home

 

Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD), aandachtstekort / hyperactiviteitsstoornis

register

 

overzicht stoornissen

ten

 

 

 

 

Inleiding
Het aandachtstekort heeft hier niets te maken met het al dan niet krijgen van voldoende aandacht vanuit de omgeving. Bij ADHD is het vermogen om onbelangrijke prikkels weg te filteren gestoord, waardoor de ADHD'er wordt overspoeld met teveel uiterlijke prikkels. Daardoor is het niet goed mogelijk om de aandacht bij één ding tegelijk te houden. Ook bij de eigen gedachten wordt geen onderscheid gemaakt tussen belangrijk en minder belangrijk, waardoor de aandacht niet goed bij één onderwerp gehouden kan worden. Dit leidt tot gebrek aan concentratie.
Hyperactiviteit (die niet bij iedere ADHD'er aanwezig is) uit zich door lichamelijke onrust maar ook tot innerlijke onrust en impulsiviteit. Ook hyperactiviteit kan verklaard worden als het gevolg van het binnen komen van te veel of te sterke prikkels.

ADHD
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, oftewel Aandachts-Tekort-Stoornis met Hyperactiviteit.
Makkelijker te onthouden is misschien Alle Dagen Heel Druk. Maar, deze benaming klopt niet helemaal omdat niet iedereen met ADHD hyperactief of druk is! In het Engels heeft men het vaak over ADD, dus zonder H, als men àlle ADHD bedoelt, dus met en zonder hyperactiviteit. Hopelijk vindt u in de toekomst via deze pagina ook specifieke informatie over de niet-hyperactieve vorm: ADD.

Diagnose

ADHD, vroeger ook wel MBD (Minimal Brain Dysfunction) genoemd, valt in de DSM-IV uiteen in de volgende drie groepen:

  • Het onoplettende type. Dit is het type waarbij er vooral sprake is van ernstige en aanhoudende aandachtszwakte (moeite om de aandacht in het hier-en-nu te houden). Dit wordt ook wel het ADD-type genoemd.

  • Het hyperactieve/impulsieve type. Hier is er vooral sprake van ernstige en aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit.

  • Het gecombineerde type. Beide soorten problemen komen samen voor. Dit type ADHD komt het meeste voor.

Het is niet altijd gemakkelijk om het juiste type te bepalen, omdat de overgangen vloeiend verlopen en de combinaties van eigenschappen per individu verschillen. Jongens met ADHD kampen vaker met hyperactiviteit, impulsiviteit en gedragsproblemen, terwijl meisjes met ADHD wat vaker van het ADD-type zijn.
ADHD wordt doorgaans vastgesteld door een psychiater, psycholoog of een orthopedagoog met in ieder geval een basisaantekening psychodiagnostiek (BAPD). Deze zijn hiervoor specifieker opgeleid dan een andere arts dan de psychiater. Elke arts is bevoegd om de diagnaose ADHD vast te stellen. Enkel een arts is bevoegd om eventueel medicatie voor te schrijven.
Voor het diagnosticeren kunnen verschillende tests en observaties worden gebruikt. Er bestaat geen standaardtest.
Volgens de huidige inzichten komt ADHD bij 3 tot 5% van de kinderen voor en bij zeker 1% van de volwassenen. Bij ADHD spelen ook erfelijke elementen een rol. Het komt dan ook regelmatig voor, dat er ook bij een van de ouders sprake is van ADHD, vaak zonder dat ooit de diagnose is gesteld. In het verleden werd ADHD bij kinderen vaak niet onderkend. Voor zover dat wel het geval was, was men algemeen van mening, dat de symptomen vanzelf geleidelijk zouden verdwijnen en dat ADHD bij volwassenen niet voorkomt. Dit blijkt maar in zeer beperkte mate het geval. ADHD verdwijnt nooit helemaal. Wel veranderen de symptomen, omdat de volwassene na verloop van tijd beter met zijn beperkingen leert om te gaan en de maatschappij aan volwassenen andere eisen stelt.
Van de volwassenen met adhd heeft een extreem hoog aantal last van een comorbide (bijkomende) ernstige stoornis. Bij circa vier van de vijf patiënten is dit het geval, ongeveer een derde heeft zelfs meerdere bijkomende stoornissen. Uit een beperkt onderzoek onder een geselecteerde groep van 105 volwassenen met ADHD uit 2006 blijkt, dat ADHD een negatieve invloed heeft op een groot aantal terreinen, zowel lichamelijk en psychisch als sociaal en economisch. De kwaliteit van leven wordt lager ervaren dan gemiddeld.
ADHD in combinatie met dyspraxie wordt ook wel DAMP-syndroom genoemd.

