Ziekte van Dupuytren, Keltische klauw
|
|||||
Guillaime, baron Dupuytren
|
Inleiding Deze frequente aandoening werd in 1831 voor het eerst beschreven en operatief behandeld door baron Guillaume. Dupuytren in Parijs. Het begin van deze ziekte zou kunnen gevonden worden bij de Kelten, vandaar ook de naam "Keltische Klauw". Hoewel dit ziektebeeld reeds lang wordt bestudeerd is de oorzaak nog steeds niet bekend. De aandoening wordt gekenmerkt door het ontstaan van fibreuze knobbels in de handpalm die zich uitbreiden tot strengen van de handpalm tot de vingers. Tenslotte kan retractie optreden met een flexiestand van de vinger. Het begin van de ziekte wordt meestal vastgesteld na het 40ste levensjaar maar het kan ook vroeger; meer bij mannen dan bij vrouwen en bij meer dan de helft komt de aandoening dubbelzijdig voor. De ziekte is familiair, dit betekent dat, wanneer iemand in een familie de ziekte heeft, de kans dat iemand anders uit dezelfde familie de ziekte ook krijgt groter is dan wanneer de ziekte niet in de familie voorkomt. Erfelijkheid is echter (nog) niet bewezen. Verloop Het verloop is zeer variabel: het begint met een knobbel in de handpalm die kan evolueren tot een koord en eventueel tot een contractuur. Sommige patiënten hebben reeds 6 maanden na het eerste merkbare begin een duidelijke contractuur; anderen daarentegen houden 20 jaar enkele onschuldige knobbeltjes zonder enig teken voor progressie. Ook na een operatieve ingreep varieert het verloop: sommigen krijgen reeds enkele maanden na de ingreep een recidief, terwijl anderen 10 of meer jaren vrij blijven van recidieven. Soms worden knobbels op de voetzool gezien (ziekte van Lederhose), ook een verharding van de penisschacht met kromstand gedurende de erectie (ziekte van Peyronie) behoort tot hetzelfde ziektebeeld. Symptomen De ziekte van Dupuytren begint heel onschuldig, zonder pijn en zonder ontstekingsverschijnselen. Het zijn vooral de pink en de ringvinger die het meest getroffen worden. Het eerste teken dat de patiënt gewaar wordt, is een lichte verharding van de handpalm. Na verloop van tijd ontstaan er palmaire knobbeltjes. Vervolgens vormen de knobbeltjes een onderhuidse streng. Deze streng is afkomstig van een peesblad dat zich omvormt tot een harde koord en na verloop van tijd op de vinger trekt zodanig dat deze niet volledig meer kan gestrekt worden. De buigpezen hebben met dit ziekteproces niets te maken. De knobbels ontstaan tussen huid en pezen. Operatieve behandeling Om een goed bruikbare hand te houden is operatief ingrijpen een mogelijkheid. U moet zich hierbij echter wel realiseren dat de (plastisch) chirurg alleen maar de ziekteverschijnselen kan weghalen, maar niet de ziekte zelf. De kans dat de vingers na de operatie op een gegeven moment toch weer krom gaan staan blijft dus altijd aanwezig. Bij de operatie zal de chirurg de bindweefselstrengen zoveel mogelijk weg proberen te halen, zodat de vingers weer gestrekt kunnen worden. Ook kan de chirurg een klein lapje huid van een andere plaats in het lichaam inzetten. In ernstige gevallen kan de chirurg een grote huidlap van de onderarm inzetten, compleet met bloedvaten. Dit is echter een zeer uitgebreide operatie, met een langdurige nabehandeling. Complicaties De belangrijkste complicaties zijn een verstoring in de bloedvoorziening van het ingezette huidlapje, het ontstaan van een buigbeperking (u kunt de vingers dan niet helemaal meer buigen) en het ontstaan van een zwelling. Een zwelling heeft een nadelige invloed op zowel de doorbloeding als op de bewegelijkheid.Voorkomen is hier dus beter dan genezen.
Niet-operatieve behandeling
Biografie |
||||
|