home

 

HIV - virus

register

 

meer virussen











 

Aids
Aids wordt veroorzaakt door een virus: hiv. Hiv staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus, ook wel aidsvirus genoemd. Er bestaan verschillende soorten hiv. Het virus breekt het afweersysteem af. Het lichaam wordt daardoor vatbaar voor allerlei infecties en bepaalde vormen van kanker, waartegen het anders wèl bestand zou zijn.

Iemand die geïnfecteerd is met hiv, wordt seropositief genoemd. Het is niet aan iemand te zien dat hij/zij een hiv-infectie heeft. Als je seropositief bent, hoef je niet ziek te zijn. Het kan wel tien jaar duren voordat je ernstige klachten krijgt. Als je met hiv bent geïnfecteerd, kan je het virus wel doorgeven aan anderen. Pas als het afweersysteem door het virus is aangetast en zich bepaalde verschijnselen voordoen, kan een arts vaststellen dat je aids hebt.

 

Hoe loop je hiv op?
Het virus kan zich bevinden in:

  • bloed;

  • sperma;

  • vaginaal vocht;

  • voorvocht;

  • moedermelk.

Bij iemand die geïnfecteerd is met hiv bevatten bloed en sperma een hoge concentratie van het virus. In vaginaal vocht en voorvocht is deze concentratie beduidend lager, maar overdracht via deze lichaamsvochten is wel mogelijk.
In andere lichaamsvochten kan het virus wel aanwezig zijn, maar in een veel te lage concentratie om een infectie te kunnen veroorzaken. Speeksel, zweet, traanvocht, urine en ontlasting zijn alleen gevaarlijk als er zichtbaar bloed in zit, en er risico is dat dit rechtstreeks in de bloedbaan van de ander terecht kan komen.
In de dagelijkse omgang met seropositieve mensen loop je geen enkel risico. De kans op infectie bestaat bij onveilige handelingen met bloed, sperma, vaginaal vocht en voorvocht:

  • Onveilig seksueel contact;

  • Het inspuiten met eerder gebruikte naalden bij druggebruik;

  • Overdracht van een seropositieve moeder op het kind;

  • Het gebruik van onveilige bloedproducten of bloedtransfusie met besmet bloed.

Aids is een syndroom van verschillende aandoeningen
Aids (acquired immune deficiency syndrome) wordt gekenmerkt door een opeenvolging van zogenoemde opportunistische infecties (infecties die alleen optreden bij mensen met een ernstig verminderde weerstand) en kwaadaardige tumoren. De ernst van de
HIV
-infectie en de definitie van aids worden vastgesteld op grond van laboratorium- en klinische bevindingen. In 1987 en 1994 zijn aandoeningen toegevoegd aan de lijst van aandoeningen die aids definiëren. Tegenwoordig wordt ook het aantal CD4-cellen in de classificatie van hiv-infectie en aids opgenomen. In het algemeen correleren CD4-celtellingen goed met de mate van klachten: bij vroege, asymptomatische hiv-infectie worden meestal gangbare niveaus gevonden. Bij toenemende klachten worden echter steeds lagere aantallen gezien. De grens tussen asymptomatische en symptomatische hiv-infectie wordt vaak gelegd bij 200 CD4-cellen per microliter. In Europa is echter besloten om tellingen van het aantal CD4-cellen niet op te nemen in de definitie van aids.

 

Na een wisselende incubatietijd treden allerlei infecties en tumoren op
Na een sterk variërende incubatietijd van gemiddeld negen à tien jaar, treden zonder specifieke behandeling opportunistische infecties en tumoren op. Die komen bij personen met een normale weerstand niet voor, maar krijgen nu een kans doordat het immuunsysteem wordt afgebroken onder invloed van HIV. Een bekend voorbeeld van een opportunistische infectie is een longontsteking door de parasiet Pneumocystis carinii en van een tumor, het Kaposi-sarcoma: een kwaadaardig gezwel van de bloedvaten in huid of ingewanden. Het is nog niet bekend of er hiv-geïnfecteerden zijn die op lange termijn geen aids krijgen. Als de diagnose aids eenmaal is gesteld, leidt dit (zonder specifieke behandeling) gemiddeld binnen drie jaar tot de dood. Bij veel hiv-geïnfecteerden kan behandeling het moment van aids echter met jaren uitstellen.

