|
|
Inleiding
De acute stress-stoornis is een psychische aandoening die in het
DSM-IV (Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders) is ingedeeld bij de
angststoornissen. De stoornis kan optreden als iemand is blootgesteld
aan een ernstige traumatische ervaring (shock). De reacties op dit
trauma zijn sterke gevoelens van angst, afschuw, machteloosheid en
hulpeloosheid.
Wie aan de acute stress-stoornis lijdt, heeft meestal een verdoofd
gevoel, ontwikkelt problemen met geheugen, slaap en concentratie, is
prikkelbaar, schrikachtig of angstig en ervaart het trauma regelmatig
opnieuw.
Het DSM-IV geeft de volgende criteria voor de aandoening:
-
De persoon is met een gebeurtenis
geconfronteerd die levensbedreigend is, waarin een ernstig letsel
zou kunnen optreden of die de lichamelijke integriteit van de
persoon of anderen in gevaar brengt.
-
De reactie van de persoon is intense
angst, hulpeloosheid of afschuw.
-
Een subjectief gevoel van verdoofdheid of onthechting of de
afwezigheid van emotionele reacties.
-
Een verminderd bewustzijn van de omgeving (reageert als in een waas)
-
Derealisatie
-
Depersonalisatie
-
Dissociatieve amnesie (het onvermogen zich essentiële delen van het
trauma te herinneren)
-
De persoon herbeleeft het trauma voortdurend op minstens één van de
volgende manieren: terugkerende beelden, gedachten, dromen, illusies,
flashbacks, het gevoel het trauma opnieuw te beleven of onrust bij
zaken die herinnering aan het trauma veroorzaken.
-
Duidelijke vermijding van stimuli die herinnering aan het trauma
oproepen (bijvoorbeeld gedachten, gevoelens, gesprekken, bezigheden,
locaties, mensen).
-
Duidelijke symptomen van angst, spanning of een verhoogde staat van
opwinding (bijvoorbeeld slaapproblemen, prikkelbaarheid,
concentratieverlies, overmatige waakzaamheid, schrikreacties en
motorische rusteloosheid).
-
De stoornis veroorzaakt significant lijden of problemen in de
sociale omgang, op het werk of op andere belangrijke terreinen of
verhindert het uitvoeren van noodzakelijke taken, bijvoorbeeld het
vragen van medische of juridische bijstand of het inlichten van de
familie over het trauma.
-
De stoornis duurt minimaal twee dagen en maximaal vier weken en
treedt op binnen vier weken na de traumatische gebeurtenis.
-
De stoornis is geen direct gevolg van het innemen van een
substantie (bijvoorbeeld drugs of geneesmiddelen) of een somatische
aandoening. De stoornis is niet toe te schrijven aan een kortdurende
psychotische stoornis en is niet uitsluitend een verergering van een
aandoening uit As I of As II.
|
|