Inleiding Pervasieve ontwikkelingsstoornis,
niet anderszins omschreven (Pervasive Developmental Disorder - Not
Otherwise Specified) is de restgroep van de pervasieve
ontwikkelingsstoornissen, aan autisme verwante contactstoornissen die
ook niet voldoen aan de criteria voor de stoornis van Asperger, de
stoornis van Rett of de desintegratiestoornis, zoals beschreven in het
handboek DSM. Vaak wordt de Engelstalige afkorting PDD-NOS gebruikt.
PDD-NOS Onder PDD-NOS vallen stoornissen die niet voldoen aan de criteria van
de andere aandoeningen in de groep. Zo zijn in de restgroep
aandoeningen ondergebracht als atypisch autisme en MCDD. Omdat PDD-NOS
(in het Nederlands dus POS-NAO) een restgroep is en de symptomen in
vorm en intensiteit uiteenlopen, zijn er geen 'harde' criteria. Wel
bestaan enige richtlijnen: Er is een ernstige achterstand of beperking
in de sociale interactie; daarbij bestaan er tekortkomingen in de
(non-)verbale communicatievaardigheden of is er sprake van stereotiep
gedrag en interesse[1]. In de differentiaaldiagnose moet worden
uitgesloten dat er sprake is van een andere pervasieve
ontwikkelingsstoornis. Ook moet (met name bij volwassenen) worden
uitgesloten dat de symptomen het gevolg zijn van schizofrenie, schizotypische persoonlijkheidsstoornis of ontwijkende
persoonlijkheidsstoornis.
Mensen met PDD-NOS hebben (vaak) veel structuur nodig. Ze zijn niet
(altijd) in staat goed te reageren op een niet vooraf geplande
gebeurtenis. Vaak hebben ze ook minder controle over hun lichamelijke
bewegingen, maar het grootste probleem is soms dat ze zich niet kunnen
inleven in anderen, op uitzonderingen na. Ze kunnen (erg) op zichzelf
gericht zijn en hebben vaak achterstanden op emotioneel, sociaal en
motorisch gebied.
PDD-NOS is niet altijd even ernstig. Er zijn veel gradaties tussen
mensen die aan de stoornis lijden. Ze hebben meestal wel allemaal met
elkaar gemeen dat ze veel behoefte hebben aan structuur en een
duidelijke dagplanning zodat ze niet voor verrassingen komen te staan.
Kenmerken
Kinderen met PDD-NOS hebben vaak tekortkomingen in hun sociale
vaardigheden. Ze kunnen moeilijk overweg met leeftijdsgenootjes.
Ze hebben moeite om te laten zien wat ze voelen qua
emoties. Ze hebben vaak moeite met het herkennen van emoties bij
anderen en kunnen zich daar dan niet op aanpassen. Hierdoor ontstaat
vaak de afstand die kinderen met PDD-NOS hebben tot
leeftijdsgenootjes.
Vaak kunnen kinderen met PDD-NOS moeilijk fantasie van werkelijkheid
scheiden; als ze bijvoorbeeld in een televisieserie iemand dood zien
gaan, dan is deze volgens hen ook echt dood. Daarbij snappen ze vaak
woordspelingen en uitdrukkingen niet, omdat ze alles heel letterlijk
nemen. Als je bijvoorbeeld zegt dat de buurvrouw naast haar schoenen
loopt, zal het kind met PDD-NOS naar de buurvrouw gaan kijken, of ze
letterlijk naast haar schoenen staat, tenzij het kind de uitdrukking
uitdrukkelijk al van buiten en binnen kent. Dit gebeurt vooral op
jonge leeftijd. Ook denken kinderen met PDD-NOS vaak in hokjes, alles
heeft een eigen plekje.
Oorzaken en gevolgen
De oorzaak van PDD-NOS is niet duidelijk. Men vermoedt dat een
stoornis in de ontwikkeling van de hersenen gevolgen heeft voor het
verwerken van informatie. Dit betekent een ernstige beperking voor het
hele toekomstige leven van het kind, want het verdwijnt niet.
Het komt wel voor dat een kind/volwassene beter leert omgaan met
PDD-NOS en gedrag en handelingen aanleert. Hetzelfde geldt ook vaak
voor de stoornis van Asperger en hoogfunctionerend autisme.
Het komt voor dat mensen hoog- tot zeer hoog begaafd zijn, in
combinatie met PDD-NOS. Vaak wordt hun breincapaciteit niet volledig
benut, simpelweg vanwege het feit dat de PDD-NOS dit blokkeert. Dit
heeft te maken met verschil in verbale en performale intelligentie.
Veel weten en er naar kunnen handelen is een groot probleem bij mensen
met PDD-NOS. Ook komt het vaak voor dat men niet goed kan plannen,
puur omdat ze vaak geen overzicht hebben.Dit kenmerk is tevens een
veelgehoord verschijnsel bij o.a. mensen met het syndroom van Asperger,
hoogfunctionerend autisme en NLD.
Raakvlakken ADHD
Hyperactiviteit en slechte concentratie worden bij veel kinderen met
PDD-NOS waargenomen. In die zin lijkt er een relatief grote overlap
met de stoornissen ADHD en ADD te zijn. Belangrijk verschil is dat
concentratieproblemen en hyperactief gedrag bij PDD-NOS een andere
onderliggende oorzaak vinden dan bij AD(H)D. De diagnosticus moet aan
de hand van bijv. testen en onderzoeken de differentiaaldiagnose
kunnen stellen.
Ondersteuning
Er zijn diverse instanties waar mensen met een autistische stoornis
terechtkunnen voor begeleiding en/of lotgenotencontact. Naast
officiële instanties zoals het GGZ zijn er verenigingen zoals PAS
(Personen uit het Autisme Spectrum) (welke zich richt op normaal
begaafde volwassenen (18+) met autisme) en de NVA (Nederlandse
Vereniging voor Autisme) (welke zich vooral richt op ouders met
autistische kinderen). |