home

 

schizofrenie

register

 

overzicht stoornissen

  Kenmerken
De essentiële kenmerken van schizofrenie zijn een mengeling van karakteristieke symptomen (positief en negatief) die voor een significant gedeelte van de tijd bijna voortdurend aanwezig zijn geweest en wel voor een periode van 1 maand (of een kortere periode bij een succesvolle behandeling), waarbij aangetekend moet worden dat bij bepaalde symptomen de stoornis tenminste 6 maanden voortduurt (Criteria A en C). Deze symptomen gaan gepaard met mislukken op sociaal en beroepsmatig gebied (criterium B).

De aandoening kan niet worden toegeschreven aan een schizo-affectieve stoornis of een stemmingsstoornis met psychotische kenmerken en is eveneens niet toe te schrijven aan de directe fysiologische effecten van een substantie ingenomen dan wel ingeademd. De stoornis kan eveneens niet worden toegeschreven aan een algemeen medische conditie (Criterium D en E). Individuen waarbij de diagnose autisme gesteld is (of een andere alles overheersende ontwikkelingsstoornis) wordt de diagnose schizofrenie alleen gesteld wanneer overheersende wanen of hallucinatie tenminste een maand aanwezig zijn (Criterium F). De karakteristieke symptomen van schizofrenie omvatten een serie cognitieve en emotionele aandoeningen waartoe gerekend kunnen worden perceptie(waarneming), denkstoornissen, taal en communicatie, zelfcontrole, gevoelsleven, soepelheid en productiviteit van spraak en gedachten, het vermogen te genieten, wilskracht, en drift en aandacht en initiatief. Geen enkel symptoom is pathognomisch (het symptoom dat bepaalt of er al dan niet sprake is van een bepaalde ziekte) voor schizofrenie: de diagnose behelst de herkenning van samenhangende symptomen die in verband gebracht kunnen worden met stoornissen in het beroeps- en sociale leven.

Symptomen
Kenmerkende symptomen (criterium A)vallen in twee brede categorieën: positief en negatief. De positieve symptomen lijken een overdrijving of vervorming van de normale functies te weerspiegelen. Negatieve symptomen lijken juist een vermindering van de normale functies te weerspiegelen.
De positieve symptomen (criterium A1-A4) behelzen vervormingen of overdrijvingen van denkstoornissen(wanen), perceptie (hallucinaties), taal en communicatie(verward praten), en zelfcontrole(sterk verward en catatoon gedrag). Deze positieve symptomen omvatten twee te onderscheiden dimensies die op zijn beurt mogelijk in veroorzaakt worden door onderliggende mechanismen en hun klinische verbanden: de "psychotische dimensie" omvat wanen en hallucinaties, terwijl de gedesorganiseerde dimensie verwarde spraak en gedrag omvat. Negatieve symptomen (criterium A5) omvatten beperkingen in de mate van intensiteit van emotionele expressie(vervlakking van het gevoelsleven), in de soepelheid en productiviteit van gedachten en spraak (alogia)en in het beginnen van doelgericht gedrag(initiatiefloosheid apathie.