ten
|
|
Inleiding
Urticaria (of galbulten) is de medische benaming voor netelroos. Dit is een
vaak voorkomende huidreactie. Een groot deel van de bevolking zal in de loop
van zijn/haar leven wel eens hiermee geconfronteerd worden. De oorzaken
lopen uiteen en de aandoening komt op alle leeftijden voor, zowel bij mannen
als bij vrouwen.
Verschijnselen
Urticaria is een zich in korte tijd ontwikkelende, vaak heftige jeukende
uitslag van de huid, die begint met rode vlekken en daarna in verdikte,
bleke plekken kan overgaan. De verschillende plekjes kunnen al of niet
samenvloeien tot grotere vlakke plakkaten. Typerend is ook dat ze binnen
enkele uren kunnen verdwijnen en ergens anders weer verschijnen.
In feite betreft het een vochtophoping (oedeem) in de bovenste laag van de
huid doordat de kleine haarvaatjes in de huid zich verwijden (rode fase)
waarna door lekkage het vocht in de weefsels terecht komt (bleke fase). Zo'n
plek noemen we een urtica, bladder of kwaddel. Deze kwaddels hebben geen
voorkeursplaatsen, ze komen zowel op armen en benen voor als op de romp en
het gelaat. Hoewel de plekken soms met blaren worden verward, is er een
duidelijk verschil: er is geen sprake van met vrij vocht gevulde blazen.
Soms gaat urticaria gepaard met zwelling van oogleden, tong of
mondslijmvlies. Dit wordt angio-oedeem genoemd. Angio-oedeem is eigenlijk
hetzelfde als netelroos, maar de vochtophoping vindt wat dieper in de huid
plaats, in weefsels die makkelijker uitzetten. Verder kan het langer duren
voor de zwelling verdwenen is (tot enkele dagen).
De urticariële reactie is in het algemeen wel erg vervelend, maar meestal
niet van ernstige aard, omdat het proces zich volledig herstelt, meestal
binnen enkele uren. De aanvankelijk jeukende plekken trekken dan geleidelijk
weg. Bestaan de klachten langer dan 6 weken, dan spreekt men van chronische
urticaria.
Oorzaak
Urticaria zijn vrijwel altijd allergisch van aard. Bij het ontstaan van
urticaria speelt histamine een belangrijke rol. Histamine verwijdt namelijk
de bloedvaten en veroorzaakt jeuk. Bij een brandnetelsteek ontstaat een
urtica, omdat de netelcellen van de brandnetel histamine bevatten (de
Latijnse naam voor brandnetel is overigens ook urtica. Ook bevat de
"Conifeer" veel van deze stoffen.
Behalve histamine spelen ook andere lichaamseigen stoffen een rol bij het
ontstaan van netelroos. Dergelijke (boodschapper)stoffen liggen klaar in
bepaalde "opslagplaatsen" (mestcellen) waaruit ze, onder invloed van
prikkels kunnen worden vrijgemaakt. Zo'n prikkel kan zijn het innemen van
een medicijn of voedingsmiddel, psychische factoren, maar ook een infectie,
het leveren van overmatige lichamelijke inspanning of de inwerking van
zonlicht op de huid. Veelal is de aard van de prikkel niet bekend en lukt
het ook niet om deze op te sporen. Ook kunnen meerdere prikkels
tegelijkertijd aanwezig zijn. Normaal brengen bovengenoemde prikkels geen
reactie teweeg. Verloopt dit proces minder goed, dan kan urticaria ontstaan.
Tot op heden worden de prikkels in de volgende groepen onderverdeeld:
-
(allergie voor) geneesmiddelen (zoals
pijnstillers en antibiotica)
-
acute of chronische infecties (vooral
veroorzaakt door bacteriën)
-
fysische prikkels (koude, warmte, zonlicht,
lichamelijke inspanning...)
-
voedseltoevoegingen (kleurstoffen e.d)
-
allergie voor voedingsmiddelen (vooral
schaaldieren en bij kleine kinderen melk, ei en soja)
-
allergie voor ingeademde producten (zoals
oplosmiddelen en dierlijke huidschilfers)
-
insectensteken en -beten (van bijen, vlooien,
muggen etc. Bij vlooien en muggen is het een allergische reatie op
eiwitten in het speeksel van deze dieren, bij wespen- en bijensteken bevat
het gif zelf o.a. weer histamine)
-
interne ziekten (zoals hormonale stoornissen en
stofwisselingsziekten)
-
contact op de huid met bepaalde stoffen
In bepaalde families komt urticaria vaker voor
dan normaal. Dit is bijvoorbeeld het geval bij bepaalde urticaria-typen,
zoals de zogenoemde koude-urticaria en zonlicht-urticaria. Ook het syndroom
van Schnitzler en Syndroom van Muckle-Wells worden als zeldzame, aparte
urticara-syndromen onderscheiden.
Behandeling
Urticaria wordt door artsen gemakkelijk herkend. Wanneer u hem dit probleem
voor het eerst voorlegt, zal de arts om te beginnen informeren naar veel
voorkomende oorzaken. Het al pratend napluizen van een mogelijke oorzaak
lost een groot deel van de gevallen op, zonder dat nader onderzoek nodig is.
Meestal gaat het vanzelf over in één of twee weken. Tot die tijd kunnen de
klachten met een antihistaminicum worden onderdrukt.
Bij chronische urticaria (die langer dan 6 weken blijven aanhouden), kan
verder onderzoek nodig zijn. De belangrijkste informatiebron is de patiënt.
De aanwijzingen in het verhaal bepalen welke mogelijke oorzaken onderzocht
moeten worden. Het aantal mogelijke oorzaken is onbeperkt, in tegenstelling
tot het aantal tests dat kan worden uitgevoerd. Er is pas kans op succes als
er al een idee bestaat over wat de oorzaak zou kunnen zijn. Het lukt slechts
in een deel (minder dan 50%) van de gevallen de oorzaak op te sporen.
Waarnemingen van de patiënt zijn hierbij van veel grotere waarde dan
allergietesten, hetzij huidtesten, hetzij immunoglobuline (IgE) bepalingen. |
|