Henrik Sjögren
speekselklier
speekselklier |
|
Inleiding Het Syndroom van Sjögren is de benaming van een
chronische ontsteking, waarbij onder meer de slijmvliezen van de mond en
ogen te weinig vocht produceren. Patiënten met het Sjögrensyndroom hebben
vaak last van te droge ogen en mond maar vaak ook slokdarm, luchtpijp en
vagina. Het syndroom is genoemd naar de Zweedse oogarts Henrik Sjögren. Waarschijnlijk komt het voor bij
één op de duizend mensen. De aandoening kan
in principe op elke leeftijd beginnen, maar meestal doet het zich voor
tussen het dertigste en zestigste jaar. Het komt ongeveer tien keer zo vaak
voor bij vrouwen dan bij mannen.
Kenmerken Vermoed wordt dat het Sjögrensyndroom een auto-immuunziekte is. De oorzaak
is echter (anno 2004) nog niet bekend. De vochtafscheidende slijmvliezen
worden beschadigd door binnendringende witte bloedcellen. Door uitdroging
kan het hoornvlies beschadigd worden door de tot een derde teruglopende
traanvochtproductie. Smaak en reuk vervlakken meestal en er treedt pijn bij
het slikken op.
De diagnose wordt doorgaans gesteld op grond van het optreden van droge
ogen, mond en gewrichtsontstekingen. Met bloedonderzoek op het voorkomen van
specifieke antistoffen (anti-SS-B) kan de diagnose bevestigd worden.
Primair en Secundair
Sjögren kan alleen voorkomen en heet dan primair Sjogren Syndroom. Het kan
ook voorkomen in het kader van andere auto-immuunziekte en word dan
secundair Sjögren Syndroom genoemd.
Primair Sjögren
Bij primair Sjogren zijn de eerste klachten meestal droge ogen of droge
mond. Deze kunnen storend zijn: droge ogen geven vaak het gevoel van zand in
de ogen. `s ochtends kunnen de ogen ook plakken, of onstaat er een troebel
zicht ten gevolgevan een vliesje op het oog(uitgedroogde tranen). Soms komen
wondjes op het oog voor ten gevolge van onvoldoende bevochtiging. Een droge
mond is heel storend vooral bij het eten en spreken. De patient moet dan
voortdurend drinken om het eten te kunnen doorslikken.
Secundair Sjögren
Het secundair SS zal dikwijls ontdekt worden nadat de andere diagnose
gesteld is , bijvoorbeeld van lupus, R.A. ,enz. Ook bepaalde
laboratoriumafwijkingen kunnen wijzen op het bestaan van secundair Sjogren
zonder dat de patient er last van heeft:. Bijvoorbeeld: verhoogde
antistofaanmaak, aanmaak van auto-antistoffen vooral anti-La en anti-Ro,
verlaagd aantal witte bloedlichaampjes, reumafactor.
Diagnose
Bij het syndroom van Sjögren kunnen meerdere klachten tegelijkertijd
voorkomen. Daarom is er niet én test voorhanden om de diagnose te stellen,
maar gebeurt dit door gegevens uit verschillende onderzoeken te combineren.
Allereerst zal de arts u allerlei vragen stellen om uw klachten in kaart te
brengen. De klachten zijn meestal een droge mond, droge ogen of
gewrichtsklachten. Vervolgens zal de arts ogen en mond onderzoeken om vast
te stellen of er ontstoken klieren zijn. Ook zal er bloedonderzoek
plaatsvinden. Andere symptomen zijn: gewrichtspijn of ontsteking, spierpijn,
moeheid, grieperig gevoel, polyneuropathie, leukopenie, fenomeen van Raynaud,
vasculitis, non-Hodgkinlymfoom, antifosfolipidensyndroom,
carpaaltunnelsyndroom. Therapie De therapie bestaat uit: kunsttranen, kunstspeeksel, ontstekingsremmers en
stimulatie van exocriene klieren met M3 receptoragonisten (Pilocarpine). |
|