Een
astrocyt is een stervormige, vertakte gliacel in het centraal zenuwstelsel (CZS)
met lange of korte uitlopers. Het zijn steuncellen in de zenuwbaan die
liggen tussen een bloedvat en een zenuwcel (neuron).
astrocyten |
Oligodendrocytiet |
Astrocyten in een celkweekAstrocyten hebben vele functies, ze verwijderen
sommige neurotransmitters (GABA, ATP en glutamaat), regelen de
ionenconcentratie en spelen een rol bij de ontwikkeling van het CZS door
vorming van geleidende uitlopers waarlangs neuronen kunnen groeien. Bij
muizen wordt bijvoorbeeld geen corpus callosum gevormd als er geen
astrocyten ter plekke aanwezig zijn. De astrocyten stimuleren ook het
herstel van neuronen bij eventuele beschadiging en hebben ook een
ontgiftende functie. Mogelijk spelen de astrocyten een belangrijke rol bij
het ontstaan van epilepsie en Parkinson.
Astrocyten vormen een gesloten kring rond de bloedvaten in de hersenen, de
zg. gliale schede.
Een astrocytoom is een hersentumor die is ontstaan uit astrocyten, stervormige cellen die als het ware het dragend weefsel van de hersenen vormen. Astrocytomen zijn kwaadaardige tumoren.
Gliomen
zijn de meest voorkomende primaire hersentumoren. Het merendeel
van de gliomen zijn astrocytomen. Een klein deel van de gliomen bestaat uit
oligodendrogliomen en
ependymomen. Astrocytomen kunnen worden ingedeeld in:
-
laaggradig astrocytoom
-
anaplastisch astrocytoom
-
glioblastoom
Pilocytair astrocytoom (graad 1)
|
Het pilocytair astrocytoom wordt ook wel het juveniel pilocytair astrocytoom
genoemd omdat het vooral wordt gezien op de kinderleeftijd.
Symptomen:
-
Gedragsveranderingen of achteruitgang van
de intelligentie;
-
Hoofdpijn;
-
Misselijkheid en braken;
-
Achteruitgang van het gezichtsvermogen;
-
Onzekere gang (wanneer de tumor in de
kleine hersenen of hersenstam zit);
-
Epileptische aanvallen (insulten).
Diagnose
Het pilocytair astrocytoom is een langzaam groeiende tumor. Het kan daarom
soms lang duren voordat een tumor wordt vermoed bij een kind dat geleidelijk
aan slechter gaat lopen of slechter gaat zien. Op een MRI is de tumor
herkenbaar als een scherp begrensde tumor die veel contrastmiddel opneemt.
Behandeling
Chirurgie is de eerste keus van behandeling en aanvullende therapie is in
het algemeen niet nodig. In het geval dat de tumor weer uitgroeit is
chirurgie opnieuw de eerste keus van behandeling. Radiotherapie en
chemotherapie worden alleen gegeven als chirurgie niet meer mogelijk of te
gevaarlijk is, bijvoorbeeld bij een tumor in de hersenstam. Radiotherapie
kan op jonge leeftijd de ontwikkeling van de hersenen ernstig verstoren. Bij
zeer jonge kinderen zal daarom eerst met chemotherapie geprobeerd worden de
groei van de tumor te remmen zodat de hersenen de kans krijgen om uit te
rijpen.
Laaggradig astrocytoom (graad 2) |
Symptomen:
-
Epileptische aanvallen (insulten) zijn
meestal het eerste symptoom;
-
Gedragsverandering en
stemmingsstoornissen;
-
Zwakte of verlamming in een
lichaamshelft';
-
Hoofdpijn.
Diagnose
Het laaggradig astrocytoom is een langzaam groeiende tumor, meestal bij
volwassenen tussen de 20 en 50 jaar. Op een MRI gaat het meestal om een vaag
begrensde tumor. Onderzoek van het weefsel is nodig om de diagnose te
bevestigen.
