|
|
Inleiding
Eencelligen
zijn te verdelen in twee hoofdgroepen:
- de prokaryoten die een eenvoudige bouw hebben zonder
een celkern, de moneren. Hiertoe behoren de bacteriën en de Archaea;
- de eukaryoten die een complexere bouw hebben met
verschillende organellen zoals een celkern, de protisten. Tot de
eencellige eukaryoten behoren de protozoa zoals amoeben, veel soorten
algen (van de roodalgen, bruinwieren en groenwieren) en
pantoffeldiertjes.
Eukaryote organismen hebben veel grotere cellen dan
prokaryoten - het volume verschilt wel een factor 1000. Doordat de cellen
gecompartimenteerd zijn in organellen kunnen ze meer soorten reacties laten
plaatsvinden in hun cytoplasma en zijn die reacties efficiënter. De
aanwezige organellen zijn onder andere de celkern, de mitochondriën, het
golgi-apparaat, het endoplasmatisch reticulum en (bij planten) de plastiden.
Ook alle meercellige organismen zijn eukaryoot.
Virussen bestaan niet uit cellen en worden niet tot de levende materie
gerekend.
Geschiedenis
Eencelligen werden met de naam infusoria bedacht door Louis Pasteur in zijn
werk Animalcules infusoires vivant sans gaz oxygene libre et determinant des
fermentations (1861).
Ziekten Ziekten die door eencellige paracyten veroorzaakt kunnen
worden zijn:
|
|