home

 

multiple myeloom, Ziekte van Kahler

register

 

vormen van kanker

dr. Otto Kahler

 

 

Inleiding
De ziekte van Kahler (Morbus Kahler), ook wel multipel myeloom (MM) genoemd, is een kwaadaardige woekering van een bepaald soort witte bloedcellen: plasmacellen. Plasmacellen leveren een bijdrage in de bestrijding van infectieziekten. Hiervoor maken zij immunoglobulinen (bloedeiwitten) aan. De incidentie van MM bedraagt 4,3 per 100.000 (cijfers uit de VS, 2000). MM komt bij mensen met een donkere huidskleur 2 maal zo vaak voor als bij blanke mensen, en bij mannen iets vaker dan bij vrouwen. Het eerste geval van MM werd in 1844 beschreven door Solly. Het betrof de 39 jarige Sarah Newbury; zij had last van moeheid, botpijn en botbreuken.

Geschiedenis
Historisch overzicht van ontdekkingen en behandelmethoden met betrekking tot Multiple Myeloom:

  • 1844 Beschrijving van het eerste geval door Solly, behandeling met rabarber en schil van sinaasappel.
  • 1845 Abnormaal eiwit, later Bence Jones eiwit genaamd, aanwezig in de urine. Behandeling met staal en kinine (T.Watson).
  • 1895 Beschrijving van plasmacellen.
  • 1928 Beschrijving van de eerste grote reeks MM patiënten.
  • 1938 Identificatie eiwit-piek in serum.
  • 1947 Behandeling met urethaan (N.Alwall).
  • 1956 Karakterisering van de "lichte-ketens" (ook wel vrije-ketens genaamd).
  • 1958 Behandeling met melfalan (N.Blokhin).
  • 1962 Behandeling met corticosteroïden (R.E.Maas).
  • 1975 Indeling van de gradaties van MM met behulp van het Salmon-Durie systeem.
  • 1983 Autologe ("van jezelf") beenmergtransplantatie (T.J.McElwain en R.L.Powers).
  • 1999 Behandeling met thalidomide (S.Singhal en B.Barlogie).
  • 2002 Behandeling met bortezomib (R.Z.Orlowski).
  • 2002 Behandeling met lenalidomide (P.G.Richardson en K.C.Anderson).
  • 2005 Indeling van de gradaties van MM met behulp van het International Staging System.
  • 2005 Cytogenetische indeling.

Verschijnselen
Deze hematologische aandoening, verantwoordelijk voor zo'n 10% van alle hematologische kankers wordt gekenmerkt door inname van het beenmerg door kwaadaardige plasmacellen.
Deze kwaadaardige plasmacellen (een soort witte bloedcel die immunoglobulines of antilichamen secerneert) produceren in overmaat een bepaald type immunoglobuline of delen ervan (de zogenaamde vrije of lichte ketens). Indien men deze overmaat aan één type immunoglobuline aantreft in het serum en/of urine, spreekt men van een monoclonale gammopathie. De aanwezigheid van vrije of lichte ketens (kappa of lambda) in urine noemt men Bence-Jones proteïnurie. Dit is dus een soort eiwit in de urine. Als kwaadaardige plasmacellen het beenmerg innemen kan de vorming van rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen als neutrofielen in het gedrang komen. Hierdoor kunnen dan respectievelijk bloedarmoede, blauwe plekken en infecties optreden. Eén van de eerste symptomen zijn vaak echter botpijnen die ontstaan door zogenaamde osteolytische letsels. De kwaadaardige plasmacellen produceren namelijk OAF (Osteoclast Activating Factor), een eiwit dat aanzet tot botafbraak. Door deze botafbraak kan het calciumgehalte in het bloed verhoogd zijn (hypercalcemie), wat aanleiding kan geven tot misselijkheid, verminderde eetlust, neurologische afwijkingen, jeukende ogen en obstipatie. Op termijn kunnen er ook nierbeschadigingen optreden ten gevolge van verhoogde eiwit- en calciumuitscheiding. De botten worden hierdoor broos en pijnlijk. Ook pathologische botbreuken en compressie van het ruggenmerg kan optreden bij deze patiënten. Bij de ziekte van Kahler worden er veel defecte eiwitten (immunoglobulines) geproduceerd die neer kunnen slaan in bijvoorbeeld de nieren. Nierfunctiestoornissen kunnen dan ook voorkomen bij de ziekte van Kahler. Indien er tevens amyloïd (onderdeel van de defecte eiwitten) afgezet wordt, kan men spreken van de ziekte amyloïdose.

Diagnose
De diagnose wordt gesteld door middel van een beenmergonderzoek (punctie ter hoogte van het borstbeen of heupkam), de hoeveelheid van de immunoglobulines in het serum/urine (eiwitelektroforese met immunofixatie), de aanwezigheid van een woekering van plasmacellen en/of de aanwezigheid van botletsels van het skelet. Dit laatste kan worden bepaald door een Multipel Myeloomserie, waarbij er röntgenfoto's worden gemaakt van de pijpbeenderen, de ruggenwervels en het bekken.

Behandeling
De meest toegepaste behandelingen bij de ziekte van Kahler zijn:

  • chemotherapie (behandeling met celdelingremmende medicijnen), meestal melfalan;
  • bestraling (radiotherapie);
  • ondersteunende behandeling.

De beste resultaten (bij patiënten jonger dan 65 jaar) worden behaald met een zware chemotherapie kuur gevolgd door autologe stamceltransplantatie (gaat hierbij om je eigen cellen). In bijzondere gevallen wordt gekozen voor een allogene stamceltransplantatie (cellen van een ander, meestal een familielid). Of Allogene stamceltransplantatie van grote waarde is bij de behandeling van MM, is nog steeds onderwerp van onderzoek.[1][2]
De ondersteunende behandeling bestaat uit antibiotica, bloedproducten, corticoïden, allopurinol en bisfosfonaten (om de botafbraak tegen te gaan).
Symptomatisch multiple myeloom wordt behandeld met chemotherapie (+ radiotherapie). Hiervoor bestaan verschillende chemotherapeutica regimes al naargelang de leeftijd van de patiënt en mate waarin de ziekte gevorderd is. Na een 4-6 cycli chemotherapie wordt er meestal een stabiele fase bereikt. Soms wordt de stabiele fase onderhouden met medicatie (bijv. Thalidomide of alfa-interferon). Vele patiënten hervallen echter en de mediane overleving bedraagt 4 tot 6 jaar vanaf diagnose. Er zijn echter ook sporadische gevallen bekend van 16 jaar na de eerste diagnose.