ten
|
|
Inleiding
Retinitis pigmentosa (RP) is een erfelijke oogaandoening, waarbij
(delen) van de retina (netvlies) afsterven en in de retina pigment wordt
afgezet. Het pigment vormt zich aanvankelijk vooral aan de rand van de
retina; de macula blijft gespaard. In een later stadium kan de hele
retina aangedaan zijn. De meeste gevallen van RP gaan gepaard met het
afsterven van de lichtgevoelige cellen van het netvlies, de zogenaamde
staafjes en kegeltjes. De staafjes zijn van belang voor het waarnemen
van verschil tussen licht en donker, de kegeltjes zijn van belang voor
het zien van kleur. De staafjes sterven eerder, en in grotere mate af,
dan de kegeltjes. Dit verklaart dat de patiënten in eerste instantie
nachtblind worden, en pas (veel) later ook overdag problemen met hun
gezichtsvermogen krijgen. RP is een zeldzame ziekte, die bij ongeveer 1
op de 4000 personen voorkomt.
Diagnose
Een aantal kenmerken van RP:
-
Nachtblindheid is het eerste symptoom.
-
Gezichtsvermogen blijft behouden in het vroege en midden stadium.
-
Fotofobie kan in het laatste stadium voorkomen.
-
Gedeeltelijk verlies van het vermogen om “vanuit de ooghoeken” waar te
kunnen nemen, uiteindelijk leidend tot kokervisus.
-
Pigment afzettingen, aanvankelijk aan de rand van de retina.
-
Doorbloeding van de retina verslechterd.
-
Oogzenuw ziet er anders uit.
De belangrijkste test voor het vaststellen van de diagnose RP, is een
elektroretinogram (ERG). Kenmerkend zijn een verminderde amplitude van
de b-golf, en ook van de a-golf. Als slechts een (klein) deel van de
retina door de ziekte is aangetast, kan het ERG er normaal uitzien.
Verloop
Bij een typische RP wordt over een periode van enige tientallen jaren
het gezichtsvermogen slechter. In extreme gevallen verloopt het sneller,
en is men binnen 20 jaar blind. De ziekte kan ook langzamer verlopen,
waarbij het gezichtsvermogen niet ernstig wordt belemmerd.
Beginstadium
Nachtblindheid is het belangrijkste symptoom. Dit kan in de eerste
levensjaren optreden, maar ook veel later. Milde nachtblindheid wordt
vaak niet opgemerkt. Tieners bemerken soms hun nachtblindheid tijdens
het uitgaan en nachtelijke feestelijkheden.
Tussenstadium
De nachtblindheid en kokervisus geven aanleiding tot problemen bij het
’s avonds autorijden, lopen in het donker of op een onverlichte trap.
Bij het autorijden ziet men overstekende verkeersdeelnemers over het
hoofd, een uitgestoken hand tijdens het handenschudden wordt gemist,
regelmatig trapt men ongewenst op wat er zoal op de grond kan liggen.
Bleke kleuren, met name geel en blauw tinten, kan men moeilijker
onderscheiden. Fotofobie (overgevoeligheid voor licht) kan voorkomen.
Diffuus wit licht wordt als vervelend ervaren, bijvoorbeeld als er veel
witte bewolking is. Een en ander kan aanleiding geven tot problemen met
het lezen; enerzijds kan men bij weinig licht niet goed zien, maar bij
te fel licht ook niet. Als de macula is aangedaan (macula-oedeem),
verminderd het centrale gezichtsvermogen, waardoor lezen eveneens wordt
bemoeilijkt. Cataract (vertroebeling van de lens van het oog) kan
voorkomen. Dit verslechtert het gezichtsvermogen.
Eindstadium
Het is voor de patiënt niet mogelijk om zelfstandig op pad te gaan,
vanwege de toegenomen kokervisus. Lezen gaat moeizaam, soms alleen nog
met een vergrootglas. De overgevoeligheid voor (fel) licht is verergerd.
Het verloop van de ziekte gaat nog steeds geleidelijk, en patiënten
kunnen nog jarenlang korte stukjes lezen. Als het centrale
gezichtsvermogen afneemt, wordt lezen onmogelijk. Men blijft wel
licht/donker verschil zien, met name vanuit de ooghoeken; men is
praktisch blind.
Men kan RP ook indelen op basis van de leeftijd waarop de ziekte zich
openbaart, het uiterlijk van de achterkant van het oog en de manier
waarop de ziekte kan worden geërfd.
Ziekten waar RP een onderdeel van is
Onderstaande aandoeningen komen zelden voor.
-
Syndroom van Usher. Doofheid en RP. In 14% van de gevallen blijkt RP
onderdeel van deze ziekte.
