Denguemug
Denguemug
Denguemug
Denguemug
Denguemug
Tijgermug
Tijgermug
|
|
Het chikungunya-virus (CHIKV) is een virus dat
milde koorts en gewrichtspijnen veroorzaakt. Normaal is de ziekte niet
dodelijk.
De benaming is afkomstig van het makonde-woord voor "wat krombuigt", daarmee
verwijzend naar de artritis-symptomen. Het virus werd voor het eerst
vastgesteld in 1955 in het tegenwoordige Tanzania, naar aanleiding van een
uitbraak van het virus in 1952/1953. Overigens wordt soms ten onrechte
gesuggereerd dat de naam uit het Swahili afkomstig is.
Het virus kan overgedragen worden door een muggenbeet van de Aedes
aegypti-mug (Denguemug) en door de Aedes albopictus (Aziatische tijgermug).
De diagnose kan gesteld worden op basis van een serologische test ontwikkeld
door de Universiteit van Malaya te Kuala Lumpur in Maleisië.
Symptomen
-
milde tot hoge koorts (zelfs tot boven 40
graden)
-
puntbloedingen of gevlekte uitslag op
ledematen en romp
-
kreupel makende gewrichtspijn in meerdere
gewrichten
-
soms hoofdpijn, Incubatieperiode varieert
van 2-7 dagen. Het is een zelflimiterende ziekte. Een deel van de
patiënten heeft persisterende gewrichtsklachten (12% na 3 jaar).
De incubatietijd van deze ziekte is ongeveer 2
tot 3 dagen. De eerste symptomen zijn koorts en heel erge pijn in de
gewrichten, welke gecompliceerd kunnen worden door rillingen, ernstige
hoofdpijn, fotofobie, anorexie, een rood oog, misselijkheid en buikpijn. De
pijn in de gewrichten zit voornamelijk in de kleine gewrichtjes van de
handen, polsen, enkels en voeten. Als de koorts zakt (wat na 2 tot 3 dagen
gebeurt) kan er bij sommige mensen een huiduitslag (maculopapulair) worden
waargenomen. Deze uitslag is vaak het ergste op de romp en op de
extremiteiten, en kan afbladderen. Petechieën (puntbloedingen) worden zelden
waargenomen, en sommige patiënten ontwikkelen een leukopenie. Epistaxis
(bloedneuzen) zijn niet ongewoon.
Het herstel kan weken in beslag nemen, en sommige oudere patiënten blijven
last houden van stijfheid en pijn in hun gewrichten voor enkele jaren (met
name HLA-B27-patiënten lopen hier een verhoogd risico op).
Preventie
Een vaccin op basis van een levend, verzwakt virus is in ontwikkeling. Dit
vaccin moest echter anno 2007 nog verder worden getest voordat het in mensen
kan worden toegepast. In februari 2009 werd bekend dat wetenschappers van
het Erasmus Medisch Centrum en de Wageningen Universiteit samen met de
farmaceutische industrie een vaccin proberen te ontwikkelen. Voor dit
ontwikkelingsproject was 2,3 miljoen euro uitgetrokken. Naar verwachting zou
het project in 2012 beschikbaar moeten zijn.
Zonder een vaccin is de meest effectieve preventiemethode dan ook gericht op
het voorkomen van besmetting door de mug. Insmeren met DEET
(anti-muggenzalf) en het dragen van beschermende kleding en het slapen onder
een klamboe wordt aangeraden. Ook overdag moet opgelet worden, omdat deze
mug niet alleen in het donker actief is.
Behandeling
Er is geen specifieke behandeling voor de ziekte, waardoor de behandeling
louter bestaat uit symptomatische behandeling: ontstekingsremmers en
pijnstillers. Wel is onderzoek gedaan naar chloroquine als een potentieel
middel.
Voorkomen
Er zijn drie genotypen van het virus. Een west-Afrikaanse, een
centraal/oost-Afrikaanse en een Aziatische variant. Anders dan soms
gesuggereerd wordt, wordt Europa getroffen door de centraal/oost-Afrikaanse
variant.
In 2007 werd vooral de deelstaat Kerala zwaar getroffen, met naar schatting
een miljoen mensen die aan de ziekte leden. Ook werden verschillende
eilanden in de Indische Oceaan getroffen door het virus. In 2006 werd met
name het Frans Réunion zwaar getroffen. Naar schatting werd toen 1/3 van de
bevolking aangedaan. Ook werd in 2006 het virus in Sri Lanka gesignaleerd,
mogelijk als gevolg van vluchtelingen uit Zuid-India.
In 2007 werd het virus voor het eerst buiten de tropen in Noord-Italië
gesignaleerd. Voorafgaand aan 2007 waren besmettingen in Europa vooral
incidenteel als gevolg van reizigers die besmet terugkeerden, maar in
augustus 2007 brak rond Ravenna in Italië de eerste epidemie van het
chikungunya-virus uit. Hierbij raakten tussen de 160 en 200 mensen besmet,
waarvan er elf in het ziekenhuis moesten worden opgenomen en één persoon
overleed. Volgens de BBC was het dodelijke slachtoffer een vrouw van 83 met
reeds onderliggende medische problemen. Begin 2009 bleken er in Europa
vooral in Frankrijk en Italië reeds honderden personen de ziekte te hebben
opgelopen. In juli 2014 werd het virus voor het eerst
in Zuid-Amerika geconstateerd.
|
|