Het Parvovirus B19 (Human parvovirus
B19) was het eerste menselijke parvovirus dat ontdekt werd en
tot 2005 ook het enige menselijke parvovirus dat ontdekt was.
Het virus werd bij toeval ontdekt in 1975 door de Australische
viroloog Yvonne Cossart. De naam is ontleend aan de naam van de
petrischaal waarin het virus ontdekt werd.
Parvovirus B19 is het bekendst van het veroorzaken van de vijfde
ziekte, een vrij onschuldige kinderziekte. Op hogere leeftijd
veroorzaakt infectie met Parvo B19-virus acute
gewrichtsklachten. Het virus kan eveneens artritis veroorzaken,
waarbij de kans dat een vrouw deze ziekte oploopt door B19 circa
twee keer zo groot is. Voor zwangere vrouwen is het virus
gevaarlijk; de kans dat de foetus sterft wanneer de moeder
geïnfecteerd wordt in de eerste twintig weken bedraagt 10%.
Primaire plaats voor replicatie van dit virus is de kern van een
onvolgroeide rode bloedcel, deze geïnfecteerde cellen stoppen
met prolifereren waardoor normale rode bloedcellen verminderd
ontwikkelen. De effecten hiervan zijn onbeduidend tenzij de
patiënt hemolytisch gecompromitteerd is. In deze gevallen
manifesteert de infectie zich met acute ernstige anemie door
snelle verlaging van het aantal rode bloedcellen en Hb.
Verspreiding
Het virus verspreidt zich via de luchtwegen door
speekseldruppeltjes, via bloedtransfusie of de placenta. De kans
dat gezinsleden in hetzelfde huis ook worden geïnfecteerd is
50%, bij klasgenoten is dat 25%.
Symptomen
De symptomen van het B19-virus beginnen ongeveer zes dagen na de
infectie. Geïnfecteerde patiënten met een normaal immuunsysteem
kunnen anderen besmetten voor de symptomen komen opzetten.
Personen met antistoffen tegen het B19-virus zijn vrijwel altijd
immuun tegen het virus, maar er zijn gevallen bekend waarin dat
niet zo is. Ongeveer de helft van alle volwassenen zijn immuun
voor B19 vanwege een eerdere infectie.
Epidemieën
Een opvallende toename van het aantal B19-gevallen wordt elke
drie à vier jaar gezien. De laatste epidemie vond plaats in
1998. Lokaal kunnen kleine epidemieën ontstaan op scholen en
verschoonplaatsen voor jonge kinderen.
Parvovirus B19 kan enkel infecties bij mensen veroorzaken,
parvovirussen voor katten en honden zijn niet gevaarlijk voor de
mens. Voor sommige kleine dieren zijn er vaccins verkrijgbaar
tegen het virus, maar niet voor mensen.