home

 

slaapstoornissen, indeling

register

 

overzicht stoornissen

 

Slaapstoornis zonder psychiatrische of lichamelijke aandoening (primaire slaapstoornis) - Zie ook: narcolepsie

A. Dyssomnie
gekarakteriseerd door abnormale hoeveelheid, kwaliteit of timing van slaap.

  1. primaire insomnia (moeite met inslapen of doorslapen of niet uitgerust zijn na de slaap)

  2. primaire hypersomnia (overmatige slaperigheid)

  3. narcolepsie (onweerstaanbare slaapaanval overdag)

  4. apneu of slaapgebonden ademhalingsstoornis

  5. slaapstoornis gebonden aan de circadiane ritmiek (vroeger: stoornis in de slaap-waak ritmiek )

  6. slaapproblemen t.g.v. omgevingsfactoren

  7. overmatige slaperigheid door een voortdurend slaaptekort

  8. rusteloze benen of "resless legs syndrome"

  9. slaapproblemen t.g.v. tandenknarsen

B. Parasomnia
gekarakteriseerd door (ongewenst) abnormaal gedrag of psychologische gebeurtenissen die optreden in associatie met slaap, specifieke slaapstadia of overgang van slaap naar wakker worden.

  1. Nachtmerrie
    Beleving tijdens de REM slaap, waarbij de droom een beangstigende inhoud heeft. In tegenstelling met de paniekaanval van de slaap, zal de nachtmerrie zich eerder in het midden of op het einde van de nacht voordoen. Een ander verschilpunt is het feit dat de nachtmerrie niet vertaald wordt in angstig lichamelijk gedrag, doch dat het individu als het ware "verlamd" de angstdroom ondergaat.

  2. Pavor nocturnus (slaap terreur)
    Een soort nachtelijke paniekaanvallen, waarbij er weinig of geen beelden zijn, geen verhaal, maar alleen een diep gevoel van angst en bedreiging. Men wordt plotseling schreeuwend wakker, erg angstig en niet weten waar men is of wat er gebeurd is. Na het wakker worden duurt het soms wel enkele minuten voordat de persoon weet waar hij of zij is (en deze tijd wordt nogal eens schreeuwend of wild bewegend doorgebracht). Een snelle pols en transpiratie wijzen op activatie van het autonome zenuwstelsel. Net zoals bij slaapwandelen is het ontwaken onvolledig, want het slachtoffer van de paniekaanval reageert niet adequaat op externe stimuli, zoals aanspreken. Aanmoediging tot volledig ontwaken geeft meestal niet het gewenste resultaat: de persoon blijft in een toestand van verwarring. De aanval gaat spontaan voorbij. De volgende dag kan de persoon zich er vaak niets van herinneren. Pavor nocturnus is meest frequent tussen de leeftijd van 4 en 12 jaar en vertoont de neiging tot spontaan verdwijnen. Deze aanvallen treden op tijdens de slaapstadia 3 en 4. Deze stoornis is moeilijk te verhelpen en heeft een neurologische (fysieke) basis.

  3. Somnambulisme (slaapwandelen)
    Slaapwandelen komt vrij vaak voor, meestal bij kinderen, incidenteel hebben volwassenen hier ook last van. Slaapwandelen begint altijd tussen slaapstadium drie en vier.
    Nadat een slaapwandelaar uit bed komt kan die kleren gaan aantrekken rondlopen of gewoon stil blijven staan. Slaapwandelaars keren gewoonlijk na een tijdje terug naar hun bed om weer verder te slapen. Tijdens het slaapwandelen is men in staat om obstakels te vermijden en te reageren op aanwijzingen van mensen die wel wakker zijn. Slaapwandelaars wakker maken is niet gevaarlijk, wel erg lastig; het beste kun je een slaapwandelaar voorzichtig naar bed begeleiden. De volgende dag weet een slaapwandelaar over het algemeen niets meer van wat er gebeurd is die nacht. Het enige wat hen er aan kan herinneren is spullen die op andere ‘vreemde’ plaatsen in de kamer liggen. Slaapwandelen gaat meestal vanzelf over naarmate kinderen ouder worden.

  4. Somniloquie (praten in de slaap)
    Vaak voorkomende en volstrekt goedaardig, treedt met name op in stadium 2 van de NREM slaap.

  5. Hypnagoge schok (slaapstuip)
    Plotselinge lichaamsbeweging tijdens eerste inslaapperiode, vaak gepaard met het gevoel "in een put te vallen". Het ontstaan is nog niet opgehelderd.

  6. Ritmische bewegingsstoornissen
    Symptomen ontwikkelen zich vóór het eerste levensjaar en zijn meestal verdwenen vóór het vierde jaar, zelden persisteren deze stoornissen op volwassen leeftijd. De belangrijkste varianten zijn: "hoofdbonken" (jactatio capitis) en "lichaamswentelen". De ritmische beweging situeert zich in de fase van doezelen die aan de slaap voorafgaat, hetzij in de oppervlakkige NREM slaap.

  7. Tandenknarsen
    Malende bewegingen en krachtig over elkaar schuren van tanden en kaken. Tandenknarsen komt bij veel mensen voor. Het kan leiden tot vroegtijdige slijtage van de tandvlakken en tot overbelasting van de kaakgewrichten. In ernstige gevallen is het dragen van een opbeetplaat noodzakelijk.

  8. REM slaap gedragsstoornis
    Stoornis in het mechanisme van de REM slaap dat de spierkracht onderdrukt. De patiënten voeren hun dromen motorisch uit, waarbij zij soms agressief gedrag vertonen tijdens de slaap, zelfs in die mate dat zij zichzelf of hun partner verwondingen toebrengen. Meestal gaat het om oudere personen die overigens geen (andere) neurologische stoornissen vertonen. Het onderscheid met slaapwandelen is vrij evident: de parasomnische activiteit van patiënten met een REM slaap gedragsstoornis zal zich meestal in de tweede helft van de nacht voordoen, wanneer de REM slaap langer wordt en intenser gaat verlopen. Bovendien kunnen deze personen gemakkelijker uit hun abnormale slaapmanifestatie gewekt worden, en zullen zij zich hun droominhoud herinneren, waarbij dan een overeenkomst wordt gevonden tussen het thema van de droom en het geobserveerde gedrag.

  9. Slaapparalyse

  10. Prikkelende stoornissen, zoals seksueel gedrag gedurende de slaap

Slaapstoornis door een psychiatrische aandoening (secundaire slaapstoornis)

A. Slaapstoornissen bij psychiatrische stoornissen
bijvoorbeld depressie, manie, angststoornis of psychose
B. Slaapstoornis door een lichamelijke aandoening
bijvoorbeeld lichamelijke ziekten, gebruik van geneesmiddelen, drugs of alcohol.