Hoe ouder de hiv-geïnfecteerde, hoe eerder AIDS
Leeftijd is een risicofactor voor ziekteprogressie: hoe ouder de hiv-geïnfecteerden, hoe eerder zij aids krijgen. Een uitzondering hierop vormen kinderen. Bij kinderen is de progressie sneller dan bij volwassenen (Collaborative Group on AIDS, 2000).

Klachten en gevolgen van HIV/AIDS
Dringt hiv het lichaam binnen, dan pakt het bepaalde cellen vast, de T-helpercellen. Vervolgens dringt het virus die helpercellen binnen en maakt ze kapot. En dat heeft grote gevolgen. De helpercellen zorgen er namelijk voor dat een bepaald soort witte bloedlichaampjes (lymfocyten) antistoffen maken tegen indringers - of het nu virussen, bacteriën of schimmels zijn.
HIV schakelt dus de helpercellen uit, de lymfocyten doen het niet meer en de aanmaak van antistoffen stokt. Anders gezegd: de verdedigingslinie die indringers moet tegenhouden, begint gaten te vertonen. De indringers kunnen opstomen en het lichaam ziek maken.
Hoe lang het duurt voor iemand klachten krijgt na besmetting met HIV, verschilt van persoon tot persoon. Het kan na twee jaar zijn, maar ook langer dan tien jaar duren. Dat is afhankelijk van de leeftijd waarop je de infectie oploopt. Daarnaast spelen ook erfelijke factoren een rol en mogelijk het soort virus waarmee je wordt geïnfecteerd.

 

Klachten
Als je seropositief bent, betekent dat niet dat je dan ook meteen klachten krijgt. Waarschijnlijk merk je in eerste instantie niets van die HIV-infectie. Je kan nog jaren gezond blijven. Je kan anderen wel met hiv infecteren als je onveilig vrijt.
Als de hoeveelheid virus toeneemt, wordt je afweer aangetast en krijg je klachten. Dat kan na twee jaar gebeuren, maar kan ook langer dan tien jaar duren. Enorme moeheid, nachtzweten, veel gewichtsverlies zonder duidelijke reden, koorts, hardnekkige diarree en kortademigheid kunnen wijzen op een vergevorderde HIV-infectie. Je krijgt de diagnose 'aids' als HIV je afweer zo ernstig heeft aangetast, dat je ziek wordt door een infectie die door een gezonde afweer normaal gesproken wordt bestreden.

 

Wat te doen als je zeer recent risico gelopen hebt?
Er kan een acute situatie ontstaan waarin je grote kans loopt op een hiv-infectie. Bijvoorbeeld bij een gescheurd condoom van een hiv-positieve partner of het per ongeluk prikken aan een gebruikte injectienaald. In dat geval kun je in aanmerking komen voor een PEP-behandeling (Post-Expositie Profylaxe). Deze behandeling met hiv-remmende medicijnen duurt een maand en is zowel lichamelijk als psychisch erg belastend. Medici gaan ervan uit dat PEP in een heel vroeg stadium de verspreiding van hiv in het lichaam kan voorkomen. Er is echter geen garantie dat PEP echt werkt.
Als je denkt zo’n risico gelopen te hebben, dien je liefst binnen enkele uren, maar uiterlijk binnen 48 - 72 uur contact op te nemen met de sociaal-verpleegkundige of arts infectieziekten van de GGD in je regio. Zij zijn 24 uur per dag bereikbaar voor urgente situaties en kunnen samen met jou een risico-inschatting maken. De PEP-kuur wordt door een internist gegeven na overleg met de GGD.

 

Wanneer een HIV-test?
Antistoffen tegen hiv zijn soms pas drie maanden na infectie in het bloed terug te vinden. Dit kan voor jouw gevoel lang duren, zeker als je je grote zorgen maakt. Als je risico hebt gelopen kun je dus het beste direct contact opnemen met je huisarts, een arts of verpleegkundige van de GGD, of bellen met de Aids Soa Infolijn. Zij kunnen je informeren over wat te doen en je zonodig ondersteunen. Het is in elk geval verstandig om ook na de termijn van drie maanden opnieuw contact op te nemen voor een herhalingsadvies.
Bedenk vooraf wel het volgende:

  • Het horen van een positieve testuitslag roept vaak veel onzekerheden en vragen op. Hoe ziet mijn toekomst eruit? Moet ik het geheim houden? Hoe zullen mijn partner, familie, vrienden, collega’s of werkgever reageren als ik hen de testuitslag vertel?