Behandeling
De noodzaak tot behandeling hangt sterk af van de ernst van de klachten, de
grootte van de tumor en de lokalisatie van de tumor in de hersenen. Het
verwijderen (resectie) van de tumor kan de klachten verbeteren, maar het is
zelden mogelijk om de tumor volledig te verwijderen. Het is niet duidelijk
of aanvullende bestraling in een vroege fase gewenst is, of dat gewacht kan
worden totdat de klachten weer toenemen. De rol van chemotherapie is
momenteel nog in onderzoek. Een laaggradig glioom (graad 2) kan zich
mettertijd ontwikkelen tot een meer kwaadaardig glioom (graad 3/ 4).
Anaplastisch astrocytoom (graad 3)
|
Symptomen
Evenals laaggradige astrocytomen kunnen anaplastische astrocytomen zich
presenteren met epileptische aanvallen of gedragsveranderingen. Echter,
uitvalsverschijnselen staan meer op de voorgrond.
-
Verlammingsverschijnselen, in het bijzonder zwakte van een lichaamshelft;
-
Moeite met of uitval van de spraak;
-
Stoornissen van het gezichtsvermogen, in het bijzonder uitval van een helft
van het gezichtsveld: botsen tegen de deurpost, verwaarlozing van een helft
van het lichaam;
-
Hoofdpijn, misselijkheid en braken;
-
Gevoelsuitval.
Diagnose
Een astrocytoom graad III groeit onbehandeld snel door in het omliggende
hersenweefsel; de ziektegeschiedenis is daarom meestal relatief kort. De
meeste patiënten zijn tussen de 30 en 50 jaar oud, iets vaker mannen dan
vrouwen. Een MRI toont meestal een grillige, slecht begrensde tumor die met
contrast kan aankleuren. De diagnose moet gesteld worden door onderzoek van
het weefsel.
Behandeling
De behandeling hangt vooral af van de omvang van de tumor en de plaats in de
hersenen. De behandeling bestaat meestal uit een operatie gevolgd door
radiotherapie en soms chemotherapie.
Er is geen standaardbehandeling als de tumor terugkomt. Opnieuw zal worden
bekeken wat mogelijk is. Bovendien zijn er meerdere experimentele
behandelingen die in studieverband worden gegeven.
Glioblastoma
multiforme (GBM) (astrocytoom graad 4) |
Het glioblastoma multiforme is het meest voorkomende en helaas ook meest
agressieve glioom, en komt vooral voor op hogere leeftijd tussen de 50 en 70
jaar. Het komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Symptomen
Het glioblastoma multiforme groeit snel en geeft veelal direct ernstige
klachten:
-
Hoofdpijn, misselijkheid, braken;
-
Gedragsveranderingen, in het bijzonder verwardheid en een in korte tijd
ontstaan traag denkvermogen;
-
Moeite met / uitval van spraak en taal;
-
Stoornissen van het gezichtsvermogen;
-
Verlammingsverschijnselen, in het bijzonder zwakte van een lichaamshelft;
-
Epileptisch insult;
Diagnose
De symptomen zijn vaak zo ernstig dat een patiënt snel wordt verwezen naar
een neuroloog. Het kenmerkende beeld van een glioblastoma multiforme op een
MRI is een grillige hersentumor, waarbij de randen veel contrast opnemen
rond een contrastarm tumorcentrum met weinig bloedvaten (dood weefsel). De
diagnose moet gesteld worden middels weefselonderzoek.
Behandeling
De standaardbehandeling van een glioblastoma multiforme is een operatie
gevolgd door radiotherapie. Bij relatief jonge patiënten (jonger dan ca. 65
jaar) in goede conditie wordt in het algemeen radiotherapie in combinatie
met chemotherapie geadviseerd. Er is geen standaardbehandeling voor tumoren
van deze aard die terugkeren. Wel zijn er meerdere experimentele
behandelingen die in studieverband worden gegeven. |