home

 

ziekte van Graves-Basedow, diffuus toxisch struma

register

 

syndromen /
ziekte van....


Robert Graves
(1797-1853)

 

Karl Adolph Basedow
(1799-1854)

 

Beschrijving
De ziekte van Graves en de ziekte van Basedow zijn benamingen voor één ziekte; de meest gebruikte term is de ziekte van Graves, vernoemd naar een Engelse arts. In Duitstalige landen wordt de aandoening de ziekte van Basedow genoemd. De ziekte van Graves is de verzamelnaam voor drie vormen van deze schildklieraandoening:

  • Graves’ hyperthyreoïdie: een te snel werkende schildklier;

  • Graves’ ophthalmopathie: een oogaandoening;

  • Pretibiaal myxoedeem: verdikking van de huid op de scheenbenen.

De eerste beschrijving van een ziekte met de symptomen van de ziekte van Graves werd in de 12de eeuw al opgeschreven door de Perzische arts Sayyid Ismail al-Jurjani. In 1835 gaf de Ierse arts Robert James Graves een nauwkeurige beschrijving van de ziekte en enkele jaren later beschreef de Duitser Karl Adolph Basedow dezelfde ziekte onafhankelijk van de Ier. De ziekte is daarom ook gekend als de ziekte van Graves-Basedow.

De ziekte van Graves is de meest voorkomende schildklierziekte, een auto-immuun ziekte en komt bij, naar schatting, 1 op de 35 vrouwen voor. Normaal beschermt het afweersysteem het lichaam. Normaal gesproken maakt het lichaam antistoffen aan tegen lichaamsvreemde stoffen, bijvoorbeeld bij infecties. Bij een auto-immuunziekte maakt het lichaam echter ook antistoffen aan tegen het eigen weefsel. Bij de ziekte van Graves richt het afweersysteem zich tegen de schildklier. Hierdoor treedt een ontstekingsreactie op en wordt de schildklier groter en mogelijk zichtbaar (struma). Verder kunnen deze antistoffen de schildklier aanzetten tot een verhoogde productie van schildklierhormoon (hyperthyreoïdie). Wanneer de ziekte van Graves aanhoudt, kan deze auto-immuunziekte uiteindelijk leiden tot juist een verminderde productie van schildklierhormonen.
De schildklier is een orgaantje dat in de hals zit en schildklierhormonen afgeeft. Schildklierhormonen zorgen ervoor dat voedsel wordt opgenomen en in energie wordt omgezet. Bij de ziekte van Graves gaat de schildklier te hard werken waardoor er teveel schildklierhormonen worden afgegeven

 
Kenmerken van de ziekte van Graves kunnen zijn:

  • vergrote schildklier (krop);

  • aangedane oogspieren (ogen puilen uit);

  • verdikking van de huid op de scheenbenen;

  • vermoeidheid;

  • gewichtsverlies;

  • niet goed tegen temperatuurschommelingen kunnen;

  • overmatige transpiratie;

  • versnelde hartslag;

  • diarree;

  • concentratieverlies;

  • trillende handen;

  • verminderde menstruatie;

  • hartritmestoornissen;

  • verandering in libido.

Of en de mate waarin de kenmerken ontstaan, verschilt van persoon tot persoon. Factoren als stress, roken, de aanwezigheid van auto-immuun schildklieraandoeningen in de familie en infecties kunnen bijdragen aan het ontstaan.

Diagnose
De ziekte van Graves wordt vastgesteld op grond van de bovengenoemde kenmerken, aangevuld met bloedonderzoek om de schildklierfunctie te bepalen. Ook oogonderzoek kan worden gedaan.

Behandeling
De ziekte van Graves is meestal goed te behandelen door:

  • het innemen van medicijnen die de overmatige werking van de schildklier onderdrukken;

  • het beperken van de schildklierfunctie door middel van radioactieve therapie;

  • het operatief weghalen van een deel van de schildklier;

  • aanvullen van schildklierhormoon in de vorm van medicijnen.

Voor de oogaandoening zijn medicijnen en bestraling van de ogen mogelijk. Soms wordt een operatie aan de ogen uitgevoerd.

Voorkomen (frequentie)
In Nederland hebben ongeveer 75.000 mensen de ziekte van Graves. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Overerving
In sommige families zijn meer mensen met de ziekte van Graves, dus er zou sprake kunnen zijn van een erfelijke component. Hoe de ziekte van Graves overerft, is niet bekend.

Uitpuilen ogen
Soms zijn bij de ziekte van Graves ook antistoffen gericht tegen het weefsel rond de ogen. Dit geeft dan een ontstekingsreactie die kan resulteren in gezwollen oogleden en het uitpuilen van de ogen (exophthalmus). Hierdoor kunnen de ogen soms niet goed worden gesloten waardoor ontstekingen kunnen optreden. Bovendien worden oogbewegingen bemoeilijkt met scheel zien als mogelijk gevolg. De medische term voor oogklachten bij deze aandoening is Graves’ ophthalmopathie.

Uitleg bij het opzwellende oog
Bij dit oog is sprake van antistoffen gericht op het weefsel rond de ogen. De oogkas wordt vanachter en aan de zijkanten omsloten door een benige structuur. In de oogkas ligt de oogzenuw met daar omheen opvullend weefsel. Verder bevinden zich hier de spieren die aan de oogbol vastzitten en voor de oogbewegingen zorgen. In de oogkas ligt het bolvormige oog met vóór in het oog de lens. De oogkas kan worden gesloten worden door de oogleden. Bij het bewegen van de oogleden (bijvoorbeeld knipperen) wordt het traanvocht als een beschermend laagje over het oog verspreid.

Als het afweersysteem behalve lichaamsvreemde stoffen ook het eigen weefsel als indringer ziet, raken spierweefsel en omliggend weefsel in de oogkas geïrriteerd en gezwollen. Doordat dit opgezwollen weefsel door de benige oogkas wordt tegengehouden, zoekt de zwelling de makkelijkste uitweg waarbij het oog langzaam gaat uitpuilen. Ook de geïrriteerde oogleden kunnen gaan zwellen. Het gevolg hiervan kan zijn dat de ogen niet meer goed kunnen worden gesloten.