|
Lewy Body-dementie of Dementie met Lewy Bodies (DLB)
is waarschijnlijk de derde oorzaak van dementie, na de ziekte van Alzheimer
en vasculaire dementie.
Oorzaak
DLB is misschien geen zelfstandige ziekte-entiteit naast de ziekte van
Parkinson en de ziekte van Alzheimer. De ziekte van Parkinson en DLB maken
deel uit van een spectrum van Lewy-pathologie, waarbij DLB als een corticale
(in de hersenschors gelokaliseerde) variant kan worden beschouwd van de
ziekte van Parkinson, bij welke ziekte de afwijkingen vooral in de
hersenstam zijn gelokaliseerd.
Het ziekteproces wordt gekenmerkt doordat zich in de hersencellen vormsels
bevinden met het eiwit alfasynucleïne bevinden, die Lewy bodies' genoemd
worden. Deze lichaampjes hopen zich bij ziekte van Parkinson op in de
substantia nigra in de hersenstam. Bij DLB worden deze insluitlichaampjes
daarnaast ook gevonden in de hersenschors.
Bij DLB treedt, niet alleen, zoals bij de ziekte van Parkinson, verlies op
van dopamine producerende zenuwcellen in de substantia nigra, maar ook, net
als bij de ziekte van Alzheimer, van acetylcholine producerende cellen van
de basale kern van Meynert en elders. De cellen van de hersenschors
atrofiëren (schrompelen).
Het onderscheid tussen parkinsondementie (Parkinson's Disease Dementia, PDD)
en DLB is een kwestie van definitie. Wanneer de dementieverschijnselen
optreden binnen één jaar na het ontstaan van de ziekte van Parkinson,
spreekt men van DLB; wanneer dementie later in het verloop van de ziekte van
Parkinson optreedt, spreekt men van PDD.
Bij sectie wordt vaak een combinatie gevonden van de afwijkingen die bij DLB
horen en de afwijkingen die kenmerkend zijn voor de ziekte van Alzheimer.
Naast Lewy Bodies ín de hersenschors vindt men dan ook afwijkingen in de
hippocampus, de zogenaamde Neurofibrillaire tangles en seniele plaques.
Men neemt aan, dat bij DLB het verlies van acetylcholine producerende
zenuwcellen verantwoordelijk is voor de achteruitgang van het cognitieve
(denken) en het emotionele functioneren en dat het verlies van dopamine
producerende cellen de motorische verschijnselen veroorzaakt.
Verschijnselen
Voor de diagnose Lewy Body-dementie zijn in 1995 criteria opgesteld.
-
Progressieve cognitieve stoornissen van
zodanige ernst dat deze het functioneren bemoeilijken. Vooral de aandacht
is verminderd, de concentratie, en de oriëntatie in de ruimte.
Geheugenstoornissen spelen pas een rol als de ziekte gevorderd is.
-
Wisselende aandacht en alertheid.
-
Terugkerende visuele hallucinaties die
meestal duidelijk en gedetailleerd kunnen worden omschreven
-
Tekenen van parkinsonisme, niet
veroorzaakt door medicatie
-
Kenmerken die de diagnose steunen:
herhaaldelijk vallen; flauwvallen; tijdelijk bewustzijnsverlies;
overgevoeligheid voor antipsychotica; wanen. -
De diagnose DLB is minder waarschijnlijk bij:
beroerte, of als er ziekten zijn die dezelfde verschijnselen kunnen
veroorzaken.
Behandeling
-
Medicijnen tegen de parkinsonverschijnselen zullen voorzichtig moeten worden
gegeven, omdat ze de hallucinaties en de verwardheid kunnen doen toenemen.
In de praktijk probeert men uit te komen met een zo laag mogelijke dosering
levodopa.
-
De verwardheid, desoriëntatie en hallucinaties van DLB reageren goed op
behandeling met cholinesteraseremmers zoals rivastigmine en galantamine.
-
Antipsychotica kunnen bij Dementie met Lewy Bodies en bij Parkinsondementie
een rampzalige uitwerking hebben, doordat ze de Parkinsonverschijnselen
versterken. Indien ze toch noodzakelijk worden geacht, zijn in feite alleen
clozapine en quetiapine bruikbaar, zij het met de nodige voorzorgen en grote
voorzichtigheid.
|
|
|