Johann Friedrich Horner (1831-1886)
.
Claude Bernard (1813-1878)
|
|
Het syndroom van Horner of ook syndroom van Claude Bernard is een
neurologisch syndroom dat zich uit door uitval van de orthosympathische
innervatie van het gelaat, meestal langs één kant. De opvallendste symptomen
kunnen worden waargenomen ter hoogte van het oog en zijn:
- miose (kleine pupil, door overheersing parasympathische innervatie
verzorgd door de N. occulomotius);
- ptose (afhangen bovenste ooglid, verslapping van de spier van Müller
(ook wel musculus tarsalis).
Een ptose en miose aan dezelfde kant (ipsilateraal) heet het syndroom van
Horner. Daarnaast kan ipsilaterale anhidrose (geen zweetsecretie) van het
gelaat optreden.
Er is sprake van een geringe ptose omdat hier alleen de m. tarsalis is
aangedaan en niet de musculus levator palpebrae (geïnnerveerd door de nervus
oculimotorius).
Schijnbare enoftalmie
Door zwakte van de spieren van de oogleden lijkt er soms enoftalmie te zijn
(het terugzakken van de oogbol in de oogkas, een 'ingevallen oog'). Dit is
echter niet werkelijk het geval - of er is een andere, bijkomende oorzaak.
Voorkomen
Het syndroom van Horner kan bij een groot aantal aandoeningen voorkomen,
waaronder:
- Een ernstige episode van clusterhoofdpijn;
- Afsluiting of verwijding van één van de halsslagaders;
- Neurofibromatose type I (de ziekte van
Recklinghausen);
- Schildklier- of longcarcinoom, meestal in de longtop; (zie
pancoasttumor);
- Afwijkingen aan een sinus cavernosus;
- Syringomyelie;
- Multiple Sclerose (MS);
- Kawasaki;
- Aangeboren heterochromie;
- Glomustumor in het middenoor (tumor glomeris jugularis/tumor
glomeris tympanici);
- Het kan ook optreden na een blokkade van het ganglion stellatum;
- Bij volledige uitval van de gehele plexus bracchialis, zoals bij
Obstetrisch Plexus;
- Brachialis Letsel;
- Syndroom van Wallenberg.
|
|