Bordetella Pertussis
t |
|
Algemeen
Kinkhoest wordt veroorzaakt door een bacterie, Bordetella Pertussis.
Besmetting vindt plaats van mens op mens door hoesten en niezen. De
incubatietijd is 7 tot 10 dagen, soms langer. Kinkhoest is erg besmettelijk,
vooral in de eerste periode als de hoestbuien nog niet zijn begonnen.
Hoestende patiënten zijn nog 3 tot 4 weken nadat het hoesten is begonnen
besmettelijk. Binnen een gezin is de kans dat iemand met kinkhoest de andere
(niet-gevaccineerde) gezinsleden besmet 90%.
Ziekteverschijnselen
-
Hangerigheid, lusteloosheid, hoesten.
-
Kort op elkaar lange en hevige hoestbuien
met taai slijm, en een lange, gierende inademing.
-
Benauwdheid, blauw aanlopen en soms
overgeven door de hoestbuien.
Complicaties
-
Door het langdurig hoesten kunnen
zuurstoftekort en hersenbloedingen, met hersenletsel als gevolg
voorkomen.
-
Blijvende schade aan de longen.
-
Ademstops, vooral bij heel jonge baby’s,
die dodelijk kunnen zijn.
Kinderen met ernstige hart- of
longafwijkingen lopen meer risico op complicaties. Er bestaat geen
behandeling tegen kinkhoest. Een antibioticumkuur kan ervoor zorgen dat de
besmettelijke periode korter wordt. Dat is alleen zo als al vroeg met de
kuur wordt begonnen. De kuur heeft weinig invloed op de duur en de ernst van
de ziekte. Het effect van vaccinatie
Voordat er grootschalig gevaccineerd werd stierven in Nederland elk jaar
ongeveer 200 mensen aan kinkhoest. Daarna daalde de sterfte in Nederland
drastisch en was kinkhoest bijna verdwenen. Sinds 1996 zijn er weer meer
ziektegevallen. Dat komt doordat de bacterie is veranderd en doordat
vaccineren niet levenslang beschermt. De ziekte verloopt bij
gevaccineerde personen wel minder erg. De vaccinatie tegen kinkhoest zit
sinds het begin in 1957 in het Rijksvaccinatieprogramma. De duur van de
bescherming is niet bekend, maar is in ieder geval enkele jaren.
Het vaccinatieschema
In het Rijksvaccinatieprogramma wordt een acellulair kinkhoestvaccin
gebruikt. Dat is opgenomen in combinatievaccins voor baby’s en kleuters.
-
DKTP-Hib-vaccin: op de leeftijd van 2,
3, 4 en 11 maanden. (Kinderen met een verhoogd risico op hepatitis B
krijgen bij 2, 3, 4 en 11 maanden het DKTP-Hib-HepB-vaccin.)
-
DKTP-vaccin: in het jaar dat het kind
4 wordt.
De DKTP-Hib(-HepB) wordt tegelijk gegeven met
de inenting tegen pneumokokkenziekte, maar wordt op een andere plaats
ingespoten. Mogelijke bijwerkingen van
de DKTP-Hib-(HepB-)vaccinatie
-
Verschijnselen rond de prikplek
(pijn, roodheid, zwelling).
-
Koorts, huilen hangerigheid.
-
Langdurig (langer dan 3 uur)
ontroostbaar huilen (bij circa 1 op de 500 tot 2000 kinderen).
-
Collaps (wegraken) (bij minder dan 1
op de 1000 kinderen).
-
Een verkleurde benen (bij minder dan
1 op de 1000 kinderen)
-
Zeer hoge koorts komt heel zelden
voor
-
Koortsstuipen (bij minder dan 1 op
de 10.000 kinderen).
Bijwerkingen van de DKTP-vaccinatie zijn
milder dan die van het DKTP-Hib-(HepB-)vaccin. Dat komt doordat de kinderen
ouder zijn als ze de DKTP-prik krijgen en doordat de vaccins anders van
samenstelling zijn. Oudere kinderen kunnen wel, zoals bij elke injectie,
flauwvallen. |
|