|
|
Wormen zijn parasieten, die voorkomen in de
darmen of de weefsels. De levenscyclus van de worm bestaat uit drie fasen:
het ei, de larve en de worm. Besmetting kan plaatsvinden van dier op dier,
van mens op mens en van mens op dier of omgekeerd.
Soorten wormen en klachten
De meest voorkomende wormen in Nederland zijn de aarsmade, de lintworm, de
spoelworm en de zweepworm.
Aarsmade
De aarsmade (bleekgeel/wit van kleur) is een kleine worm (0,5-1 cm)
die vaak bij kinderen voorkomt. De wormen houden zich op in het onderste
deel van de dunne darm en bij de blinde darm. Ze hebben een levensduur
van circa acht weken en zijn kommavormig.
De eitjes bevinden zich op de huid van de anus. De eitjes van de
aarsmade kunnen buiten het lichaam (bijvoorbeeld in kleren, in stof of
onder de vingernagels) lang in leven blijven. Besmetting vindt plaats
via de vingers, doordat de eitjes zich vastkleven aan voorwerpen in de
leefomgeving (bed, bank, speelgoed) en door voedsel. De aarsmade
veroorzaakt jeuk rond de anus of rond de schaamlippen.
Spoelworm
De spoelworm (bleekgeel tot roze roodachtig van kleur) is 15-40 cm
lang en bevindt zich in de dunne darm.
Besmetting vindt plaats door het eten van onvoldoende gewassen rauwe
groente of fruit en kan vage buikklachten, diarree of verstopping
veroorzaken.
Besmetting met honden- of kattenspoelwormen, opgedaan in zandbak, tuin
of plantsoen kan in zeldzame gevallen koorts, buikpijn en prikkelhoest
veroorzaken.
Zweepworm
De zweepworm (bleekgeel/wit van kleur) is aan het voorste deel dun
en aan het achterste deel dik. De lengte bedraagt drie tot vijf cm en de
worm is indirect afkomstig van een (huis)dier. Besmetting vindt plaats
via de ontlasting van het dier in aarde of grond.
Zweepwormen nestelen zich in de darm en in een vochtige omgeving
ontwikkelen de eitjes zich. De kleine ovale eitjes zijn terug te vinden
in de ontlasting.
De zweepworm leeft twee weken als men zich niet opnieuw herbesmet.
Zweepworminfecties geven zelden klachten. Vanwege de huidige goede
hygiëne komen infecties door zweepwormen in Nederland en België bijna
niet voor.
Lintworm
De lintworm komt voor in het voorste deel van de dunne darm en kan
vijf tot tien meter lang worden. De worm bestaat uit platte segmenten,
die met het blote oog te zien zijn in de ontlasting. De embryo’s en
larven van de lintworm ontwikkelen zich in het spierweefsel van een rund
of varken. De lintworm is herkenbaar aan zijn hoekige rijstkorrelvorm.
Besmetting vindt plaats door het eten van besmet rauw, of niet goed
doorbakken vlees. De lintworm veroorzaakt soms buikklachten, diarree en
een licht gewichtsverlies.
Wanneer moet u een arts raadplegen
Het is raadzaam een arts te raadplegen bij een lintworminfectie en bij
aanhoudende klachten van vermoeidheid. Als een worminfectie niet overgaat na
goede hygiënische maatregelen en wanneer tweemaal een kuur is gevolgd, is
het ook raadzaam een arts te raadplegen. Kinderen onder de twee jaar en
zwangere vrouwen dienen bij een worminfectie naar de huisarts te gaan.
In de tropen komen ook andere worminfecties voor, waarbij soms alleen eitjes
in de ontlasting komen. Geef het dus altijd door aan uw arts als u de
klachten heeft gekregen na terugkeer van uw vakantiebestemming.
Hoe is besmetting te voorkomen
Hygiëne is de belangrijkste voorzorgsmaatregel bij het voorkomen van
worminfecties.
Besmetting met de lintworm voorkomt u door geen rauw of niet goed doorbakken
vlees te eten.
Spoelwormen zijn te voorkomen door groente en fruit goed te wassen.
Hygiënische maatregelen zijn:
-
de vingernagels zo kort
mogelijk houden en schoonmaken;
-
de handen en bips regelmatig
wassen (handen in elk geval wassen voor en na het slapen, voor het eten,
na het spelen en na wc-bezoek);
-
deurknoppen, wc-bril,
kastdeuren en speelgoed dagelijks schoonmaken;
-
beddengoed, ondergoed en
nachtkleding op minimaal 60 graden wassen;
-
leefruimte iedere dag
stofzuigen;
-
ondergoed en handdoeken
dagelijks verschonen.
Geneesmiddelenn
De behandeling van een worminfectie met behulp van geneesmiddelen dient
altijd in combinatie met een goede hygiëne te gebeuren.
Aarsmaden
Aarsmaden worden behandeld met mebendazol: direct een tablet en na 14 dagen
weer een. Deze behandelwijze is nodig omdat de ontwikkeling van ei tot larve
veertien dagen duurt. Indien in een gezin meer dan één persoon besmet is, is
het verstandig alle gezinsleden te behandelen. Bij jeuk die zeer hardnekkig
is, kan het insmeren van de bilnaad met vaseline verlichting bieden. Trek
kinderen een strakke onderbroek aan zodat ze niet zo makkelijk kunnen
krabben.
Spoel- en zweepwormen
Spoel- en zweepwormen worden ook behandeld met mebendazol, maar in een
dosering van tweemaal daags één tablet gedurende drie dagen. Indien nodig
kunt u deze kuur na drie weken herhalen.
Wanneer de klachten blijven aanhouden, is het raadzaam een arts te
raadplegen.
Zwangere vrouwen en kinderen onder de twee jaar kunnen beter geen mebendazol
gebruiken. Bij hen kunnen hygiënische maatregelen soms afdoende zijn, maar
als het effect uitblijft, moet overlegd worden met een arts.
Bron: kring-apotheek.nl |
|