Ziekte van Bowen, Morbus Bowen |
|||||
|
Algemeen
Achtergrond
De diagnose morbus Bowen wordt gesteld door
middel van histologisch onderzoek. De cellen van de opperhuid zien er dan
onrustig (atypisch) uit: onregelmatig van vorm, wisselend van kleur,
ongeordend van ligging. Bij morbus Bowen is deze onrust aanwezig over de
gehele dikte van de opperhuid. Per definitie blijven de afwijkingen tot de
opperhuid beperkt, en groeien ze niet de dermis (lederhuid) in, want dan zou
er sprake zijn van een plaveiselcelcarcinoom. Echter in de praktijk is dit
verschil niet altijd even duidelijk vast te stellen; ook getrainde
pathologen komen vrij vaak tot uiteenlopende conclusies Behandeling
Excisie heeft als voordeel dat het zeer effectief is, en controle mogelijk maakt (waarbij wordt nagegaan of de afwijking helemaal verwijderd is en of de diagnose klopt). Nadeel is dat er een operatie voor nodig is (die een litteken achterlaat, en het risico op wondinfectie met zich meebrengt). De andere methoden zijn minder effectief, maar laten (meestal) minder ernstige littekens achter. |
||||
|