Rudolf Ludwig Karl Virchow (1821-1902)
|
ten
|
|
Leukemie is een verzamelnaam voor verschillende
vormen van bloedkanker of preciezer: kanker van witte bloedcellen
(leukocyten). Bij leukemie wordt het groeiproces van witte bloedcellen op
een kwaadaardige manier veranderd. Hierdoor kunnen de bloedcellen zich niet
ontwikkelen tot rijpe witte bloedcellen. Door het veranderde groeiproces
kunnen de witte bloedcellen hun taak niet meer goed uitvoeren. De taak van
witte bloedcellen is het lichaam beschermen tegen ziekteverwekkers. Ook
maakt het beenmerg veel te veel witte bloedcellen aan. Er zijn veel soorten
leukemie, die alle gemeen hebben dat één van de vele typen witte bloedcellen
is ontaard en zich ongebreideld is gaan vermenigvuldigen.
Het Griekse woord leukemie dat "wit bloed" (λευκος + το αιμα) betekent, werd
voor het eerst gebruikt door de Duitse patholoog Virchow. Een buis bloed van
een leukemiepatiënt vertoont vaak een wit "neerslag" van (leukemische)
cellen.
Verschijningsvormen
Er kunnen twee karakteristieke verschijningsvormen van leukemieën worden
onderscheiden:
- Acute leukemieën, waarbij de
kwaadaardige cellen onrijp zijn;
- Chronische leukemieën, die juist een
opeenhoping van rijpe cellen vertonen.
Afhankelijk van het celtype kunnen acute en
chronische leukemieën weer onderverdeeld worden in een:
- Lymfatische vorm; Bij lymfatische
leukemie ontstaan de leukemiecellen in de ontwikkeling van lymfoïde
voorlopercel naar bloedcel
- Myeloïde vorm; bij myeloïde ontstaan
leukemiecellen in de myeloïdelijn.
Aan de hand van deze indeling zijn de vier
hoofdsoorten van leukemie:
- Acute lymfatische leukemie (ALL) Veel
bij kinderen en jongvolwassenen;
- Acute myeloïde leukemie (AML) Vooral
tussen 20-40 jaar en ouder dan 60 jaar;
- Chronische lymfatische leukemie (CLL)
Vooral bij bejaarde mensen;
- Chronische myeloïde leukemie (CML)
Vooral tussen 50 en 60 jaar.
Oorzaken
De oorzaak van leukemie is niet precies bekend. Wel is er een aantal
factoren bekend dat de kans op leukemie verhoogt. Dit zijn onder andere:
- Erfelijke aanleg. Als leukemie in de
familie veel voorkomt, is de kans groter dat men zelf ook leukemie
krijgt.
- Blootstelling aan ioniserende straling.
- Blootstelling aan bepaalde chemische
stoffen, zoals benzeen en bestrijdingsmiddelen.
- Behandeling met bepaalde geneesmiddelen
tegen kanker.
- Ook kan roken de kans op leukemie
verhogen.
- Sommige vormen van leukemie lijken
geassocieerd te zijn met bepaalde virussen.
Deze factoren kunnen de kans op leukemie
verhogen, maar de precieze oorzaak is onbekend.
Klachten
De klachten bij leukemie kunnen verschillen. Bij acute leukemie zijn de
klachten heel plotseling en worden snel erger als er geen behandeling is .
Bij chronische leukemie kunnen klachten lang uitblijven en worden
geleidelijk erger.
Bij acute leukemie
Klachten bij acute leukemie komen door de grote hoeveelheid onrijpe witte
bloedcellen in het beenmerg. Hierdoor is er minder plaats voor de vorming
van rode bloedcellen en bloedplaatjes en kan er een tekort aan gezonde witte
bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes ontstaan.
Klachten die bij acute leukemie kunnen voorkomen, zijn:
- Bleek worden (komt door tekort aan rode
bloedcellen);
- Moe en snel buitenadem zijn (dit komt
ook door tekort aan rode bloedcellen);
- Duizeligheid (ook duizeligheid wordt
veroorzaakt door tekort aan rode bloedcellen);
- Hartkloppingen;
- Spontane bloedingen (Dit komt door
tekort aan bloedplaatjes);
- Snel blauwe plekken krijgen (Ook blauwe
plekken ontstaan door tekort aan bloedplaatjes);
- Infecties die terugkeren of niet goed
genezen (Komt door tekort aan gezonde, rijpe witte bloedcellen);
- Koorts;
- Periodes van hevig zweten tijdens de
nacht;
- Hoofdpijn;
- Verminderde eetlust en hierdoor
gewichtsverlies.
