hart naar de longen te voeren, waar kooldioxide
wordt verwijderd en zuurstof wordt opgenomen. Het zuurstofrijke bloed gaat
vervolgens via de longaders naar de linkerhelft van het hart en vanuit het
hart wordt het door het gehele lichaam getransporteerd. Bij PAH is de druk
in het vaatstelsel van de longen als gevolg van afwijkingen in de longvaten
verhoogd. Het gevolg van PAH op de lange temijn is dat de rechterhelft van
het hart wordt verwijd en zijn functie verliest. In medische termen wordt
pulmonale arteriële hypertensie gedefinieerd als een verhoging van de
gemiddelde bloeddruk in de longarteriën van meer dan 25 mmHg bij rust of
meer dan 30 mmHg bij inspanning.
Patiëntengroepen Pulmonale arteriële hypertensie kan op zichzelf
voorkomen en wordt dan aageduid als idiopatische pulmonale arteriële
hypertensie (iPAH), maar kan ook samenhangen met andere aandoeningen die
invloed hebben op het gehele lichaam, zoals sclerodermie, een
bindweefselaandoening. Terwijl PAH bij mannen en bij vrouwen voorkomt, wordt
iPAH het meest bij vrouwen tussen de 20 en 40 jaar waargenomen. iPAH kan
erfelijk zijn; geschat wordt dat bij ten minste 10% van de gevallen sprake
is van een genetisch oorzaak.(5) Hoewel zeldzaam, wordt de aandoening ook
waargenomen bij kinderen, zoals zuigelingen met een aangeboren
hartafwijking.
Sommige personen met bepaalde aandoeningen kunnen een
verhoogd risico hebben PAH te ontwikkelen, zoals bij:
-
bindweefselaandoeningen;
- systemische sclerose (sclerodermie)
- systemische lupus erythematosus (SLE), gecombineerde
bindweefselaandoening, reumatoïde artritis en andere
bindweefselaandoeningen
-
patiënten met bepaalde types aangeboren hartafwijkingen
-
patiënten met gevallen van primale pulmonale hypertensie in de familie
-
HIV-positieve patiënten
In aanvulling op de hierboven genoemde aandoeningen kan het risico PAH te
ontwikkelen worden verhoogd door blootstelling aan bepaalde middelen, zoals
eetlustremmers (bijv. fenfluramine), cocaïne en amfetaminen, of door
blootstelling aan in de omgeving voorkomende toxinen.
|
|