|
|
Criteria:
-
De aanwezigheid van twee of meer van elkaar te
onderscheiden persoonlijkheidstoestanden of identiteiten (elk met
een eigen betrekkelijk langdurig patroon van het waarnemen van,
het omgaan met en het denken over de omgeving en zichzelf).
-
Ten minste twee van deze persoonlijkheidstoestanden of identiteiten
bepalen geregeld het gedrag van betrokkene.
-
Onvermogen zich belangrijke persoonlijke
gegevens te herinneren dat te uitgebreid is om verklaard te kunnen
worden door gewone vergeetachtigheid.
-
De stoornis is niet het gevolg van is niet het
gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel
(bijvoorbeeld black-outs of chaotisch gedrag tijdens een
alcoholintoxicatie) of een somatische aandoening (bijvoorbeeld
complexe partiële insulten).
N.B. Bij kinderen zijn de symptomen niet toe te schrijven aan denkbeeldige
speelkameraadjes of andere fantasiespelletjes.
Ontstaan
Onderzoek heeft aangetoond dat meer dan 90% een geschiedenis heeft van
ernstig fysiek en seksueel geweld dat op zeer vroege leeftijd is begonnen.
Kleine kinderen hebben vaak gefantaseerde speelkameraadjes. Als het kind
bloot staat aan ernstig geweld, kan het kind troost en steun zoeken bij zo'n
gefantaseerd speelkameraadje. Het vormt voor het kind een mogelijkheid om in
zijn geest te ontsnappen aan angstige situaties. Men neemt aan voor het
jonge kind de scheiding tussen fantasie en werkelijkheid langzaam vervaagt
en dat hij dit vriendje als deel van zichzelf gaat beschouwen. Geleidelijk
creëert het kind één of meerdere aparte persoonlijkheden zich, die beter
zijn opgewassen tegen het trauma en dit ook feitelijk ondergaan zonder dat
de oorspronkelijke persoon daar weet van heeft. Die aparte persoonlijkheden
worden in de literatuur op verschillende wijzen aangeduid: alters,
alterpersoonlijkheden, persoonsdelen, persoonlijkheden,
persoonlijkheidstoestanden, identiteiten et cetera.
Dissociatieve of primaire symptomen
De dissociatieve identiteitsstoornis is een ernstige dissociatieve stoornis
die vaak gepaard gaat met verschillende vormen van dissociatie, zoals
dissociatieve amnesie, dissociatieve fugue en depersonalisatie.
-
Amnesie
Amnesie is een belangrijk symptoom om DIS te onderscheiden van andere
stoornissen, zoals bijv. de borderline persoonlijkheidsstoornis. De
tijdsbeleving is vaak vanaf heel jonge leeftijd gestoord. Vaak bestaan er
maar zeer losse herinneringen aan de jeugd na de leeftijd van vijf jaar. Een
centrale klacht is het "kwijt zijn" van "blokken" tijd in het recente
verleden. Patiënten hebben geheugenverlies voor een aantal uren of zelfs
dagen en bevinden zich soms op plekken waarvan ze niet weten hoe ze daar
gekomen zijn of kunnen. Wanneer DIS-patiënten nooit eerder over hun
symptomen hebben gesproken, hebben zij de neiging die (met name
betreffende amnesie) te ontkennen of te bagatelliseren.
-
Depersonalisatie Depersonalisatie komt in vele vormen en bij uiteenlopende psychiatrische
stoornissen voor. Patiënten met DIS beschrijven verschillende, zeer
specifieke vormen, van depersonalisatie. Wat het hierbij vooral om gaat
zijn:
-
gevoelens van verregaande vervreemding van zichzelf, in de zin van
handelen buiten de controle
om, "als een robot of automaat", "alsof ik er zelf niet bij ben"
-
buiten, naast, achter of boven jezelf staan, "van een afstandje
toekijken", jezelf van een
afstandje zien
-
veranderde lichaamsbeleving zoals gevoelloosheid in delen van het lichaam.
Ongevoeligheid voor
pijn
-
veranderde waarneming van het lichaam, bijvoorbeeld de handen of benen
lijken veel kleiner of
juist veel groter
-
Derealisatie Derealisatie betekent de beleving van de omgeving of bekenden als
onwerkelijk, vervreemding of afstandelijke belevering van de omgeving.
Derealisatie komt eveneens in vele vormen en bij uiteenlopende
psychiatrische stoornissen voor.
-
Identiteitsverwarring Identiteitsverwarring is niet een specifiek dissociatief symptoom. Patiënten
met DIS beschrijven de verwarring en innerlijke strijd vaak als "oorlog",
alsof er allerlei verschillende wensen, impulsen en gedragingen
tegelijkertijd aanwezig zijn. De innerlijke conflicten kunnen zo hoog
oplopen dat een patiënt uiteindelijk niets doet of tien dingen "tegelijk" of
achter elkaar en niets afmaakt. Vaak betreft het ook een strijd tussen
verschillende stemmen in het hoofd. De eigen identiteit wordt niet begrepen.
-
Identiteitswijziging / fragmentering Tijdens de anamnestische periodes is een ander deel van de persoonlijkheid
dominant. Vaak zijn de patiënten zich aanvankelijk niet bewust van het
bestaan van de andere persoonlijkheid. Dat andere deel van de
persoonlijkheid kan sterk verschillen van het oorspronkelijke deel. Niet
alleen het karakter kan verschillend zijn (bijvoorbeeld erg stoer in plaats
van erg verlegen), ook kunnen onder andere het geslacht en de fysieke
gesteldheid sterk verschillen. Het kan één separate identiteit zijn die
daarbij het bewustzijn domineert of een combinatie van verscheidene.
Volledige dissociatieve episoden kunnen korter- of langerdurend van aard
zijn. Een gedissocieerde identiteit kan variëren van heel even tot meerdere
uren de controle over handelen, denken en beleven in handen nemen.
Secundaire of bijkomende symptomen
-
Stemmen
Bijna alle DIS-patiënten horen stemmen in hun hoofd, die commentaar kunnen
leveren op hun
gedrag, met elkaar in gesprek zijn over de patiënt of (vaak
zelfdestructieve) opdrachten geven. Vaak blijken die stemmen in relatie te
staan met traumatisch gebeurtenissen in de vroege jeugd.
-
Depressieve stemming
DIS gaat vaak gepaard met depressieve klachten en zelfmoordgedachten.
-
Klachten passend bij een posttraumatische stress-stoornis
Gezien de voorgeschiedenis van ernstig fysiek en seksueel geweld in de
vroege jeugd is het begrijpelijk dat bij een groot deel van de DIS-patiënten
zich klachten voordoen die passen bij een posttraumatische stress-stoornis.
Met name slaapproblemen, nachtmerries en angst komen veelvuldig voor.
Voorkomen
De prevalentie (totaal aantal gevallen die er op een bepaald moment zijn)
wordt geschat op tussen de 3 en 5% van alle opgenomen psychiatrische
patiënten. |
|