Inleiding
Hier vindt u een globaal overzicht van wat een ganglion is en hoe dit
behandeld kan worden. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen
van een aandoening de situatie voor iedereen weer anders kan zijn.
Wat is een ganglioom?
Een ganglion is een veel voorkomende, goedaardige uitstulping (cyste)
aan de hand en pols, gevuld met geleiachtig vocht. De meest gebruikelijke
plaats van een ganglion is bovenop de pols. Soms bevindt een ganglion zich
aan de palmzijde van de pols, bij het eindgewricht van een vinger (dan ook
wel slijmcyste genoemd) of aan de basis van een vinger (zie Afbeelding 1).
Een ganglion gaat meestal uit van een naburig gewricht of peesschede. Er is
geen duidelijke oorzaak voor het ontstaan van een ganglion. Het ganglion kan
vooral in het begin pijnlijk zijn en ook wanneer de hand veel of vaak belast
wordt. Een ganglion verandert vaak spontaan van grootte en kan ook weer
vanzelf volledig verdwijnen. Diagnose
De arts kan de diagnose stellen door het ganglion zelf te onderzoeken en de
plaats waar het ganglion is ontstaan. In sommige gevallen laat hij een echo,
röntgenfoto of botscan maken om uit te sluiten dat aandoeningen van het
onderliggende gewricht de oorzaak is van de symptomen.
Vier mogelijke plaatsen van een ganglion:
-
de strekzijde van de pols
-
de strekzijde van het eindgewricht van een vinger
(slijmcyste)
-
de buigzijde van de pols
-
in de handpalm aan de basis van de vinger
Wat zijn de behandelmogelijkheden?
Bij klachten wordt behandeling overwogen. In principe wordt als eerste
behandeling het ganglion leeggezogen en wordt een corticosteroïdpreparaat
met verdovingsvloeistof of een ander preparaat ingespoten om de holte te
laten verkleven. Bij deze behandeling wordt het ganglion dus aangeprikt.
Het ganglion is helaas een afwijking die ondanks deskundige
behandeling nogal eens terugkomt (recidief is). De kans hierop is na een
punctie groter dan na een operatie, maar de punctie geeft geen litteken en
geen napijn.
Als het ganglion niet verdwijnt of weer terug komt bestaat de keuze tussen
een tweede punctie of een operatie.
De operatie
Als u hart- of longklachten hebt dan wel medicijnen gebruikt (met name
bloedverdunners) moet u dit voor de operatie aan uw behandelend arts
melden. De ingreep wordt uitgevoerd op de poliklinische operatiekamer en
kan geschieden onder plaatselijke verdoving, maar soms is het gewenst de
gehele arm te verdoven. Via een kleine snee wordt de 'holte' meestal
gemakkelijk verwijderd. Het kan voorkomen dat het verwijderde ganglion
wordt onderzocht door de patholoog.
Mogelijke complicaties
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. De kans op een
nabloeding of een wondinfectie is gering. Als dit het geval is, moet u
contact opnemen met het ziekenhuis.
Er bestaat een kans dat u later opnieuw last krijgt van een ganglion.
Na de behandeling
Na ongeveer een half uur kunt u naar huis, tenzij de gehele arm verdoofd
is. In dat geval verlaat u na het uitwerken van de verdoving het
ziekenhuis. Het wondgebied is enigszins gevoelig. Met u wordt een afspraak
gemaakt voor de verwijdering van de hechtingen. Als het ganglion
onderzocht is, krijgt u hiervan uitslag bij de nacontrole. Napijn
kunt u het beste bestrijden door zo snel mogelijk na de ingreep een
pijnstiller (bijvoorbeeld Paracetamol 500 mg) in te nemen en dit vier uur
later te herhalen. Na twee dagen mag de wond weer kortdurend nat worden en
is verband niet meer strikt noodzakelijk. Het operatiegebied moet u enkele
dagen ontzien. Uitwendige huidhechtingen worden na 10-14 dagen verwijderd.
Tot slot
Deze informatie werd samengesteld door de Commissie Voorlichting van de
Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt
van reeds bestaand voorlichtingsmateriaal vanuit het Westeinde Ziekenhuis
te Den Haag en het IJsselland Ziekenhuis te Capelle aan de IJssel.
Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan
vernemen wij dat graag. |