Algemeen
Fibrinogeen is een stollingsfactor, een eiwit
dat een belangrijke rol speelt bij de bloedstolling. Fibrinogeen wordt door
de lever aangemaakt. Fibrinogeen is een zogenaamd precursoreiwit van fibrine
dat door trombine wordt omgezet. Als er een bloeding is wordt fibrinogeen
omgezet in fibrine. Dit fibrine vormt draden op de plek van de beschadiging
van het bloedvat. Bloedplaatjes komen in dit netwerk van draden vast te
zitten en zorgen samen met de fibrinedraden voor het dichten van de wond
(vorming van een stolsel). Dit stolsel blijft zitten totdat de wond hersteld
is.
Een verlaagd fibrinogeengehalte wordt gevonden bij leverziekten (verlaagde
aanmaak), na bloedingen (verbruik), bij actieve stolling in de bloedvaten,
bij het gebruik van stolseloplossende medicatie en bij het ontbreken van
fibrinogeen (afibrinogenemie, zeldzame erfelijke aandoening).
Een verhoogd fibrinogeengehalte is vaak a-specifiek. Fibrinogeen is een
acutefase-eiwit en kan verhoogd zijn bij ontstekingen, trauma en na
operaties.