Ziekte van Addison (Brons-ziekte), bijnierschorsinsufficiëntie (primair) |
||||||
Thomas Addison (1793-1860)
|
Beschrijving De ziekte van Addison is meestal een auto-immuunziekte. Bij auto-immuunziekten richt de afweer zich tegen delen van het eigen lichaam. Bij de ziekte van Addison richt de afweer zich tegen de bijnierschors. De bijnierschors is de buitenste laag van de bijnieren. De bijnieren liggen boven de nieren. De bijnierschors maakt de hormonen cortisol en aldosteron. Cortisol is onder andere belangrijk bij stress en inspanning. Het zorgt er dan voor dat er voldoende energie vrijkomt om prestaties te kunnen leveren. Aldosteron is betrokken bij de water- en zouthuishouding; het speelt een rol bij het reguleren van de hoeveelheid water en zout in het lichaam. Doordat de afweer bij de ziekte van Addison de bijnierschors aanvalt, werkt de bijnierschors niet meer goed. Er kunnen niet voldoende cortisol en aldosteron gemaakt worden. Hierdoor kunnen kenmerken ontstaan zoals vermoeidheid, vochtverlies, gewichtsverlies, bruine verkleuring van de huid, verminderde eetlust, behoefte aan zout en misselijkheid. Thomas Addison beschreef de ziekte voor het eerst in 1855. Soms is er sprake van een erfelijke vorm van de ziekte van Addison. Diagnose De ziekte van Addison kan worden vermoed op grond van de bovenstaande kenmerken. De diagnose kan worden bevestigd met bloedonderzoek. Behandeling De ziekte van Addison is niet te genezen. De behandeling bestaat uit het geven van bepaalde hormonen zodat het tekort aan cortisol en aldosteron wordt opgeheven. Voorkomen (frequentie) Ongeveer 4 op 100.000 tot 6 op 100.000 personen heeft de ziekte van Addison. Overerving De ziekte van Addison is meestal niet erfelijk. Soms is er sprake van een erfelijke vorm van de ziekte van Addison. De erfelijke vorm kan autosomaal recessief of X-gebonden recessief overerven. |
|||||
|