hoofdluis
kleerluis
schaamluis
stofluizen |
|
Inleiding
De benaming luis of luizen is een verzamelnaam voor meerdere soorten dieren,
zowel insecten als niet tot deze klasse behorende dieren. De benaming luis
of luizen wordt vaak gebruikt voor leden van de meer dan 3.000 leden
tellende groep van vleugelloze insecten van de familie van de superorde
dierluizen (Phthiraptera); tot deze supergroep behoren de Anoplura, ook wel
stekende luizen genoemd, waarvan drie soorten ziekten kunnen overbrengen op
de mens, namelijk de schaamluis, de hoofdluis en de kleerluis. Veel andere
leden van de superorde dierluizen zijn eveneens ectoparasieten die leven op
vrijwel iedere vogel- en zoogdierensoort. De benaming wordt daarnaast ook
gebruikt voor leden van de orde stofluizen; de stofluizen zijn niet verwant
aan de dierluizen of de bladluizen maar vormen een oude en primitieve orde
die stamt uit het Perm, zo'n 295 tot 248 miljoen jaar geleden. Stofluizen
leven in een vochtige omgeving; dat is in de natuur onder andere in
boomstammen en vogelnesten en binnenshuis in matrassen, rieten meubelen,
boeken en afgewerkte spaanplaten.
Een derde groep die tot de luizen gerekend wordt is die der Mallophaga; dit
zijn vleugelloze insecten, die soms ook wel tot de superorde Phthiraptera
worden gerekend, en die leven van huidresten, haren en veren. Hierdoor
worden zij tot de ectoparasieten gerekend.
Een vierde groep is die der bladluizen (Aphidoidea), die niet nauw verwant
zijn aan bovenstaande groepen. Een bekende soort, die voor mensen van
economisch belang kan zijn, is de Cochenilleluis, uit Mexico, waarvan de
kleurstof wordt gewonnen. In Nederland veroorzaken bladluizen veel schade in
de landbouw. Soorten die berucht zijn om de schade die zij aan
cultuurgewassen aanrichten zijn onder meer de groene perzikluis (vooral door
het overbrengen van plantenvirussen zoals het Sharka-virus) en de zwarte
bonenluis (door het overdragen van virussen en de productie van honingdauw
waarop zwarte schimmels kunnen gaan groeien).
Verkeerde benaming
Daarnaast is de benaming luis een informele naam die in de Nederlandse taal
soms ten onrechte aan een aantal diersoorten wordt gegeven die verder weinig
met de luis te maken hebben. Voorbeelden hiervan zijn de karperluis, die
geen luis is maar tot de kreeftachtigen behoort en de bloedluis, die tot de
familie der mijten behoort. Ook de eencellige poliepenluis behoort niet tot
de luizen. De wandluis, die tot de wantsen behoort, valt weliswaar onder de
grote groep der halfvleugeligen, waartoe ook de bladluis behoort, maar is
geen luis.
Indeling van luizen
Binnen de insecten wordt de naam luis gegeven aan leden van vier orden of
onderorden:
-
orde: Psocoptera - Stofluizen, die dood
plantaardig materiaal eten;
-
superorde: Phthiraptera - Dierluizen
-
orde: Mallophaga - Bijtende luizen op
dieren, leven van haren en veren:
-
orde: Anoplura - Stekende luizen op
dieren
en de veel minder verwante bladluizen (Aphidoidea):
-
Hemiptera
-
Heteroptera (wantsen)
-
Homoptera
-
Auchenorrhyncha
-
Sternorrhyncha
|
|