-
Syndroom van Bardet Biedl.
-
Syndroom van Senior Loken;
-
Syndroom van Alport;
-
Syndroom van Cohen;
-
Syndroom van Jeune;
-
Syndroom van Cockayne;
-
Ziekte van Bassen Korntzweig;
-
Ziekte van Bietti;
-
Ziekte van Refsum;
-
Ziekte van Batten;
-
Syndroom van Zellweger.
Oorzaak
RP is een erfelijke ziekte. Tenminste 45 genen/loci kunnen RP
veroorzaken. Meestal via het patroon van Mendeliaanse overerving. Het
gaat hierbij om RP die geen onderdeel van een ander syndroom is. In 1990
werd het eerste gen voor RP ontdekt: rodopsine. Waarschijnlijk zijn er
nog veel meer genen die RP veroorzaken. De genetica van RP is bijzonder
complex: vaak is er sprake van veranderingen in meerdere genen en
dezelfde mutatie kan zelfs bij gezinsleden tot verschillende symptomen
leiden.
De betrokken genen zijn verantwoordelijk voor de productie van bepaalde
stofjes die van belang zijn voor de stofwisseling in de staafjes (en
soms kegeltjes).
Als de diagnose is gesteld, kan het zijn dat familieleden ook
geïnformeerd worden over de erfelijke eigenschappen van RP, of dat hen
wordt verzocht een genetisch onderzoek te laten doen. Dit hangt samen
met de genetische variatie van RP.
Aandoeningen die RP-achtige effecten kunnen veroorzaken
Een belangrijk onderscheid met RP is, dat in de 3 bovenstaande situaties
de ziekte niet in stadia verloopt zoals bij RP.
Behandeling
Tot op heden is er geen behandeling die het voortschrijden van de
aandoening remt, of die het gezichtsvermogen herstelt. Er is enig
onderzoeksbewijs waaruit blijkt dat bepaalde zaken wellicht toch het
ziekteproces enigszins zouden kunnen vertragen.
Maatregelen ter afremming van het ziekteproces
Bescherming tegen licht
Sommige vormen van RP zijn deels licht-afhankelijk. Men kan patiënten
daarom aanraden om een donkere zonnebril te dragen. Het dragen van een
bril met geel-oranje glazen vermindert (ook binnen) de overgevoeligheid
voor licht. Aan de zijkanten van de bril kan men opzetstukken plaatsen,
die hinderlijk zijdelings inkomend licht blokkeren.
Vitaminen en visolie
Vitamine A en E kunnen de staafjes en kegeltjes beschermen, vanwege hun
voedende en anti-oxidatieve eigenschappen. Vitamine E 400 IE per dag.
Vitamine A wordt gegeven in doses van 15.000 IE per dag. Men dient de
vitamine A alleen in overleg met een arts te gebruiken: betreft hoge
dosering waarbij de hoeveelheid in het bloed moet worden bepaald, en de
leverfunctie regelmatig dient te worden gecontroleerd. Vitamine A is
niet geschikt voor patiënten met een afwijking van het ABCA4-gen. Uit
onderzoek blijkt dat DHA (bestanddeel van visolie/omega-3 vetzuren) 1200
mg/dag (5 capsules) een gunstig effect heeft. Door de combinatie van
vitamine A en visolie zou het gezichtsvermogen 20 jaar langer behouden
blijven, bij iemand die deze combinatie is gaan gebruiken toen hij/zij
in de dertig was. Over het gebruik van vitamine A en E, bestaat in de
medische wereld geen consensus.
Behandeling van complicaties
Cataract en macula-oedeem zijn de meest voorkomende complicaties van RP.
De vertroebeling van de ooglens verslechtert het centrale
gezichtsvermogen en kan overgevoeligheid voor licht veroorzaken. Een
eenvoudige operatie, waarbij de lens wordt vervangen door een kunst
exemplaar, kan dit verhelpen. Een acute macula-oedeem kan vaak met
acetazolamide 500 mg worden verholpen. Het macula-oedeem van RP
patiënten is echter meestal chronisch, de acetazolamide helpt dan niet.
Dorzolamide, op het oog aangebracht, is geen effectief middel.
Toekomstige behandeling
Verschillende strategieën worden onderzocht op hun bruikbaarheid als
behandelmethode voor RP. Tot op heden is geen van deze behandelingen bij
de mens bruikbaar.
-
Gentherapie; RPE65 cDNA
-
Geneesmiddelen; 9-cis retinal, NAD-analoga
-
Groeifactoren; CNTF, GDNF, BDNF, bFGF
-
Transplantatie van cellen of weefsel
-
Micro-elektronica die de functie van delen van het netvlies overneemt
|
|