Bij chronische leukemie
Leukemie is lastiger te herkennen, doordat de klachten pas komen, als de
leukemie vaak al een paar jaar in het lichaam bevindt. De klachten van acute
leukemie komen ook voor bij chronische leukemie. Andere klachten die niet
bij acute leukemie voorkomen, maar wel bij chronische leukemie zijn:
- Vol gevoel in de buik (door een zwelling
van de milt en/of lever).
- Druk op de maag (door een zwelling van
de milt en/of lever).
- Zwellingen van de lymfeklieren in de
hals, de oksels en/of de liezen.
Behandeling
Leukemie is niet door operaties te genezen, omdat de ziekte door het hele
lichaam verspreid is, zodat het chirurgisch weghalen van het zieke weefsel
niet mogelijk is. Wel kan het op een andere manier behandeld worden. In een
betrekkelijk hoog percentage van de gevallen is genezing te bereiken en in
een groot aantal andere gevallen de progressie van de ziekte jaren te
vertragen, soms tientallen jaren. Chronische Myeloïde Leukemie-patiënten
worden sinds 2002 bij voorkeur behandeld met het medicijn imatinib. De
behandeling bij leukemie kan variëren. Verschillende behandelingen bij
leukemie zijn:
- Chemotherapie: bij chemotherapie worden
de leukemiecellen vernietigd door middel van medicijnen. Bij
chemotherapie kunnen veel bijwerkingen optreden;
- Signaaltransductieremmers:
signaaltransductieremmers worden gebruikt bij chronische myeloïde
leukemie. Het remt het signaal dat leukemiecellen aanspoort om zich te
vermenigvuldigen. Uiteindelijk sterven hierdoor de leukemiecellen;
- Bestraling: een ander woord voor
bestraling is radiotherapie. Bij deze methode wordt ervoor gezorgd dat
leukemiecellen zich niet verder delen en uiteindelijk doodgaan. De
bestraling richt zich op de onrijpe witte bloedcellen;
- Immunotherapie: bij immunotherapie wordt
het menselijke afweersysteem versterkt om de leukemiecellen te
bestrijden. Dit gebeurt door het toedienen van middelen die het
afweersysteem versterken. Immunotherapie wordt in combinatie met een
andere behandeling gebruikt om de klachten te verminderen en het verloop
van de ziekte te vertragen;
- Beenmergtransplantatie: bij
beenmergtransplantatie worden gezonde stamcellen uit het beenmerg
gehaald. Bij de transplantatie worden ongezonde beenmergcellen vervangen
door gezonde beenmergcellen. Deze gezonde beenmergcellen kunnen
afkomstig zijn van de patiënt zelf of van een donor;
- Stamceltransplantatie:
stamceltransplantatie lijkt heel erg op beenmergtransplantatie. Het
verschil is dat bij stamceltransplantatie gezonde stamcellen uit het
bloed in de navelstreng van een pasgeboren of uit de bloedbaan van een
volwassenen worden gehaald. En dat een stamceltransplantatie minder
ingrijpend is dan een beenmergtransplantatie.
Bij jonge kinderen komt met name acute
lymfatische leukemie voor, die in ongeveer 80% van de gevallen te genezen
is. Dat heeft met name te maken met het feit dat deze leukemie relatief
gevoelig is voor antikankermedicijnen (chemotherapie). De behandeling van
kinderen met leukemie wordt in Nederland gecoördineerd door de Stichting
Kinderoncologie Nederland (SKION), het samenwerkingsverband van Nederlandse
kinderarts-oncologen (Den Haag).
Overdraagbaarheid en erfelijkheid
Als leukemie veel voorkomt in de familie, is de kans op leukemie hoger. Ook
geldt voor sommige aangeboren afwijkingen dat zij de kans op leukemie
verhogen. Maar er is niet vastgesteld dat leukemie erfelijk is. |
|