Wat als je problemen hebt?
Als je ADHD hebt kun je van veel verschillende dingen last hebben. Een verdeling die gemaakt kan worden is de volgende:

  • aandachtsproblemen of concentratieproblemen;

  • impulsiviteit;

  • hyperactiviteit.

Daarnaast zijn er bij ADHD ook vaak problemen met de tijdsbeleving. Deze verschijnselen hoeven niet allemaal voor te komen, er zijn verschillende typen ADHD.

Aandachtsproblemen
Hierbij is er sprake van vergeetachtigheid, moeite met details, je spullen kwijtraken, afgeleid raken door andere dingen, van alles tegelijk doen. Niet kunnen blijven luisteren, 'het ene oor in, het andere uit' valt hier ook onder. Maar ook komt hyperfocussen voor, het lijkt dan alsof men 'wel kan, als men maar wil'.
Iemand zei eens: een ADHD-kind wordt zijn hele leven gestraft als hij twee keer iets goed doet. Bedoeld wordt hiermee dat als het kind zich heel sterk ergens op richt, hyperfocust, een taak dan kan worden afgerond, en vaak nog goed ook. Dit zet de verwachting voor de volgende keren en dan kan het misschien wel niet lukken om te 'hyperfocussen'. Dan zegt de omgeving al snel: "Je kunt wel, maar je wilt niet, je bent lui!"

Impulsiviteit
Meteen dingen doen, niet eerst nadenken. Dingen 'eruit flappen', voor je beurt spreken (vaak ook omdat men bang is te vergeten wat men wil zeggen, zie ook de vergeetachtigheid), vreetbuien, snel relaties aangaan en weer verbreken, geld uitgeven zonder dat het nodig of verantwoord is, voordringen zonder dat men er erg in heeft.

Hyperactiviteit
Altijd een gevoel van onrust in het lijf, niet stil kunnen zitten, steeds moeten opstaan en rondwandelen, steeds friemelen met de handen of met een voorwerp, tikken met de voeten, doorpraten alsof er geen rem is. Ellenlange verhalen afsteken waarbij de luisteraar de draad allang kwijt is. Gespannen zijn en blijven, moeilijk to rust komen. Vaak beweeglijk zijn in de slaap.

Tijdsbeleving
Ook wordt tijdsbeleving genoemd, al staat dit niet in de DSM-IV criteria.
Bij veel ADHD-ers is er namelijk een probleem met het inschatten van tijd. Je komt vaak te laat, schat de tijd die ergens voor nodig is altijd verkeerd in, altijd te kort. Alsof de klok in je hersenen niet goed loopt. ADHD-ers komen vaak te laat! Zelfs is er onderzoek gedaan of je dit verschijnsel zou kunnen gebruiken als een van de testen op ADHD.

Bijzondere kenmerken ADHD
ADHD'ers zijn beweeglijk, onrustig en minder voorspelbaar in hun motoriek en in hun denken. Ze zijn gevoelig voor prikkels van buitenaf, maar zoeken de prikkels zelf op wanneer die ontbreken. Door deze eigenschappen komen we onder ADHD'ers mensen tegen die bijzondere vaardigheden hebben ontwikkeld met betrekking tot het snel combineren van informatie en indrukken, die probleemoplossend denken, met creativiteit en originaliteit, ruimtelijk inzicht. Omdat veel ADHD'ers een bepaalde prikkeldrempel nodig hebben zullen ze in bepaalde risicovolle omstandigheden en in crisissituaties juist alerter en beter gaan functioneren terwijl bij normale mensen het afbreukrisico juist toeneemt. Een ADHD'er kan een probleem als een uitdaging tegemoet willen treden, terwijl een normaal iemand zich ontwijkend zal opstellen. Er wordt weinig of geen gebruik van gemaakt om juist mensen met ADHD vanwege deze complementaire eigenschappen en vooral kwaliteiten bewust aan te trekken en in te zetten [bron?].
Voelt de ADHD'er zich overspoeld door een overmaat van prikkels (achtergrondmuziek in winkels, sterke geuren, veel mensen in zijn omgeving, enzovoort), dan zal hij zich liever terugtrekken, bijvoorbeeld in een omgeving zonder geluiden of irriterend licht.
Sommige mensen met ADHD hebben ook vaker moeite met het onthouden van dingen, wat uiteindelijk gaat leiden tot leerproblemen en gedragsveranderingen op school. Het is momenteel het meest voorkomende gedragsprobleem bij kinderen.