  • De testuitslag kan het afsluiten van (levens)verzekeringen, onder andere voor een hypotheek, in de weg staan. In de gezondheidsverklaring bij deze verzekeringen wordt gevraagd of je aids hebt of hiv-positief bent.
    Als je dat bevestigend beantwoordt zal je meestal van verzekering worden uitgesloten of een verhoogde premie moeten betalen. Dit geldt ook voor een aanvullende ziektekostenverzekering;

  • Sommige landen laten mensen met hiv en aids niet toe.

Waar kun je de test laten doen?

  • De huisarts;

  • De GGD (Gemeentelijke Geneeskundige Dienst), de meeste GGD’en hebben de mogelijkheid om een (anonieme) test te doen;

  • Een aantal ziekenhuizen. Informeer eerst of het ziekenhuis in uw stad de mogelijkheid heeft om een test te laten doen via de afdeling Huid- en Geslachtsziekten;

  • SOA-poliklinieken (ook anoniem). Deze zijn gevestigd in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Groningen, Maastricht en Nijmegen;

  • www.soatest.nl, voor advies op maat over een hiv- en/of soa-test;

  • Checkpoint van de HIV Vereniging Nederland in Amsterdam ( www.hivnet.org/hivtestnu/ );

  • www.mantotman.nl. Doel van MAN tot MAN is het verbeteren van de preventie en zorg op het gebied van soa en hiv voor mannen die seks hebben met mannen. Als je in de regio Amsterdam of Rotterdam Rijnmond woont kun je via deze site gratis een hiv-test doen zonder je arts of een SOA-polikliniek te bezoeken.

Voor adressen bij u in de buurt kunt u bellen met de Aids Soa Infolijn.

Wat kost een HIV-test?
De kosten van een test lopen per instelling nogal uiteen. Je kunt vooraf informeren naar de prijs. Als de test via de (huis)arts wordt uitgevoerd, worden de kosten door de ziektekostenverzekering of het ziekenfonds betaald. Je bent dan uiteraard niet anoniem getest.

Behandeling HIV/AIDS
Twintig jaar nadat in de Verenigde Staten aids voor het eerst werd ontdekt, is er veel vooruitgang geboekt op het gebied van behandeling van de hiv-infectie met hiv-remmers. Deze zijn in veel gevallen in staat de ziekte aids te voorkomen of uit te stellen. In plaats van het vooruitzicht van allerlei aandoeningen tot de dood erop volgt - zo kenmerkend voor de ziekte aids - is er nu zicht op leven met hiv.
Een betaalbaar, veilig en effectief vaccin dat een hiv-infectie kan voorkomen is uiteindelijk de enige echte oplossing, maar dat zal waarschijnlijk pas over meer dan tien jaar beschikbaar zijn.
De zoektocht naar een vaccin
Wereldwijd biedt eigenlijk alleen een veilig, effectief en betaalbaar vaccin tegen aids een werkelijke oplossing. De kans dat er daadwerkelijk zo’n vaccin gevonden gaat worden, wordt steeds groter. Op dit moment zijn er al zo’n dertig kandidaat-vaccins in verschillende stadia van ontwikkeling, maar toch zal het nog jaren duren voor dat er een aidsvaccin is. We moeten er ook nu al voor zorgen dat een aidsvaccin beschikbaar zal zijn voor armere landen. Dit betekent niet alleen dat het vaccin betaalbaar moet zijn, maar ook dat er nu al gewerkt moet worden aan manieren om het vaccin goed te kunnen verspreiden. Als het er dan eenmaal is, kan het meteen op de plekken worden ingezet waar de behoefte aan zo’n vaccin het grootst is.
Het International AIDS Vaccine Initiative (IAVI) heeft als doel de aidsvaccinontwikkeling in een stroomversnelling te brengen. Het Aids Fonds heeft zich bij IAVI aangesloten om ervoor te zorgen dat vaccinontwikkeling hoog op de politieke en maatschappelijke agenda blijft staan.